Atlético Madrid

Madrid

Prijzenkast

11x landskampioen

10x Copa del Rey

4x Supercopa de España

1x Segunda División

1x Europacup II

3x Europa League

uefa-super-cup

3x Europese Supercup

1x Wereldbeker

Laatste nieuws over Atlético Madrid

Na Real Madrid en FC Barcelona is Atlético Madrid de grootste voetbalclub van Spanje. De club werd op 26 april 1903 opgericht als Athletic Club de Madrid en werd sindsdien elf keer landskampioen. De bespeler van het Wanda Metropolitano geniet meerdere bijnamen, waaronder Los Colchoneros en Los Rojiblancos.

  • Atlético Madrid werd in 1903 opgericht
  • Thuiswedstrijden worden afgewerkt in het Wanda Metropolitano
  • De club draagt de bijnamen ‘Los Cholchoneros’ en ‘Los Rojiblancos’
  • Atlético Madrid werd elf keer kampioen van Spanje
  • Het team won driemaal de Europa League en één keer de Europacup II

Strijdlust in de schaduw van Real Madrid

Drie Baskische studenten besloten in 1903 een dochterclub op te richten voor Athletic Bilbao. Sinds 1920 is de Madrileense club onafhankelijk. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) verloor men veel spelers, waardoor  Athletic Club de Madrid en Aviación Nacional uit Zaragoza samen werden gevoegd als Athletic Aviación de Madrid. Onder die naam werd de club in 1940 voor het eerst in de geschiedenis kampioen van Spanje en dat succes werd een jaar later meteen geëvenaard.

Onder dwang van dictator Franco werd de naam gewijzigd in Atlético Aviación de Madrid, maar twee jaar na de Tweede Wereldoorlog werd de club losgekoppeld van de luchtmacht. Daarmee werd de oude en tevens huidige naam in ere hersteld. Atlético Madrid werd in 1950 en 1951 opnieuw kampioen van Spanje, waar het in 1958 voor het eerst deel mocht nemen aan Europees voetbal.

Het tijdperk Vicente Calderón

In 1964 werd Vicente Calderón gekozen als de nieuwe voorzitter van Atlético Madrid. Voor die tijd was hij eveneens lid van aartsrivaal Real Madrid, maar gezien de sportieve en financiële problemen van Los Rojiblancos besloot hij een duidelijke keuze te maken. Calderón liet een gloednieuw stadion bouwen, dat ook zijn naam kreeg: het Estadio Vicente Calderón. Met vier landstitels (1966, 1970, 1973 en 1977), drie gewonnen bekertoernooien en de WK-titel voor clubteams (dankzij de afmelding van Bayern München) beleefde Atlético gouden tijden onder zijn leiding.

Calderón was zestien jaar voorzitter van Atlético Madrid toen hij in 1980 afstand nam. Twee jaar later keerde hij echter alweer terug door de ontstane problemen onder leiding van diens opvolger. Calderón bleef de voorzittershamer hanteren totdat hij op 24 maart 1987 overleed aan een hartaanval.

Excentrieke opvolger

In 1987 werd Jesus Gil y Gil aangesteld als opvolger van Calderón. De zakenman stond bekend als uiterst excentriek vanwege corruptie, zware beledigingen, vele mutaties in de selectie en het creëren van een trainerskerkhof. Onder zijn leiding werd Atlético Madrid in 1996 voor de elfde keer kampioen van Spanje, maar vier jaar later degradeerde de club uit de Primera División ondanks 24 goals van de Nederlander Jimmy Floyd Hasselbaink. Atlético eindigde op het tweede niveau als vierde en moest daardoor een tweede seizoen in de Segunda Divisíon actief blijven. In 2002 keerde de club als kampioen terug naar het hoogste niveau van Spanje.

Gil y Gil nam op zeventigjarige leeftijd afscheid als voorzitter van Atlético Madrid. Officieel wilde hij rust in zijn hoofd, maar in werkelijkheid werd hij naar de uitgang gedwongen door een reeks aan incidenten. Als burgemeester van Marbella zou hij gemeenschapsgeld hebben doorgesluisd naar de Spaanse voetbalclub. Marbella werd zelfs shirtsponsor van Atlético Madrid. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een schorsing van 28 jaar. In 2003 werd zijn vriend Enrique Cerezo de nieuwe voorzitter, aan wie hij een schuldenlast van 270 miljoen euro overliet. 

Herstel na donkere periode

Onder Cerezo lukte het Atlético Madrid niet meteen om de rust te herstellen. De Madrilenen speelden een relatief anonieme rol in het Spaanse voetbal en de financiële problemen hielden aan. Ondertussen diende zich wel een fenomeen aan in het Estadio Vicente Calderón: Fernando Torres, liefkozend El Niño (Het Kind) genoemd. Het jeugdexponent maakte in 214 wedstrijden 82 goals voor Atlético, dat hem medio 2007 voor 36 miljoen euro aan het Engelse Liverpool verkocht.

Atlético Madrid gebruikte het Torres-geld om een aantal versterkingen naar Madrid te halen. Diego Forlán en Sergio Agüero werden evenals Simão Sabrosa, José Antonio Reyes, Luis en Raúl Garcia naar Madrid gehaald. Via het Intertoto-toernooi werd zowaar weer eens Europees voetbal afgedwongen en dat seizoen plaatste men zich als nummer vier zelfs voor de Champions League. Het bleek het begin van een nieuwe bloeiperiode in de Spaanse hoofdstad.

In 2010 veroverde Atlético Madrid eindelijk weer een hoofdprijs. In het eerste seizoen van de Europa League (de opvolger van de UEFA Cup) lukte het de ploeg om door te stoten tot de finale en na verlenging werd dankzij een treffer van Forlán afgerekend met Fulham: 2-1. Twee jaar later lukte het Atlético Madrid nogmaals om door te dwingen tot de eindstrijd van het tweede toernooi van Europa. Ditmaal werd de ploeg in de finale geconfronteerd met competitiegenoot Athletic Bilbao, dat met 3-0 over de knie ging. Radamal Falcao scoorde twee keer, waar ook Diego een treffer op zijn naam schreef.

Diego Simeone (Pro Shots)

Het succes van Simeone

Het Europa League-succes van 2012 kwam op naam van Diego Simeone, die een jaar eerder was geïnstalleerd als nieuwe hoofdtrainer. De Argentijn, die als voetballer twee periodes voor de club uit Madrid speelde, had met zijn passionele werkwijze een enorme impact op het doorontwikkelen van de ploeg. In 2014 leidde dat tot een nieuw hoogtepunt: de eerste Spaanse titel sinds 1996. Op de slotdag van het seizoen 2013-2014 volstond een 1-1 gelijkspel bij concurrent FC Barcelona om het kampioenschap veilig te stellen.

In 2014 dacht Atlético Madrid een tweede hoofdprijs te veroveren. Op 24 mei van dat jaar stond de club voor het eerst in veertig jaar weer in de finale van de grootste Europese competitie. Diego Godín leek de finale van de Champions League te beslissen ten koste van aartsrivaal Real Madrid, maar diep in blessuretijd werkte Sergio Ramos de gelijkmaker tegen de touwen. Atlético had op dat moment al veel energie verspeeld en de dertig extra minuten waren duidelijk teveel van het goede. Gareth Bale, Marcelo en een strafschop van Cristiano Ronaldo bepaalden de eindstand op 4-1 in het voordeel van Real.

Twee jaar na dato kreeg Atlético Madrid dé kans om revanche te nemen op Real Madrid. Opnieuw troffen beide clubs elkaar in de finale van de Champions League, maar tevergeefs. Ditmaal werd een treffer van Ramos juist weggepoetst door Yannick Ferreira Carrasco en werd er niet gescoord in de verlenging, waardoor een strafschoppenserie de winnaar moest bepalen. Bij een 4-3 voorsprong voor Real faalde Juanfran, rivaal Ronaldo deed dat op matchpoint niet.

Atlético Madrid heeft daarmee een unieke status verworven. De Spaanse topclub verloor driemaal de finale van de Europacup I annex Champions League, maar heeft desalniettemin een wereldtitel op de erelijst staan dankzij de afmelding van Bayern in 1974. Het is vaker voorgekomen dat de verliezend finalist naar het WK voor clubteams werd gestuurd, maar Atlético Madrid werd de enige club die de trofee ook daadwerkelijk won zonder de sterkste van Europa te worden. In 2018 werd de club wel voor de derde keer Europa League-winnaar door Olympique Marseille met 0-3 te verslaan, mede dankzij een dubbelslag van Antoine Griezmann.

In 2021 werd Atlético Madrid voor de elfde keer kampioen van Spanje. Na een bloedstollend seizoen haakte FC Barcelona in de eindfase af, waardoor het kampioenschap op de slotdag van het seizoen tussen de twee clubs uit Madrid ging. Atlético kwam als koploper op achterstand tegen Real Valladolid, maar uiteindelijk maakte Luis Suárez het verschil door zijn team naar een 2-1 zege te schieten en daarmee de titel bezorgde. Suárez nam daarmee wraak op Barcelona, waar hij een jaar eerder nog ruw naar de uitgang was geduwd.


Memphis Depay (Pro Shots)

Nederlanders bij Atlético

Slechts een beperkt aantal Nederlanders is namens Atlético Madrid actief geweest in het Estadio Vicente Calderón. Jimmy Floyd Hasselbaink, John Heitinga en Kiki Musampa speelden allen kortstondig (maximaal twee seizoenen) voor de Spaanse topclub. In 2017 verhuisde de club naar het huidige Wanda Metropolitano, waar begin 2023 Memphis Depay neerstreek.

Laatste update: 5 september 2023

Atlético-spelers

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie