Sevilla

Sevilla

Prijzenkast

1x Primera División

5x Copa del Rey

1x Supercopa de España

4x Segunda División

7x UEFA Cup/Europa League

uefa-super-cup

1x Europese Supercup

Het laatste nieuws over Sevilla

Sevilla is een Spaanse voetbalclub uit Sevilla. Thuiswedstrijden van Los Nervionenses worden afgewerkt in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán.

  • Sevilla werd in 1890 opgericht
  • Het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán is de thuisbasis van de club
  • De bijnaam van het team luidt ‘Los Nervionenses’
  • In 1946 werd Sevilla kampioen van Spanje
  • Het team won al zeven keer de UEFA Cup/Europa League

De Europa League-specialist

Aan het einde van de negentiende eeuw introduceerden Britse emigranten de voetbalsport in Sevilla. Dit leidde op 25 januari 1890 tot de oprichting van Sevilla Foot-ball Club. De Engelse toevoeging maakte later plaats voor ‘Fútbol Club’, waardoor de voetbalclub een Spaans karakter kreeg. Ter ere van de oprichting stuurde men een uitnodiging naar Huelva Recreation Club (tegenwoordig Recreativo de Huelva). Op 8 maart 1890 won Sevilla met 2-0. De eerste officiële wedstrijd op Spaanse bodem was een feit.

Gaandeweg ontstonden er steeds meer voetbalclubs in de stad. In 1907 besloten afvallige leden van Sevilla om Sevilla Balompíe op te richten. Deze voetbalclub staat tegenwoordig bekend als Real Betis en geldt als de aartsrivaal van Los Nervionenses. Het groeiende aantal clubs in de omgeving resulteerde in de oprichting van de Copa de Sevilla. De eerste editie van 1912 werd meteen een prooi voor de oudste voetbalclub van de stad. Enkele jaren later ontstond de Campeonato Regional Sur. Sevilla bleek hierin oppermachtig door zeventien van de twintig eindzeges te bemachtigen.

De beginjaren in LaLiga

Het Spaanse voetbal introduceerde in 1928 een nationale competitie: de Primera División. Deze competitie staat tevens bekend als LaLiga. Sevilla kreeg de kans om zich te kwalificeren, maar verloor in de finaleronde van de play-offs met 2-3 van Racing Santander. De club uit Andalusië werd daardoor veroordeeld tot een plek in de Segunda División. Op het tweede niveau kroonde men zich meteen tot kampioen, maar promotie bleef uit. Opnieuw bleek Racing Santander over twee wedstrijden te sterk, waardoor die club zich handhaafde in LaLiga.

In het seizoen 1930-1931 deed Sevilla een nieuwe gooi naar promotie. Valencia bleek echter te sterk, waardoor Los Che rechtstreeks promoveerden naar de Primera División. Pas in het seizoen 1933-1934 was het de beurt aan de Andalusiërs door Atlético Madrid af te troeven in de titelstrijd. Met een vijfde plaats beleefde Sevilla een uitstekend debuut op het hoogste niveau. Het team veroverde in 1935 bovendien de Copa del Presidente de la República (de huidige Copa del Rey) door CD Sabadell met 3-0 te verslaan.

Door de Spaanse Burgeroorlog werd er in de periode 1936-1939 niet in competitief verband gevoetbald. Tussen mei en juni 1936 stond er nog wel een bekertoernooi (de Copa del Generalísimo) op het programma. Sevilla kroonde zich opnieuw tot winnaar door Racing Ferrol met 6-2 te verslaan. Guillermo González del Río García, die ook bekend stond onder de bijnaam Campanal I, maakte een hattrick in deze finale. Het team eindigde in het eerste seizoen na de Spaanse Burgeroorlog als tweede achter Atlético Aviación, zoals Atlético Madrid destijds bekend stond.

Kampioen van Spanje

Sevilla bleef in de jaren veertig meedraaien in de top van Spanje. De club maakte in het seizoen 1944-1945 weliswaar een vrije val naar de tiende plaats van de Primera División, maar in het daaropvolgende jaargang wist men de ultieme slag te slaan. Met één punt voorsprong op runner-up FC Barcelona kroonde men zich tot landskampioen. Met vijftien doelpunten fungeerde José Campos dat seizoen als clubtopscorer. Het kampioenschap van 1946 is nog altijd het grootste succes van Sevilla in Spaans clubverband.

Het succesverhaal van 1946 was onder meer te danken aan Ramón Sánchez-Pizjuán. De voormalig doelman werd na zijn voetbalcarrière advocaat, maar keerde in 1941 terug als clubpresident. Onder zijn leiding wist Sevilla grote stappen te zetten. Sánchez-Pizjuán bedacht in de vijftiger jaren bovendien het plan om een nieuw stadion te laten bouwen. Hij overleed in 1956 echter, waarna de stadionplannen werden voltooid door zijn opvolger Ramón de Carranza. Het nieuwe onderkomen kreeg de naam van de legendarische clubpresident.

Degradatie uit LaLiga

In 1948 veroverde Sevilla opnieuw de Spaanse beker door Celta de Vigo met 4-1 te verslaan in de finale. Ook in competitieverband bleef men uitstekend meedraaien. Dit resulteerde meermaals in een tweede plaats (1951 en 1957), maar een nieuw kampioenschap bleef uit. Daarnaast verloor men de bekerfinales van 1955 en 1962 door toedoen van respectievelijk Athletic Bilbao en Real Madrid. Langzaamaan zakte Sevilla weg in de Primera División, met de degradatie van 1968 als consequentie.

Sevilla had slechts één seizoen nodig om als kampioen de Segunda División te verlaten. In de Primera División maakte de club een voortreffelijke comeback door als derde te eindigen. Een nieuw glorietijdperk bleef echter uit. Sevilla daalde in de daaropvolgende seizoenen opnieuw af op de ranglijst, waardoor men in 1972 opnieuw degradeerde. Ditmaal lukte het niet om meteen terug te keren in de hoogste klasse van Spanje. Pas na drie seizoenen wist men als nummer drie promotie af te dwingen.

Middenmoter in Spanje

Na de promotie van 1975 groeide Sevilla uit tot een Spaanse middenmoter. Tot de degradatie van 1997 bleven Los Nervionenses actief in de Primera División, maar meer dan een vijfde plaats leverde dit niet op. In het bekertoernooi bleek een halve finale het hoogst haalbare in die periode. De jaren zeventig tot en met negentig mochten daardoor als tamelijk grijs worden betiteld. Sevilla stuntte in 1992 weliswaar met de komst van de Argentijnse voetballegende Diego Maradona, maar dat werd geen groot succes. Gehinderd door fysieke problemen en een moeizame relatie met de trainer vertrok Pluisje al na één seizoen.

In 1995 werden Sevilla en Celta de Vigo uit de Primera División gegooid omwille van financiële overtredingen. Dit leidde tot protestacties van de supportersgroepen, waardoor LaLiga besloot om dit besluit te herroepen. In het seizoen 1996-1997 degradeerde men alsnog op sportieve gronden. Sevilla keerde na twee seizoenen weer terug in de hoogste klasse van Spanje, maar degradeerde in 2000 opnieuw naar de Segunda División. Ditmaal bleef de schade beperkt tot één seizoen.

Sevilla-fans
Een fan met een Sevilla-sjaal (Pro Shots)

Overlijden Puerta tempert euforie

Geleidelijk keerde de lach weer terug bij de Sevilla-supporters. In 2006 veroverde de Spaanse club voor het eerst in de geschiedenis een Europese hoofdprijs: de UEFA Cup. Het daaropvolgende seizoen wist men deze trofee te prolongeren, waar de Copa del Rey eveneens in de prijzenkast werd geplaatst. Spelers als Dani Alves, Julien Escudé, Luís Fabiano, Frédéric Kanouté, Aleksandr Kerzhakov, Javier Navarro, Jesús Navas en Christian Poulsen maakten zoal deel uit van deze succesploeg.

Sevilla won in 2007 tevens de Supercopa de España ten koste van Real Madrid. De euforie maakte drie dagen later echter plaats voor een horrorsfeer. In de eerste competitiewedstrijd tegen Getafe werd Antonio Puerta geveld door een hartstilstand. De verdediger werd succesvol gereanimeerd, maar kreeg in de kleedkamer opnieuw een hartstilstand. Later zou dat nog driemaal zijn gebeurd. Puerta werd in het ziekenhuis in coma gehouden, maar in de daaropvolgende dagen verslechterde zijn toestand. Hij overleed op 28 augustus 2007 op 22-jarige leeftijd.

Ondanks het overlijden van Puerta speelde Sevilla drie dagen later de Europese Supercupwedstrijd tegen AC Milan (1-3 nederlaag). Trainer Juande Ramos stapte nog datzelfde jaar op. De inktzwarte start van het seizoen 2007-2008 had logischerwijs veel impact, maar alsnog wist men een een vijfde plaats te bemachtigen in de Primera División. Sevilla groeide uit tot een Spaanse subtopper en veroverde in 2010 een nieuwe prijs door de Copa del Rey-finale tegen Atlético Madrid met 2-0 te winnen.

Vooral succesvol buiten Spanje

In januari 2013 verscheen Unai Emery aan het roer bij Sevilla. Door financiële problemen was de club genoodzaakt om sterspelers Álvaro Negredo en Jesús Navas te verkopen. Met Carlos Bacca en Kevin Gameiro haalde de technische leiding nieuwe doelpunten in huis, met de Europa League-winst van 2014 als beloning. In de daaropvolgende transferwindows raakte men meerdere sterkhouders kwijt, waaronder Ivan Rakitic, maar desondanks prolongeerde men de Europa League-winst in 2015 en 2016.

Sevilla verloor de Copa del Rey-finale zowel in 2016 als 2018. In competitieverband bleek een vierde plaats het hoogst haalbare, maar buiten Spanje bleef men uitstekend presteren. Dit resulteerde in 2020 en 2023 opnieuw in Europa League-glorie.

Lucas Ocampos (Sevilla)
Lucas Ocampos viert een Sevilla-treffer (Pro Shots)

Rivaliteit

Real Betis is de aartsrivaal van Sevilla. Net als Los Nervionenses is de rivaal afkomstig uit dezelfde stad. De onderlinge wedstrijden worden betiteld als de Derbi Sevillano of El Gran Derbi.


Europees voetbal

Sevilla debuteerde in het seizoen 1957-1958 op het Europese strijdtoneel. De Andalusische formatie bereikte de kwartfinale van de Europacup I, maar een 8-0 nederlaag bij Real Madrid dwarsboomde een vervolgstap. In het restant van de twintigste eeuw speelde men geen rol van betekenis buiten Spanje. Sevilla was actief in zowel de Europacup I en II alsmede de UEFA Cup, maar het bereiken van de kwartfinale bleek het maximaal haalbare.

Het seizoen 2005-2006 betekende de Europese doorbraak van Sevilla. De Spanjaarden bereikten de finale van de UEFA Cup en trokken meteen aan het langste eind door Middlesbrough aan de zegekar te binden. In het Philips Stadion maakten Enzo Maresca (tweemaal), Luís Fabiano en Frédéric Kanouté het verschil. Sevilla rekende eveneens overtuigend af met FC Barcelona in de strijd om de Europese Supercup. Het succesverhaal kreeg in 2007 een vervolg door de Europa League-winst te prolongeren ten koste van Espanyol (na strafschoppen).

José Antonio Reyes (Sevilla)
José Antonio Reyes met de Europa League-bokaal (Pro Shots)

Europa League-gigant

De UEFA Cup maakte in 2009 plaats voor een nieuw toernooi: de Europa League. Sevilla bereikte in het seizoen 2013-2014 voor het eerst de finale en trok opnieuw aan het langste eind dankzij een strafschoppenserie. Juventus was ditmaal het slachtoffer van Los Nervionenses. Sevilla kreeg de smaak te pakken. De LaLiga-club won de Europa League eveneens in 2015 en 2016, ten koste van Dnipro Dnipropetrovsk (3-2) en Liverpool (3-1).

Sevilla is uitgegroeid tot dé Europa League-specialist. Ook in 2020 en 2023 bracht men deze bokaal naar Andalusië. Dit ging ten koste van respectievelijk Internazionale (3-2) en AS Roma (na strafschoppen). De finale van 2020 werd beslist door een dubbelslag van Luuk de Jong.

Alex Telles (Sevilla)
Alex Telles toont zijn emotie na nieuw Europa League-succes (Pro Shots)

Balans tegen Nederlandse clubs

Sevilla speelde tot en met het seizoen 2023-2024 in totaal zeven officiële wedstrijden tegen een Nederlandse club. De Spanjaarden trokken tweemaal aan het langste eind, waar de Eredivisie-teams viermaal de sterkste waren. De overige wedstrijd eindigde in onbeslist. PSV speelde het vaakst tegen Sevilla (viermaal), waar Feyenoord (tweemaal) en AZ (één keer) het eveneens mochten opnemen tegen de Sevillistas.


Nederlandse invloed

Verschillende Nederlanders hebben het shirt van Sevilla gedragen. Een overzicht:

Naam (periode)Naam (periode)
Khalid Boulahrouz (2007-2008)Tarik Oulida (1995-1998)
Luuk de Jong (2019-2022)Quincy Promes (2018-2019)
Hedwiges Maduro (2012-2014)Karim Rekik (2020-2023)

Het stadion

Het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán is sinds september 1958 de thuisbasis van Sevilla. Het onderkomen is vernoemd naar voormalig clubpresident Ramón Sánchez-Pizjuán, die twee jaar voor de opening overleed. Architect Manuel Muñoz Monasterio maakte het winnende ontwerp. Hij was eveneens betrokken bij de bouw van het Estadio Santiago Bernabéu (Real Madrid) en het Estadio Mestalla (Valencia).

Aanvankelijk was het de bedoeling om een stadion neer te zetten voor ruim 70.000 toeschouwers. In de loop der jaren heeft het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán echter een aantal grote veranderingen doorgemaakt, mede door het verbod op staanplaatsen. De huidige capaciteit bedraagt om die reden 43.883 plaatsen.

In 1982 fungeerde het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán als decor voor een tweetal WK-wedstrijden. Ook zijn er twee Europese clubfinales afgewerkt: FC Barcelona – Steaua Boekarest (Europacup I, 1986) en Eintracht FrankfurtRangers FC (Europa League, 2022).


Veelgestelde vragen over Sevilla

Wanneer is Sevilla opgericht?

Op 25 januari 1890

Wat is het adres van het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán?

Estadio Ramón Sánchez Pizjuán
Avenida Eduardo Dato, 41005 Sevilla
Spanje

Wat is de capaciteit van het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán?

43.883 plaatsen

Wat is de website van Sevilla?

Klik hier om Sevilla online te bezoeken

Waar kan ik Sevilla vinden op sociale media?

Sevilla is onder meer actief op Facebook, Instagram en X

Laatste update: 18 april 2024

Populaire spelers Sevilla

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie