Ajax is een voetbalclub uit de stad Amsterdam en mag zich de meest succesvolle club van Nederland noemen. De Godenzonen, de bijnaam van de club, is in 1900 opgericht.
In 1894 werd door een vriendengroep een voetbalclub opgericht in Amsterdam: Union. Nog datzelfde jaar werd de naam aangepast in Footh-Ball Club Ajax (met spelfout), een verwijzing naar de gelijknamige Griekse held Ajax. In die jaren werden er nogal wat voetbalclubs opgericht in de hoofdstad en dat was voor de Amsterdamse voetbalbond aanleiding om strikte regels in te voeren. Footh-Ball Club Ajax kon hier niet aan voldoen en dat betekende praktisch het einde van de club.
Vier jaar later werd een nieuwe poging ondernomen. In café Oost-Indië, aan het begin van de Kalverstraat, werd op 18 maart 1900 Ajax opgericht. In die tijd was er in Leiden een gelijknamige club actief (Ajax Sportman Combinatie), waardoor er in later stadium de toevoeging ‘Amsterdamsche’ voor werd gezet. De club kreeg permissie om in Amsterdam-Noord de thuiswedstrijden af te werken. In 1902 werd Ajax door de NVB toegelaten tot de Derde Klasse, waarna het direct promoveerde naar de Tweede Klasse.
In het seizoen 1907-1908 won Ajax voor het eerst in de geschiedenis een prijs: het team won een toernooi met de beste acht clubs van Amsterdam en ontving daarvoor het Gouden Kruis. In die jaren worstelde de club om de stap naar het hoogste niveau te maken, maar dat veranderde na 1908. Ajax fuseerde met Holland, waarbij de naam, locatie en het shirt intact bleven. Wel kreeg de Amsterdamse club de beschikking over een aantal spelers van Holland en dat met dat nieuwe elan werd in 1911 promotie naar het hoogste niveau van Nederland afgedwongen.
Eerste landstitels
Het grote succes werd niet meteen tot stand gebracht bij Ajax. In 1914 degradeerde de club zelfs naar de tweede klasse, een unicum in de clubgeschiedenis. Ajax slaagde er niet meteen in om te promoveren, maar na een aantal tevergeefse pogingen keerde de club alsnog terug naar het hoogste niveau. De tweede poging bleek wél succesvol. De Amsterdammers boekten in drie opeenvolgende jaren grote successen: na het winnen van de NVB Beker in 1917 volgden in 1918 en 1919 de eerste twee landstitels. Ajax bleef in 1919 zelfs ongeslagen.
Na de eerste landstitels keerde het sportieve verval terug bij Ajax, dat zelfs aan de bak moest om lijfsbehoud veilig te stellen. Wel behaalde de club in de jaren twintig van de vorige eeuw een aantal afdelingskampioenschappen, maar de betere tijden volgden in de jaren dertig. In een periode van tien jaar behaalde Ajax maar liefst acht afdelingstitels en vijf landstitels. In die periode maakte de club ook de overstap naar een nieuw stadion: De Meer, dat in 1934 werd geopend middels een 5-1 zege op Stade Français.
Het succes van Ajax werd in de jaren veertig een halt toegeroepen, mede vanwege de Tweede Wereldoorlog. In 1944 werd de oorlog zó hevig dat de competities zelfs werden stilgelegd. Enkele weken na het einde van de oorlog begon de bal weer te rollen. Trainer Jack Reynolds keerde terug na jarenlang krijgsgevangene te zijn geweest en hij leidde Ajax naar nieuw succes: de landstitel van 1947. Het betrof de achtste en laatste landstitel voor de invoering van het betaald voetbal.
Grootheden bezorgen Ajax grote successen
In 1954 werd het betaald voetbal ingevoerd in Nederland, waarna in 1956 de Eredivisie in het leven werd geroepen. In dat jaar maakte bij Ajax een toekomstige grootheid zijn debuut: Sjaak Swart, die uiteindelijk zeventien jaar voor de Amsterdamse club actief zou zijn. Met de rechtsbuiten in de gelederen won Ajax in 1957 de eerste landstitel sinds de invoering van het betaald voetbal. In de jaren daarvoor en daarna waren de resultaten uiterst grillig te noemen. Successen, zoals de landstitel van 1960, werden afgewisseld met hele moeizame seizoenen.
In het seizoen 1964-1965 beleefde Ajax een dramatisch jaar door als dertiende te eindigen in een Eredivisie met zestien clubs. In die jaren dienden zich wel een aantal grote namen aan: Wim Suurbier, Piet Keizer en natuurlijk Johan Cruijff. Begin januari werd er ook een oude bekende als trainer geïnstalleerd: Rinus Michels. Vanaf het seizoen 1965-1966 ontwikkelde zich daarmee een van de meest glorieuze periodes uit de geschiedenis van Ajax.
Met trainer Michels en sterspeler Cruijff werd een zeer aanvallende speelstijl tot stand gebracht: Totaalvoetbal. Tot op de dag van vandaag staat Ajax bekend om die manier van spelen, ook al omdat het Nederlands elftal met die manier van spelen twee WK-finales bereikte in de jaren zeventig. Ajax werd onder leiding van Michels vier keer landskampioen (1966, 1967, 1968 en 1970), drie keer bekerwinnaar (1967, 1970 en 1971), één keer Intertoto Cup-winnaar (1968) en één keer Europacup I-winnaar (1971).
Johan Cruijff
Beste van Europa én de wereld
Ook internationaal was Ajax dus succesvol. In 1969 stuntte Ajax al door het grote Benfica uit te schakelen in de Europa Cup I, maar in de finale bleek het Italiaanse AC Milan een maatje te groot. Ultiem Europees succes kon echter niet uitblijven. In 1971 wist Ajax voor het eerst in de geschiedenis de Europacup I, de voorloper van de Champions League, te winnen door het Griekse Panathinaikos te verslaan. Een jaar na de triomf van Feyenoord maakten Dick van Dijk en Arie Haan het verschil: 2-0.
Ajax was weliswaar niet de eerste Nederlandse club die de Europacup I wist te winnen, maar pakte in tegenstelling tot de aartsrivaal uit Rotterdam wel meteen door. Onder leiding van Stefan Kovács won Ajax ook in 1972 (2-0 tegen Internazionale, tweemaal Cruijff) en 1973 (1-0 tegen Juventus, Johnny Rep) de Europacup I. Ook werd de wereldbeker in 1972 gewonnen ten koste van Independiente uit Argentinië, maar de club besloot de titel in 1973 niet te verdedigen vanwege het overvolle speelschema.
Ajax domineerde in die jaren het Nederlandse en internationale voetbal, maar in 1973 ontstond er ophef door Piet Keizer unaniem tot aanvoerder te benoemen in plaats van Cruijff. Zijn schoonvader Cor Coster dreigde prompt met een vertrek van de steraanvaller, maar uiteindelijk bleef Cruijff aanvoerder omdat de verschillen in de (opnieuw verloren) tweede stemronde veel kleiner waren. Het bleek uitstel van executie. In 1973 werd George Knobel aangesteld als hoofdtrainer en hij luisterde wel naar de meerderheid door Keizer de band toe te kennen. Cruijff reageerde furieus en liet zich voor zes miljoen gulden (een clubrecord in die tijd) verkopen aan FC Barcelona.
Donkere jaren na Cruijff-tijdperk
Het vertrek van Cruijff, het stoppen van ‘Mister Ajax’ Sjaak Swart en het afscheid van meer bepalende spelers had een negatieve impact op de prestaties van Ajax. In 1974 vloog de Amsterdamse club al in de tweede ronde uit de Europacup I door toedoen van CSKA Sofia, maar ook nationaal moest het team afstand doen van de troon door drie opeenvolgende jaren genoegen te nemen met plek drie in de Eredivisie. Pas in 1977 wist Ajax een nieuwe landstitel toe te voegen aan de erelijst, al gebeurde dat op een minder prominente manier in vergelijking met de Cruijff-jaren.
Ajax herstelde de suprematie door in 1979, 1980, 1982, 1983 en 1985 opnieuw kampioen van Nederland te worden. De Amsterdamse club bleef ook een aantal grote namen voortbrengen, waaronder Frank Rijkaard, Marco van Basten en Dennis Bergkamp. Zelfs Cruijff keerde weer terug op het oude nest. De legendarische nummer veertien speelde nog een aantal seizoenen voor Ajax, hoewel hij uit frustratie afsloot bij Feyenoord, om later te worden benoemd als technisch adviseur van de clubleiding.
Cruijff werd in feite zelfs hoofdtrainer van Ajax, maar vanwege het ontbreken van de benodigde papieren werd hij aanvankelijk als technisch directeur geïnstalleerd. Cruijff, die later dispensatie kreeg en uiteindelijk een trainerslicentie verstrekt kreeg, werkte als trainer verder aan het zogeheten Totaalvoetbal. Het werd geen groot succes. Ajax won onder zijn leiding weliswaar tweemaal de KNVB Beker en de Europacup II in 1987, maar als Ajax-trainer won Cruijff geen enkele landstitel. Na een conflict over het te voeren technische beleid diende de geboren Amsterdammer in januari 1988 plots zijn ontslag in, waarna opnieuw een aantal moeizame jaren volgden.
Nieuwe glorietijd onder Van Gaal
Ajax verraste in 1991 door Louis van Gaal aan te stellen als nieuwe hoofdtrainer. Hij had op dat moment alleen ervaring als assistent-trainer, maar in de praktijk pakte dit goed uit. Van Gaal leidde Ajax in 1992 naar de UEFA Cup-winst en bouwde daarna gestaag aan een nieuw droomteam. Spelers als Edwin van der Sar, Ronald en Frank de Boer, Jari Litmanen, Marc Overmars, Edgar Davids, Clarence Seedorf en Patrick Kluivert maakten in die jaren hun debuut in Ajax 1.
Van Gaal wist in 1994, 1995 én 1996 de landstitel te veroveren als trainer van Ajax. Vooral het jaar 1995 ging de boeken in als bijzonder succesvol. Niet alleen werd de landstitel geprolongeerd, maar Ajax wist ook de Champions League te winnen door in de finale met 1-0 te winnen van AC Milan (doelpunt Kluivert). Enkele maanden later werd de wereldbeker toegevoegd door Grêmio te kloppen na strafschoppen. Ook in 1996 stond Ajax in de finale van de Champions League, maar ditmaal bleek Juventus overtuigender vanaf elf meter. Later werd de Juventus-selectie beschuldigd van dopinggebruik, al is dat nooit officieel opgehelderd.
De Johan Cruijff ArenA
Overstap naar de Amsterdam ArenA
Ajax nam in 1996 officieel afscheid van De Meer, waar de club maar ruim twintigduizend supporters kon herbergen. De club liet een gloednieuw stadion bouwen: de Amsterdam ArenA met een capaciteit van bijna vijftigduizend plaatsen. Ajax dacht met een nieuw stadion de succesvolle jaren te kunnen doortrekken, maar de eerste jaren in de ArenA waren helemaal niet zo succesvol. Veel supporters voelden zich er niet meteen thuis, er waren aanhoudende problemen met het veld en sportief ging het ook niet van een leien dakje door het vertrek van Van Gaal en bepalende spelers.
Ajax werd in 1998 wel opnieuw landskampioen met een overweldigende voorsprong op PSV, maar in de jaren daaromheen eindigde de club slechts in de subtop. Daardoor viel ook het honderdjarige bestaan in 2000 compleet in het water. Pas in de jaren daarna kreeg Ajax weer kleur op de wangen. Co Adriaanse (trainer) en Leo Beenhakker (technisch directeur) bouwden een nieuwe selectie, met een aantal grote talenten uit de eigen opleiding als smaakmakers: Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart. Met Zlatan Ibrahimovic werd ook een groot talent uit Zweden opgepikt.
Adriaanse hield het niet lang vol als trainer van Ajax, maar diens opvolger Ronald Koeman won in 2002 de dubbel (landstitel en KNVB Beker). In het daaropvolgende seizoen wist de Amsterdamse club geen nieuwe prijzen te winnen, al werd wel de kwartfinale van de Champions League bereikt. In de slotfase werd Ajax uit het miljoenenbal geknikkerd door toedoen van de Italiaanse topclub AC Milan, dat daarmee revanche wist te nemen voor de verloren finale van 1995.
Koeman won in 2004 een tweede landstitel als trainer van Ajax, maar in februari 2005 besloot hij op te stappen na de uitschakeling in de UEFA Cup door toedoen van AJ Auxerre. Zijn vertrek zorgde niet voor het gewenste effect. In de daaropvolgende jaren stelde Ajax achtereenvolgens Danny Blind, Henk ten Cate, Adrie Koster, Marco van Basten, John van ‘t Schip en Martin Jol aan als trainer, maar niemand uit die rijtje leidde Ajax naar een nieuwe landstitel. In 2007 lukte het Ten Cate bijna, maar zijn team kwam op de slotdag één doelpunt tekort om PSV van de titel af te houden.
Een nieuw tijdperk
Ajax leek ook in het seizoen 2010-2011 op weg naar een zeperd. De clubleiding besloot in te grijpen door Jol te ontslaan en Frank de Boer aan te stellen als nieuwe hoofdtrainer. In die jaren werd ook de directie gerenoveerd, waarbij Edwin van der Sar uiteindelijk algemeen directeur werd en Marc Overmars technisch directeur. De Boer moest het in die jaren nog stellen met relatief beperkte middelen, maar hij slaagde erin om in zijn eerste vier seizoenen de landstitel te veroveren. In zijn vijfde en zesde seizoen ging die titel naar PSV, mede omdat Ajax in zijn laatste wedstrijd op 1-1 bleef steken bij De Graafschap.
Na de verloren titelstrijd van 2016 besloot De Boer te vertrekken om plaats te maken voor Peter Bosz. Hij bleef maar één seizoen actief in Amsterdam, mede vanwege een conflict over de invulling van bepaalde posities. Bosz greep net naast de landstitel door toedoen van Feyenoord, maar zette Ajax opnieuw op de kaart door een aantrekkelijk team op te bouwen dat de finale van de Europa League wist te bereiken. In de eindstrijd bleek het Manchester United van José Mourinho een maatje te groot.
Ook het seizoen 2017-2018 werd een deceptie voor Ajax. De nieuwe trainer Marcel Keizer werd al in de voorbereiding op het nieuwe seizoen de dupe van een vreselijke gebeurtenis: Abdelhak ‘Appie’ Nouri werd in de oefenwedstrijd tegen Werder Bremen getroffen door een hartstilstand, waar hij ernstige en blijvende hersenschade aan overhield. Ajax probeerde zich daarna nog wel te herpakken, maar werd in de voorrondes van de Champions League én Europa League uitgeschakeld. Na de uitschakeling in de KNVB Beker (na strafschoppen tegen FC Twente) werd Keizer ontslagen.
Erik ten Hag
Begin 2018 werd Erik ten Hag voor de groep gezet in Amsterdam. Zijn komst zorgde voor enige scepsis en de eerste maanden verliepen ook niet naar wens, maar daarna vielen de puzzelstukjes in elkaar. Ajax creëerde een team met ervaren spelers (Daley Blind en Dusan Tadic) met zeer getalenteerde spelers, waaronder André Onana, Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Hakim Ziyech en Donny van de Beek. Ajax veroverde in 2019 de landstitel en werd pas in de slotseconden van de halve finales van de Champions League gestuit door toedoen van Tottenham Hotspur.
In 2020 stond Ajax aan kop in de Eredivisie op het moment dat het seizoen voortijdig werd afgebroken vanwege de coronacrisis, ondanks het feit dat De Jong (86 miljoen) en De Ligt (75 miljoen) voor enorme bedragen waren vertrokken. Ook in de daaropvolgende transferwindows werden bepalende spelers weggekocht, maar desondanks won Ajax de landstitel in 2021 (plus de KNVB Beker) en 2022. Ten Hag verdiende daarmee een overstap naar Manchester United, waar zijn voormalig assistent Alfred Schreuder terugkeerde als hoofdtrainer. Zijn dienstverband duurde maar een half jaar.
In de zomer van 2022 realiseerde Ajax een nieuw transferrecord. Steven Bergwijn werd voor 32,5 miljoen euro overgenomen van Tottenham Hotspur. De Oranje-international beleefde een uitstekende start in Amsterdam, maar net als het team zakte de vorm in aanloop naar het WK ver terug. Ajax eindigde in 2023 slechts als derde en verloor de bekerfinale opnieuw van PSV.
Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie