Home Benfica Benfica Lissabon Prijzenkast Benfica 38x landskampioen 26x Taça de Portugal 8x Taça da Liga 9x Supertaça Cândido de Oliveira 2x Europacup I Het laatste nieuws over Benfica Voormalig target Ajax en PSV vervolgd voor delen kinderporno Liga NOS ‘Andries Jonker zegt voetbal vaarwel’ Primeira Liga 22:01 58+ Benfica én Nederlandse topclubs azen op groot Helmond Sport-talent Scoop 12:00 335+ Benfica is een Portugese voetbalclub uit de hoofdstad Lissabon. Thuiswedstrijden van O Glorioso worden afgewerkt in het Estádio da Luz. Benfica werd in 1904 opgericht Het Estádio da Luz is de thuisbasis van de club De bijnaam van het team luidt ‘O Glorioso’ Benfica veroverde 38 keer de landstitel Het team won tweemaal de Europacup II Benfica in nationaal clubverband Benfica werd op 28 februari 1904 opgericht als Sport Lisboa. Na een voetbaltraining besloten de Catataus Group en leden van de Associação do Bem om een nieuwe club uit de grond te stampen. In de beginjaren werd de focus louter op Portugese invloeden gelegd. De oprichters besloten te kiezen voor een rood-wit tenue met een adelaar als embleem. Nog altijd is deze combinatie onmiskenbaar aanwezig. Bij thuiswedstrijden vliegt er zelfs daadwerkelijk een adelaar door het stadion. Sport Lisboa speelde pas op 1 januari 1905 de allereerste officiële wedstrijd uit de clubgeschiedenis. De beginjaren verliepen sowieso moeizaam, waardoor acht spelers in mei 1907 zelfs de overstap maakten naar stadgenoot Sporting Portugal. Een hard gelag voor de club, waardoor een blijvende rivaliteit was geboren. In september 1908 maakte de clubleiding een historische switch door samen te gaan met Grupo Sport Benfica. De fusieclub kreeg de naam Sport Lisboa e Benfica, maar behield de cultuur uit 1904. In de beginjaren was er nog geen sprake van een landelijke voetbalcompetitie in Portugal. Pas in 1934 besloot de Portugese voetbalbond een eigen competitie op te zetten. Benfica opende met een derde plaats achter FC Porto en Sporting Portugal. Het verschil met de eerste landskampioen bedroeg dat seizoen drie punten (twee punten per overwinning). De concurrentie van beide clubs bleek geen toeval, aangezien zij uitgroeien tot de grote concurrenten van As Águias. Een Benfica-fan toont de sjaal van zijn club (Pro Shots) Eerste gloriejaren In het seizoen 1935-1936 wist Benfica de eerste landstitel binnen te slepen door FC Porto op één punt achterstand te houden en Sporting op drie punten. Het team van Lippo Hertzka wist vervolgens ook de kampioenschappen van 1937 en 1938 binnen te slepen. Nieuw succes volgde in de jaren veertig door drie nieuwe titels binnen te slepen (1942, 1943 en 1945). Onder leiding van de nieuwe trainer János Biri won men ook viermaal de Taça de Portugal, met de dubbel van 1943 als hoogtepunt. Benfica opende in de jaren vijftig een gloednieuw stadion onder de naam Estádio da Luz. Aanvankelijk had dit stadion een capaciteit van zo’n veertigduizend plaatsen, maar al in 1960 vond een grote uitbreiding plaats naar zeventigduizend plaatsen. De toenemende publieke belangstelling kon niet los worden gezien van de sportieve rivalen. Ook in dit decennium bleek Benfica zeer succesvol met drie landstitels en zes Taça de Portugal-bokalen. Hierdoor mocht men ook voor het eerst deelnemen aan de Europacup I. Trainer Béla Guttmann leidde Benfica aan het begin van de jaren zestig naar Europees succes. De Hongaar vond de tijd dan ook rijp voor een hoger salaris, maar de clubleiding wimpelde hem af. Daarop vertrok de trainer met de belofte dat de club geen Europese finale meer zou winnen zonder hem aan het roer. Benfica had weliswaar sterspeler Eusébio in de gelederen, maar ondanks zijn klasse faalden de Portugezen daadwerkelijk in de volgende Europese finale’s. De vloek van Guttman is tot op de dag van vandaag een item in Lissabon. Het standbeeld van Eusébio in Lissabon (Pro Shots) Succes in eigen land duurt voort Eusébio speelde tussen 1960 en 1975 voor Benfica. De in Portugal geboren Parel van Mozambique leidde Benfica tot zijn vertrek naar grote successen. Niet alleen veroverde hij Europese bokalen onder leiding van Guttman, maar ook liep de teller op naar elf landstitels en vijf bekers. Als beloning voor zijn bloedvorm werd de aanvaller in 1965 verkozen tot Ballon d’Or-winnaar. Eusébio maakte maar liefst 473 doelpunten voor Benfica, dat buiten het Estádio da Luz een standbeeld liet plaatsen als eerbetoon. Ook zonder Eusébio wist Benfica de succesformule intact te houden. In 1976 en 1977 won de club opnieuw het kampioenschap van Portugal. Tijdens de periode oktober 1976 en september 1978 bleef men zelfs 56 opeenvolgende competitiewedstrijden ongeslagen. Benfica besloot aan het einde van de jaren zeventig te breken met een decennia oude traditie door alleen Portugezen toe te laten. Als laatste club in Portugal ging de deur nu ook open voor buitenlandse voetballers. Sportieve terugslag In de jaren tachtig kreeg Benfica te maken met financiële problemen. Dat leidde niet meteen tot grote sportieve problemen. In 1981 wist O Glorioso zelfs als eerste Portugese club alle nationale prijzen in één seizoen te winnen (landstitel en beide bekers). Tot 1996 bleef het team zelfs voortreffelijk presteren door verschillende landstitels en bekers aan de toch al indrukwekkende erelijst toe te voegen. Aan het einde van de jaren negentig kreeg Benfica echter voor het eerst te maken met een serieuze terugslag. Tussen 1997 en 2003 wist Benfica geen enkele trofee binnen te slepen, met de zesde plaats van 2001 als dieptepunt. In 2003 nam de club intrek in het nieuwe Estádio da Luz, dat vanwege het EK van 2004 een vrijwel complete renovatie doormaakte. Tijdens het eerste seizoen in dit nieuwe onderkomen wist men eindelijk af te rekenen met de prijzendroogte door de Taça de Portugal-finale tegen FC Porto te winnen. In de verlenging maakte Simão Sabrosa het winnende doelpunt (2-1). Simão maakte in 2005 het openingsdoelpunt in de bekerfinale, maar ditmaal trok Vitória Setúbal aan het langste eind (1-2). Benfica sloot het seizoen desondanks af met een brede glimlach door de eerste landstitel sinds 1994 binnen te slepen. Na dit kampioenschap ging het echter weer een aantal seizoenen bergafwaarts. Het team eindigde in de volgende vier seizoenen telkens derde of vierde in de Primeira Liga. Slechts in Taça de Liga (tweede bekertoernooi) en de Supertaça de Portugal (supercup) wist men nieuwe succesjes te behalen. Het Estádio da Luz (Benfica) Glans keert terug Voor het seizoen 2009-2010 werd Jorge Jesus aangesteld als nieuwe hoofdtrainer. Onder zijn leiding kreeg Benfica weer kleur op de wangen. Mede dankzij de doelpuntenproductie van Óscar Cardozo won zijn team de landstitels van 2010, 2014 en 2015. In de twee bekertoernooien boekte de club eveneens succes, waardoor men in 2014 zelfs de Portugese treble behaalde. Het kampioenschap van 2015 betekende daarentegen de eerste titelprolongatie sinds 1984. Benfica bereikte in de laatste twee jaar onder Jesus bovendien tweemaal de Europa League-finale. In 2015 vertrok de trainer, waardoor Rui Vitória de kans kreeg om door te bouwen op een stevig fundament. Hij leidde de club uit Lissabon in zijn debuutseizoen naar de derde opeenvolgende landstitel en de Taça de Portugal. In zijn tweede seizoen veroverde de club opnieuw het kampioenschap, mede dankzij de treffers van de latere PSV-spits Kostas Mitroglou. De reeks sneuvelde in 2018 door toedoen van FC Porto. In januari 2019 besloot Benfica afscheid te nemen van Vitória. Onder zijn opvolger Bruno Lage wist de Portugese grootmacht het seizoen alsnog af te sluiten als landskampioen. Ook de Supertaça de Portugal werd aan de erelijst toegevoegd door Sporting Portugal te verslaan, maar die lijn werd niet doorgetrokken. Zelfs de terugkeer van succestrainer Jesus zorgde in het seizoen 2020-2021 niet voor het gewenste succes. Roger Schmidt als Benfica-trainer (Pro Shots) Kampioenschap onder Schmidt In de zomer van 2022 vertrok Darwin Núñez voor een waanzinnig bedrag naar Liverpool. De nieuwe trainer Roger Schmidt, afkomstig van PSV, beschikte in Gonçalo Ramos desondanks over een productieve aanvalsleider. Benfica veroverde in 2023 de 38ste landstitel uit de clubgeschiedenis. In datzelfde jaar won men tevens de Supertaça, maar groter succes bleef in het seizoen 2023-2024 uit. Sporting Portugal wist het kampioenschap weg te kapen dankzij een voorsprong van tien punten. Het seizoen 2024-2025 bracht evenmin het gewenste succes. Benfica veroverde nog wel de Taça da Liga, maar ging zowel in de titelstrijd als de Taça de Portugal-finale ten onder dankzij Sporting Portugal. Rivaliteit FC Porto is de aartsrivaal van Benfica. Niet alleen zijn deze clubs afkomstig uit de twee grootste steden van Portugal, maar vormen ook de succesvolste teams van het land. Onderlinge wedstrijden worden dan ook bestempeld als O Clássico (‘De Klassieker’). Er is daarnaast sprake van rivaliteit met stadgenoot Sporting Portugal. Deze wedstrijden heeft meerdere bijnamen, waaronder Dérbi de Lisboa (‘Derby van Lissabon’) en Dérbi eterno (‘Eeuwige derby’). Benfica in Europees clubverband Benfica debuteerde in het seizoen 1957-1958 op het Europese strijdtoneel. In de Europacup I sneuvelden de Portugezen al in de kwalificatiefase door toedoen van Sevilla, maar in de volgende jaren maakte men een betere indruk. Zowel in 1961 als 1962 won de formatie van sterspeler Eusébio de voorloper van de Champions League. Respectievelijk FC Barcelona (3-2) en Real Madrid (5-3) werden opzij gezet in de finale. Niet eerder verloor laatstgenoemde club een Europese finale. Na het Europese succes stuurde Béla Guttmann aan op een salarisverhoging bij Benfica. Het bestuur weigerde aan zijn voorwaarden te voldoen, waardoor de Hongaarse trainer uit onvrede vertrok. Hij sprak daarbij de historische woorden ‘zonder mij zal Benfica nooit meer een Europese finale winnen’. In 1963 kreeg de club een eerste kans om zijn ongelijk te bewijzen, maar de derde opeenvolgende Europacup I-finale ging verloren. AC Milan trok in Londen aan het langste eind (1-2). Vloek Guttman duurt voort Tussen 1965 en 1990 speelde Benfica nog vier Europese finales. Zowel in 1965, 1968, 1988 als 1990 plaatste de club zich opnieuw voor de Europacup I-finale, maar achtereenvolgens Internazionale (0-1), Manchester United (1-4 na verlenging), PSV (na strafschoppen) en AC Milan (0-1) zegevierden. In 1983 gingen de Portugezen eveneens ten onder in de UEFA Cup-finale tegen Anderlecht (1-1 thuis, 1-0 uit). Er werd om die reden gesproken over de ‘vloek van Guttmann’. Na 1990 moest Benfica lang wachten op een nieuwe kans. Pas in 2013 lukte het opnieuw om een Europese finaleplaats af te dwingen, maar in Amsterdam verloor men de Europa League-finale van Chelsea (1-2). Een jaar later ging het in Turijn opnieuw fout in de Europa League-finale tegen Sevilla (na strafschoppen). Sinds het vertrek van Guttman wacht Benfica zodoende nog altijd op een nieuwe triomf buiten Portugal. Na 2014 wist men zelfs de kwartfinale niet meer te overleven in welk toernooi dan ook. Balans tegen Nederlandse clubs Benfica speelde tot en met het seizoen 2024-2025 maar liefst dertig officiële wedstrijden tegen Nederlandse clubs. De Portugezen hebben een betere balans: twaalf overwinningen, elf gelijke spelen en zeven nederlagen. Ajax en PSV fungeerden elk negen keer als tegenstander voor O Glorioso. De overige wedstrijden vonden plaats tegen Feyenoord (viermaal), AZ, FC Twente, Roda JC (elk tweemaal) en sc Heerenveen. Nederlandse invloed Verschillende Nederlanders hebben het shirt van Benfica gedragen. Een overzicht: NaamPeriodeGlenn Helder1996Pierre van Hooijdonk2000-2001Ola John2012-2018Bilal Ould-Chikh2015-2017Gaston Taument1997-1998 Ronald Koeman stond in de periode 2005-2006 als hoofdtrainer aan het roer bij Benfica. Het stadion van Benfica Het Estádio da Luz is sinds 2003 de vaste thuisbasis van Benfica. De naam staat voor ‘Stadion van het licht’ en verwijst tevens naar de belangrijkste straat in de buurt (Estrada da Luz). Tussen 1954 en 2003 werd er al gevoetbald op deze locatie, maar omwille van EURO 2004 besloot men een compleet nieuw stadion te laten verrijzen. De capaciteit kwam daarmee uit op 66.147 plaatsen. Zowel in 2014 als 2020 fungeerde het Estádio da Luz als decor voor de Champions League-finale. Eigenlijk was de finale van 2020 toegewezen aan Istanbul, maar vanwege de coronapandemie stapten de verantwoordelijke partijen af van dat plan. Alle resterende wedstrijden werden daardoor gespeeld in Lissabon. Veelgestelde vragen over Benfica Wanneer is Benfica opgericht? Op 28 februari 1904 Wat is het adres van het Estádio da Luz? Estádio da LuzAvenue General Norton de Matos 1500, 1501-805 LissabonPortugal Wat is de capaciteit van het Yanmar Stadion? 66.147 plaatsen Wat is de website van Benfica? Klik hier om de club online te bezoeken Waar kan ik Benfica vinden op sociale media? De club is onder meer actief op Facebook, Instagram en X Laatste update: 3 juni 2025 Lees Meer Het laatste nieuws over Benfica Liga NOS 13:05 50+ Van Gaal: ‘Ajacied kan Benfica weer geweldig maken’ Primeira Liga 11:40 147+ ‘Groot nieuws voor Andries Jonker na KNVB-ontslag’ SN TV Gids 07:50 33+ Op welke zender kijk je Francesco Farioli tegen José Mourinho live? Primeira Liga 07:40 37+ ‘José Mourinho wil stunten met komst van topspits’ Primeira Liga 17:47 54+ Trap na van Mourinho bij terugkeer in Portugal: “Fout gemaakt” Champions League 10:16 192+ ‘José Mourinho naar Ajax’ Liga NOS 10:52 123+ ‘Bod van meer dan 50 miljoen euro op Vangelis Pavlidis’ Champions League 22:00 157+ ‘Ziyech terug in Johan Cruijff ArenA’ Eredivisie 14:52 261+ Krankzinnig: ‘Hadj Moussa alsnog weg bij Feyenoord’ Eredivisie 11:27 1394+ Vlak voor Fenerbahçe: ‘Krankzinnige Feyenoord-transfer’ Meer nieuws over Benfica Armindo Bruma Age: 31 Fredrik Aursnes Age: 29 Nicolás Otamendi Age: 37 Vangelis Pavlidis Age: 26 Benfica Land Portugal Trainer Jose Mourinho Toernooi Liga Portugal Wedstrijden Gespeeld 11 Games won 7 Doelpunten 23 – 6 Clean Sheets 6 Vorm Doelmannen WG Leeftijd 1 Anatoliy Trubin 9 24 5 5 – – – – 24 Samuel Soares 2 23 1 1 – – 1 – – Andre Gomes 10 21 2 17 – – 2 – Verdedigers WG Leeftijd 3 Rafael Obrador 1 21 – – – 1 – – 4 Antonio Silva 8 22 – – 1 – 2 – 6 Alexander Bah – 27 – – – – – – 8 Fredrik Aursnes 11 29 1 – – 1 – – 17 Amar Dedic 8 23 1 1 – 2 3 1 26 Samuel Dahl 11 22 1 – 1 3 1 – 30 Nicolás Otamendi 10 37 1 – – – 5 – 44 Tomas Araujo 9 23 1 – 3 1 – – 64 Goncalo Oliveira – 19 – – – – – – 71 Leandro Santos – 20 – – – – – – Middenvelders WG Leeftijd 5 Enzo Barrenechea 10 24 – – – 4 5 – 10 Georgiy Sudakov 8 23 3 – 1 7 2 – 16 Manu Silva – 24 – – – – – – 18 Leandro Barreiro 11 25 – 2 10 1 – – 20 Richard Rios 11 25 – – – 7 5 – 21 Andreas Schjelderup 9 21 1 1 4 5 – – 68 Joao Veloso 2 20 – – 2 – – – 84 Joao Rego 6 20 1 – 6 – – – – Florentino 3 26 – – 3 – – – – Orkun Kokcu – 24 – – – – – – – David Jurasek – 25 – – – – – – – Ivan Lima 1 20 – – 1 – – – Aanvallers WG Leeftijd 9 Franjo Ivanovic 9 22 3 – 3 6 1 – 11 Dodi Lukebakio 6 28 – 3 1 5 1 – 14 Vangelis Pavlidis 11 26 9 3 1 5 1 – 25 Gianluca Prestianni 8 19 1 1 6 2 2 – 27 Bruma – 31 – – – – – – 39 Henrique Araujo 5 23 – – 5 – – – – Tiago Gouveia 1 24 – – 1 – – – Coach Jose Mourinho Team wedstrijdenBenficaZa., 1 nov. Vitoria de Guimaraes(0.59 xG)0 Benfica(3.3 xG)3 Wo., 5 nov. Benfica(1.67 xG)0 Bayer Leverkusen(0.7 xG)1 Zo., 9 nov. Benfica(1.7 xG)2 Casa Pia AC(1.06 xG)2 Vr., 21 nov. Atletico Benfica20:30Di., 25 nov. Ajax Benfica17:45Za., 29 nov. Nacional Benfica18:00Vr., 5 dec. Benfica Sporting CP20:15Wo., 10 dec. Benfica Napoli20:00