Arjen Robben

Arjen Robben is een voormalig vleugelaanvaller uit Nederland. Tijdens zijn carrière kwam de 96-voudig international van het Nederlands elftal uit voor FC Groningen, PSV, Chelsea, Real Madrid en Bayern München.

• Robben is momenteel trainer in opleiding
• De Groninger speelde 96 interlands voor het Nederlands elftal
• Hij kwam als speler uit voor FC Groningen, PSV, Chelsea, Real Madrid en Bayern München
• Met de Duitse topclub won Robben de Champions League van 2013
• Hij werd landskampioen in Nederland, Engeland, Spanje en Duitsland

Voetbalcarrière

Robben werd op 23 januari 1984 geboren in het Groningse Bedum. In zijn geboorteplaats ging zijn voetbalcarrière van start bij amateurclub VV Bedum, waar hij de aandacht trok van verschillende clubs. Vader Hans Robben, in de jaren zeventig zelf actief in het betaald voetbal, vond het echter nog te vroeg om te kiezen voor een topclub en besloot hem op twaalfjarige leeftijd onder te brengen bij FC Groningen. Senior werd zelf aangesteld als jeugdtrainer van de Trots van het Noorden.

Doorbraak in Groningen

In het shirt van FC Groningen maakte Robben een uitstekende ontwikkeling door. Hij doorliep de jeugdopleiding in rap tempo en debuteerde op slechts zestienjarige leeftijd in de hoofdmacht. Op 2 december 2000 mocht de aanvaller op bezoek bij RKC Waalwijk (0-0) zijn eerste minuten op profniveau maken als invaller voor Leonardo dos Santos. Zijn basisdebuut maakte Robben op 17 december van datzelfde jaar in de thuiswedstrijd tegen Feyenoord (1-0 overwinning). Hij bleek een ware plaag voor de Rotterdamse defensie, dat de fatale tegentreffer van Magnus Johansson incasseerde na een overtreding op de vleugelflitser.

Robben werd in de thuiswedstrijd tegen Feyenoord getrakteerd op een publiekswissel door trainer Jan van Dijk. Op 11 maart 2001 maakte de aanvaller in het Oosterparkstadion zijn eerste doelpunt als profvoetballer tegen Ajax (3-3). In het seizoen 2000-2001 werd hij door de Groningse fans meteen verkozen tot Speler van het Jaar. Scouts en bestuursleden van de Nederlandse topclubs waren inmiddels ook in de ban geraakt van zijn kwaliteiten.

Geen Ajax, maar PSV

Ajax-directeur Leo Beenhakker reisde af naar de provincie Groningen om een gesprek aan te gaan met Robben en zijn gezinsleden. De voormalig trainer maakte geen overtuigende indruk, onder meer door zijn voornaam verkeerd te spellen op de meegebrachte map (‘Arjan’ in plaats van ‘Arjen’) en diens moeder ‘meissie’ te noemen. “Zo zijn er wel meer dingen”, vertelde Robben jaren later aan NOS-verslaggever Bert Maalderink. “Als je daarop je keuze voor een club baseert… Ik heb toen voor PSV gekozen en niet tegen Ajax.”

PSV telde 9,5 miljoen gulden neer voor Robben, die in het seizoen 2001-2002 werd uitgeleend aan FC Groningen. Na achttien wedstrijden (twee doelpunten) in zijn debuutseizoen noteerde de rechtsbuiten in zijn tweede jaar als profvoetballer 34 officiële wedstrijden en tien doelpunten. Mede dankzij diens doelpunten handhaafden de Groningers zich ternauwernood in de Eredivisie. Toch werd Robben in aanloop naar zijn definitieve verhuizing naar PSV uitgefloten door de fans, omdat de aanvaller in hun ogen al met zijn hoofd in Eindhoven zat.

“Voetbaltechnisch heeft Arjen niet veel geleerd in zijn laatste jaar bij FC Groningen”, vertelde vader Hans Robben in 2003 aan de Volkskrant. “Maar in mentaal opzicht is hij enorm gegroeid.”

Smaakmaker bij PSV

Guus Hiddink keerde na het voetbalsprookje van Zuid-Korea medio 2002 terug als hoofdtrainer van PSV. Op 11 augustus verloor zijn team met 3-1 van Ajax in de strijd om de Johan Cruijff Schaal. Na 64 minuten maakte Robben zijn officiële debuut door in te vallen voor teamgenoot Giorgi Gakhokidze. De Groninger veroverde nadien een basisplaats bij de Eindhovense club, waar hij op 28 augustus zijn eerste doelpunt maakte in de thuiswedstrijd tegen De Graafschap (4-0 zege).

Robben scoorde in december 2002 eveneens in de met 2-4 gewonnen competitietopper tegen Ajax. Mede dankzij deze overwinning kroonde PSV zich in 2003 tot kampioen van Nederland. Het kampioenschap werd een feit na het 0-0 gelijkspel bij FC Groningen in de laatste speelronde van het seizoen. Na afloop werd er gesproken van een salonremise. Beide clubs gingen niet tot het uiterste, waardoor PSV de titel veiligstelde en de Groningers zich verzekerden van lijfsbehoud. Martin Drent moest zelfs zo’n twintig minuten (!) wachten op diens invalbeurt, omdat de wedstrijd simpelweg niet stil kwam te liggen.

In het seizoen 2002-2003 speelde Robben in totaal 41 wedstrijden, waarin hij dertien keer wist te scoren. Zijn tweede contractjaar bij PSV verliep een stuk moeizamer met acht doelpunten in 34 officiële wedstrijden. Dat was vooral te wijten aan blessureleed. Robben scheurde in maart 2004 zijn hamstring tijdens de UEFA Cup-wedstrijd tegen AJ Auxerre (1-1). Op 10 april maakte de rechtsbuiten zijn rentree, maar uitgerekend tegen FC Groningen sloeg het noodlot na zeventien minuten wéér toe. Met een assist op Mateja Kezman luidde hij nog wel een 5-0 overwinning in.

Miljoenentransfer naar Chelsea

Door zijn spierblessures bleef Robben steken op 75 wedstrijden voor PSV, waarin hij 21 keer als afmaker fungeerde. In de zomer van 2004 kwam de buitenlandse interesse op gang. Manchester United bracht een bod van 7,5 miljoen euro uit, maar voorzitter Harry van Raaij antwoordde dat de Engelse topclub voor die prijs ‘een Robben-shirt met handtekening’ kon krijgen. Uiteindelijk maakte de smaakmaker voor achttien miljoen euro de overstap naar het ambitieuze Chelsea.

In de voorbereiding op het seizoen 2004-2005 raakte Robben andermaal geblesseerd. Pas op 23 november 2004 maakte de miljoenenaankoop voor het eerst speelminuten in een officiële wedstrijd van Chelsea, dat in de Premier League een 4-0 overwinning behaalde op Blackburn Rovers. Met zijn eerste doelpunt voor The Blues besliste Robben op 2 november 2004 de Champions League-wedstrijd tegen het Russische CSKA Moskou (0-1). Vier dagen later herhaalde de aanvaller dat kunstje in de Premier League-wedstrijd tegen Everton (1-0).

Tweemaal kampioen in Londen

Blessures bleven Robben achtervolgen in het seizoen 2004-2005, maar met negen doelpunten in 29 officiële wedstrijden onderstreepte hij desondanks zijn waarde voor Chelsea. In zijn eerste seizoen veroverde de Nederlander meteen de Premier League-titel en de League Cup. Zijn derde prijs onder manager José Mourinho liet niet lang op zich wachten: in de zomer van 2005 veroverde Robben ook de Community Shield (Engelse Supercup) ten koste van stadsgenoot Arsenal (2-1).

Robben incasseerde in het seizoen 2005-2006 een rode kaart tegen zowel Sunderland AFC als West Bromwich Albion. Door schorsingen moest de Chelsea-aanvaller vier wedstrijden missen, waar hij ook een aantal wedstrijden door fysieke problemen aan zich voorbij moest laten gaan. Desondanks steeg zijn aandeel naar veertig gespeelde wedstrijden (zeven doelpunten). In zijn tweede seizoen bij de Londense club veroverde hij andermaal de Premier League-titel.

Het seizoen 2006-2007 verliep teleurstellend voor Robben. Chelsea won weliswaar de FA Cup en de League Cup, maar werd door Manchester United onttroond als kampioen van Engeland en werd in de halve finale van de Champions League uitgeschakeld door Liverpool. Door blessures speelde Robben ‘slechts’ 37 wedstrijden voor Chelsea, waarvan 21 in de Premier League. Met drie doelpunten en zes assists bleef zijn rendement ook aan de lage kant.

Transfer naar Real Madrid

In de zomer van 2007 maakte Robben voor 35 miljoen euro de overstap van Chelsea naar Real Madrid. In de Spaanse hoofdstad kwam hij verschillende landgenoten tegen: Royston Drenthe, Wesley Sneijder en Ruud van Nistelrooij. Later voegden ook Rafael van der Vaart en Klaas-Jan Huntelaar zich bij De Koninklijke. Robben debuteerde op 18 september 2007 zijn debuut in de met 2-1 gewonnen Champions League-wedstrijd tegen Werder Bremen. Trainer Bernd Schuster liet hem na 84 minuten invallen voor Raúl.

Robben maakte pas op 2 januari 2008 zijn eerste doelpunt voor Real Madrid, dat in de Copa del Rey een 2-1 overwinning op Alicante CF uit het vuur sleepte. In de daaropvolgende maanden schoot de aanvaller ook viermaal raak in de Primera División. Robben werd in zijn Madrileense debuutseizoen gehinderd door fysieke ongemakken, waardoor hij bleef steken op 28 officiële wedstrijden. De Nederlander mocht in het seizoen 2007-2008 meteen de Spaanse titel op zijn erelijst plaatsen.

Mede dankzij een doelpunt van Robben wist Real Madrid in augustus het Supercopa-tweeluik met Valencia in eigen voordeel te beslissen. Het betekende zijn tweede en laatste prijs in dienst van de Spaanse voetbalgrootmacht. Real Madrid schoot in het seizoen 2008-2009 tekort in de strijd om de hoofdprijzen. Robben daarentegen beleefde een beter seizoen met acht doelpunten en tien assists in 37 wedstrijden.

Weggejaagd door aankoopbeleid Pérez

Na 65 officiële wedstrijden kwam de samenwerking tussen Real Madrid en Robben ten einde. In de zomer van 2009 versterkte president Florentino Pérez de selectie met spelers als Cristiano Ronaldo, Karim Benzema, Kaká en Xabi Alonso. Het aankoopbeleid ging gepaard met enorme investeringen en dat zorgde ervoor dat de Nederlandse enclave werd weggejaagd uit de Spaanse hoofdstad. Robben kreeg eveneens te horen dat een transfer bespreekbaar was, waardoor hij op 27 augustus 2009 besloot om een aanbod van Bayern München te accepteren.

Robben draaide in 2009 nog wel de ‘beste voorbereiding’ uit zijn carrière, maar dat veranderde niets aan zijn geringe perspectief bij Real Madrid. Van der Vaart liet desalniettemin weten dat hij ‘supergoed’ presteerde in de Spaanse hoofdstad. “Hij is in zijn eerste seizoen kampioen geworden, was bepalend voor het elftad”, vertelde de middenvelder aan de NOS. “Ik denk dat hij daar ook veel heeft geleerd. Mensen hebben het weleens over druk, maar spelen voor Real is echt ultieme druk. Als je met 2-0 wint, moet het 4-0 zijn, heel extreem. Dat maakt je hard.”

Gigantisch rendement in München

Een groot aantal clubs toonde in de zomer van 2009 interesse voor Robben, die uiteindelijk voor 25 miljoen euro overstapte naar het Bayern München van trainer Louis van Gaal. Gedreven door revanche beleefde de rechtsbuiten een droomdebuut in Zuid-Duitsland. Op 29 augustus 2009 scoorde hij als invaller meteen twee keer in de Bundesliga-wedstrijd tegen VfL Wolfsburg (3-0 overwinning). Robben profiteerde in beide gevallen van het voorbereidende werk van Franck Ribéry, met wie hij een ultieme klik ontwikkelde. Het duo werd zelfs betiteld als Robbery.

Met 23 doelpunten en acht assists beleefde Robben een geweldig eerste seizoen bij Bayern München. De aanvaller maakte onder meer de 3-2 op Old Trafford tegen Manchester United middels een fraaie volley, waardoor de Duitse topclub door wist te stoten in de Champions League. Ook met het Franse Olympique Lyon werd vervolgens afgerekend. Robben speelde op 22 mei 2010 zijn eerste Champions League-finale in het welbekende Estadio Santiago Bernabéu, maar zijn voormalig trainer José Mourinho en landgenoot Wesley Sneijder trokken aan het langste eind: 0-2.

Robben won in zijn eerste seizoen met Bayern München wel de Duitse dubbel (landstitel en DFB-Pokal). In de bekerfinale tegen Werder Bremen leidde hij de 4-0 zege in door een strafschop te verzilveren in de 35ste minuut. De aanvaller kon inmiddels rekenen op ondersteuning van Mark van Bommel, die in de winter was overgenomen van AC Milan. Robben, die in de competitiewedstrijd tegen Hannover 96 (7-0 zege) zijn eerste hattrick ooit maakte als profvoetballer, werd door Kicker uitgeroepen tot beste speler van de Bundesliga.

Schlemiel in Champions League-finale

Robben keerde na het WK van 2010 terug met een grote scheur in zijn hamstring. Pas in januari 2011 maakte de aanvaller zijn comeback tegen VfL Wolfsburg (1-1). Met dertien doelpunten en dertien assists in achttien wedstrijden zorgde Robben voor ongekende statistieken in het seizoen 2010-2011, maar hij slaagde er niet in om Bayern München aan titelprolongatie te helpen. Der Rekordmeister werd afgetroefd door Borussia Dortmund, dat ook de titel van 2012 behaalde.

Het seizoen 2011-2012 verliep sowieso tegenvallend voor Robben. Met negentien doelpunten en tien assists was de Nederlander weliswaar van grote waarde voor Bayern München, maar hij werd veelvuldig als egoïst neergezet door Duitse media en raakte zelfs in conflict met Ribéry. In de Champions League-finale tegen Chelsea beleefde hij het grootste dieptepunt uit zijn carrière. De rechtsbuiten kreeg in de vierde minuut van de verlenging dé kans om Bayern op voorsprong te zetten, maar faalde vanaf de strafschopstip. Robben moest vervolgens toezien hoe de strafschoppenserie eveneens in het voordeel van zijn oude club uitpakte.

Tóch Champions League-held

In aanloop naar het EK van 2012 speelden Bayern München en het Nederlands elftal een oefenwedstrijd in de Allianz Arena. Het Duitse publiek trakteerde hem aanvankelijk op een bemoedigend applaus, maar gaandeweg de wedstrijd werd de aanvaller uitgefloten. “Enkele supporters waren teleurgesteld dat hij drie dagen na de verloren Champions League-finale niet het shirt van Bayern aanhad, maar voor het Nederlands elftal speelde”, verklaarde de teleurgestelde voorzitter Karl-Heinz Rummenigge op de clubwebsite. “Maar dat geeft nog steeds niemand het recht onze spelers uit te fluiten.”

Robben wilde er aanvankelijk niets over kwijt, maar moest in 2019 toegeven dat hij het ‘vreemd’ vond. De aanvaller bleef Bayern München desondanks trouw. Hij nam in alle opzichte revanche op de criticasters. Niet alleen veroverde de Duitse topclub de Bundesliga-titel en DFB-Pokal van 2013, maar ook de Champions League werd een prooi voor Der Rekordmeister. Niemand minder dan Robben maakte in de 89ste minuut het winnende doelpunt tegen aartsrivaal Borussia Dortmund.

In oktober 2016 werd Robben de meest scorende buitenlander ooit in de Duitse Bundesliga. Met zijn treffer tegen Eintracht Frankfurt verbeterde hij het record van landgenoot Roy Makaay, die eveneens uitgroeide tot een icoon van Bayern München. Tot zijn afscheid in de zomer van 2019 maakte de aanvaller in totaal 144 doelpunten in 309 officiële wedstrijden, waarvan 99 doelpunten in 201 Bundesliga-wedstrijden.

Robben veroverde in acht van de tien seizoenen de landstitel met Bayern München. In totaal won hij twaalf landstitels in zijn carrière en daarmee verbeterde hij het record van Johan Cruijff als meest succesvolle Nederlander. Robben won daarnaast vijf DFB-Pokals, vijf DFL-Supercups, de Champions League, de Europese Supercup en de wereldbeker voor clubteams in zijn tienjarige verblijf bij Bayern München. In 2023 werd de Nederlander nog geëerd middels een fraaie sfeeractie in de Allianz Arena.

Terugkeer bij FC Groningen

Na een jaar afwezigheid keerde Robben terug op de voetbalvelden. Na de uitbraak van de coronacrisis wilde de aanvaller zijn jeugdliefde FC Groningen graag ondersteunen. Aanvankelijk dacht hij in een andere rol tegemoet te kunnen springen, maar op verzoek van de clubleiding besloot hij diens voetbalkicksen weer aan te trekken. Op 22 augustus 2020 maakte Robben als aanvoerder zijn onofficieuze rentree in de oefenwedstrijd tegen eerstedivisionist Almere City FC (1-1).

Robben maakte op 13 september 2020 zijn officiële rentree voor FC Groningen. De aanvoerder begon in de basis tegen zijn oude werkgever PSV (1-3 nederlaag), maar al na dertien minuten moest hij zich laten vervangen met liesklachten. Zijn lichaam had sowieso veel moeite om weer aan te haken op profniveau. Zijn teller bleef daardoor steken op zeven officiële wedstrijden, waarvan zes in de Eredivisie en één in de play-offs om Europees voetbal. Robben liet tegen FC Emmen (0-4 zege) weer een glimp van zijn klasse zien door twee assists af te leveren.

Na het seizoen 2020-2021 twijfelde Robben over zijn toekomst. In de zomer van 2021 keerde hij nog wel even terug op het voetbalveld, maar vanwege zijn fysieke beperkingen besloot de aanvaller er geen seizoen aan vast te plakken. Later dat jaar nam hij tijdens een thuiswedstrijd definitief afscheid van het betaald voetbal.

Periode	Club
2000-2002	FC Groningen
2002-2004	PSV
2004-2007	Chelsea
2007-2009	Real Madrid
2009-2019	Bayern München
2020-2021	FC Groningen

---

Interlandcarrière

Bondscoach Dick Advocaat liet Robben op 30 april 2003 debuteren in het Nederlands elftal, dat Portugal in een oefeninterland op 1-1 hield. Na 77 minuten mocht de toenmalig PSV-aanvaller invallen voor Marc Overmars. Zijn eerste interlanddoelpunt maakte de Groninger op 11 oktober 2003 in de met 5-0 gewonnen EK-kwalificatiewedstrijd tegen Moldavië. Oranje plaatste zich een maand later voor de play-offs, waarin ten koste van Schotland een ticket voor EURO 2004 werd behaald.

Robben kreeg in het tweeluik met Schotland geen speeltijd, maar kreeg in de oefencampagne richting het EK regelmatig speeltijd van Advocaat. De vleugelaanvaller mocht na de eerste groepswedstrijd tegen Duitsland (1-1) zelfs in de basis starten. Hij draaide de defensie van Tsjechië helemaal dol, maar tot afgrijzen van heel Nederland haalde de bondscoach de smaakmaker voortijdig naar de kant ten faveure van middenvelder Paul Bosvelt. Tsjechië wist vervolgens een achterstand om te buigen in een 2-3 overwinning.

In de eerste training na Tsjechië werd Advocaat uitgefloten door de aanwezige Oranje-fans. Willem van Hanegem deed er als assistent-bondscoach een schepje bovenop. “Dan sla ik hem neer”, antwoordde hij op de vraag wat er zou gebeuren als Advocaat een soortgelijke wissel zou voorstellen. Het zorgde voor een moeizame verstandhouding tussen het tweetal, maar dat weerhield Oranje er niet van om de halve finale van het EK te bereiken (exit tegen Portugal). Robben schoot in de kwartfinale tegen Zweden de beslissende strafschop tegen de touwen.

WK-debuut

Robben debuteerde in 2006 op het grootste voetbalpodium ter wereld: het WK. De aanvaller besliste meteen de groepswedstrijd tegen Servië & Montenegro (1-0). Met zeven punten plaatste Nederland zich voor de achtste finale, waarin Portugal andermaal te sterk bleek in een keihard voetbalgevecht. Scheidsrechter Valentin Ivanov slingerde in Neurenberg maar liefst zestien spelers op de bon, waaronder vier rode kaarten. Robben speelde de volle negentig minuten, maar was een van de weinige spelers die ontsnapte aan een prent.

In 2008 behoorde Robben ook tot de selectie voor het EK. De smaakmaker moest vanwege een liesblessure de eerste groepswedstrijd tegen Italië missen (3-0), maar bleek vervolgens wel in staat om de defensie van Frankrijk een verschrikkelijke avond te bezorgen. Mede dankzij een treffer en een assist van de rechtsbuiten trok Nederland met 4-1 aan het langste eind. Roemenië werd eveneens aan de zegekar gebonden (2-0), maar de achtste finale bleek het eindstation door het Rusland van Guus Hiddink. Robben bleef vanwege een terugslag op de bank.

De teen van Casillas

Het Nederlands elftal plaatste zich probleemloos voor het WK van 2010 in Zuid-Afrika. Robben begon met veel vertrouwen aan de voorbereiding op zijn tweede wereldkampioenschap, maar een stijlvolle actie in de oefeninterland tegen Hongarije (6-1 zege) bleek fataal voor zijn hamstring. Er werd een scheurtje ontdekt, maar met behulp van fysiotherapeut Dick van Toorn kon Robben worden klaargestoomd. In de derde groepswedstrijd tegen Kameroen (2-1 zege) was hij meteen bepalend. Zijn schot eindigde op de paal, waarna Klaas-Jan Huntelaar het winnende doelpunt maakte door de rebound binnen te schieten.

Zowel in de achtste finale (Slowakije) als de halve finale (Uruguay) wist Robben te scoren. Nederland bereikte voor het eerst sinds 1978 de finale van het WK. De aanvaller kreeg tegen Spanje dé kans om de oranjehemden op voorsprong te schieten, maar de teen van doelman Iker Casillas wist de openingstreffer te voorkomen. De Spanjaard Andrés Iniesta werd in de slotfase van de verlenging matchwinner: 0-1. “Die bal moet er gewoon in”, beaamde Robben na afloop. “Ik heb daar geen excuses voor.”

Geen nieuwe WK-finale

Na het dramatisch verlopen EK van 2012 (exit in de groepsfase) stonden Nederland en Spanje in 2014 andermaal tegenover elkaar op het WK. Robben nam sportieve revanche en leidde zijn team met twee doelpunten naar een 5-1 overwinning. Tegen Australië (3-2 zege) schoorde Robben andermaal, waar hij in de achtste finale tegen Mexico de allesbeslissende strafschop versierde. Het Mexicaanse volk was woedend op de hoofdrolspeler in kwestie, maar naar eigen zeggen was de beslissing van de scheidsrechter de juiste. Wel bood hij zijn excuses aan voor een schwalbe in de eerste helft. Echt verschrikkelijk stom”, zo vertelde Robben aan De Telegraaf.

Een verloren strafschoppenserie tegen Argentinië voorkwam een nieuwe finale voor Nederland. Zijn team behaalde vervolgens wel een bronzen medaille door gastheer Brazilië in de troostfinale met 3-0 verslaan. Robben werd begin 2015 verkozen tot de nieuwe aanvoerder van het Nederlands elftal, maar hij slaagde er niet in om het team naar het EK van 2016 en het WK van 2018 te loodsen. In zijn 96ste en laatste interland scoorde Robben nog tweemaal tegen concurrent Zweden, dat de marge beperkt hield tot 2-0 en daarmee een nieuwe WK-deelname dwarsboomde.

De emotionele Robben kondigde na de thuiswedstrijd tegen Zweden zijn afscheid als international aan. Hij scoorde in totaal 37 keer voor Nederland.

---

Trainerscarrière

Robben heeft met zijn jeugdliefde Bernadien Eillert drie kinderen op de wereld gezet: Luka (2008), Lynn (2010) en Kai (2012). Na zijn actieve carrière werd Robben jeugdtrainer van eerstgenoemde bij amateurclub Be Quick 1887. “We moesten wel even goed nadenken of we hem als trainer wilden”, grapte elftalleider Bert Schipper tegenover de NOS. “Wij hadden op een gegeven moment een nieuwe trainer nodig en Arjen was als vader ook weleens grensrechter. Gezien zijn jarenlange ervaring dachten we dat hij dit ook wel zou kunnen.”

Zoons Luka en Kai werden in 2023 allebei toegevoegd aan de jeugdopleiding van FC Groningen. In augustus 2023 keerde Robben zelf eveneens terug bij de Trots van het Noorden, waar hij stage loopt binnen de jeugdopleiding. Ook gaat hij een trainerscursus volgen bij de KNVB.

Laatste update: 14 december 2023