Diego Simeone

Diego Simeone is een Argentijnse voetbaltrainer. De voormalig profvoetballer is sinds december 2011 werkzaam als hoofdtrainer van Atlético Madrid.

  • Simeone is momenteel trainer van Atlético Madrid
  • In deze rol won de Argentijn zowel de landstitel als Europa League tweemaal
  • Zijn team verloor de Champions League-finale in 2014 en 2016
  • Simeone won zowel de Spaanse als Italiaanse titel als speler
  • Hij speelde 106 interlands voor Argentinië

Voetbalcarrière

Diego Pablo Simeone werd op 28 april 1970 geboren in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Zijn vader Carlos Alberto, die op amateurniveau voetbalde, werkte als zakenman en zijn moeder Mario Pablo verdiende de benodigde inkomsten als kapster. Simeone, die opgroeide in de wijk Palermo en veelvuldig op straat voetbalde, leerde van zijn ouders om hard te werken.

Simeone nam het voorbeeld van zijn ouders mee naar het voetbalveld. Zijn energieke manier van spelen viel ook jeugdtrainer Victorio Spinetto op, die hem de bijnaam Cholo gaf. Volgens de desbetreffende trainer was zijn speelwijze vergelijkbaar met die van Carmelo Simeone (geen familie), die dezelfde bijnaam droeg. Laatstgenoemde speelde onder meer voor Boca Juniors en de nationale ploeg van Argentinië. Tot op de dag van vandaag is de bijnaam El Cholo verbonden aan Simeone.

Via Vélez Sársfield naar Europa

In het shirt van Vélez Sársfield doorliep Simeone de jeugdopleiding. Bij El Fortín speelde hij zijn eerste 76 wedstrijden (veertien doelpunten) als profvoetballer. De middenvelder verdiende daarmee een transfer naar Europa, waar hij in 1990 neerstreek bij het Italiaanse Pisa Calcio. Na twee jaar en 61 wedstrijden (zes doelpunten) verhuisde Simeone naar Spanje. In de periode 1992-1994 speelde de Argentijn voor Sevilla (73 wedstrijden, zestien doelpunten).

Via Sevilla maakte Simeone in 1994 de overstap naar Atlético Madrid. In de Spaanse hoofdstad groeide de fysiek sterke middenvelder uit tot een publiekslieveling. In het seizoen 1995-1996 won hij zowel de landstitel als de Copa del Rey met Los Colchoneros, mede door zijn arbeidsethos en doelpunten. Simeone maakte in het kampioensjaar maar liefst twaalf competitiedoelpunten als spelverdeler van Atlético.

Ook kampioen in Italië

Simeone vertrok in 1997 bij Atlético Madrid om terug te keren naar Italië. Hij speelde voor Internazionale (1997-1999) en SS Lazio (1999-2003). Gedurende het verblijf in Italië speelde de Zuid-Amerikaan niet alleen meer dan tweehonderd officiële wedstrijden, maar hij veroverde in 2000 ook nog eens de Scudetto met diens Romeinse broodheer.

In het seizoen 2003-2004 trok Simeone nogmaals het shirt van Atlético Madrid aan. Na anderhalf jaar zwaaide hij af in Europa, waarna hij nog twee seizoenen zijn voetbalkunsten vertoonde bij het Argentijnse Racing Club de Avellaneda.

PeriodeClub
1987-1990Vélez Sársfield
1990-1992Pisa
1992-1994Sevilla
1997-1997Atlético Madrid
1997-1999Internazionale
1999-2003SS Lazio
2003-2005Atlético Madrid
2005-2006Racing Club de Avellaneda

Interlandcarrière

Simeone debuteerde op 14 juli 1988 in het nationale team van Argentinië, dat met 4-1 verloor van Australië. Drie dagen later maakte de middenvelder in de vriendschappelijke wedstrijd tegen Saudi-Arabië (2-0 overwinning) zijn eerste doelpunt als A-international. Al na vier minuten wist Simeone met een kopbal de score te openen voor La Albiceleste.

Met vijf interlands op zak werd Simeone niet geselecteerd voor de Copa América van 1989. Een jaar later werd Argentinië tweede op het WK, maar ook dat eindtoernooi ging aan zijn neus voorbij. De middenvelder behoorde wel tot de selectie voor de Copa América van 1991. Mede dankzij twee doelpunten van Simeone won Argentinië de Zuid-Amerikaanse eindronde van dat jaar.

In duel met Ronald de Boer tijdens het WK van 1998 (Pro Shots)

Simeone won eveneens de Confederations Cup van 1992 en de Copa América van 1993. Argentinië wist dit succes niet door te trekken in de jaren na het tijdperk van Diego Maradona. Het nationale team was weliswaar actief op de WK’s van 1994, 1998 en 2002, maar kwam in deze jaren nooit verder dan de kwartfinale. Simeone behaalde in 1996 nog wel een zilveren medaille door als dispensatiespeler met het olympisch team deel te nemen aan de Olympische Spelen in Atlanta.

Na het WK van 2002 zwaaide Simeone af als A-international van Argentinië. De teller stond op dat moment op 106 interlands en elf doelpunten.


Trainerscarrière

In februari 2006 beëindigde Simeone zijn voetbalcarrière bij Racing Club de Avellaneda. Na een teleurstellende start van de Argentijnse Clausura werd trainer Fernando Quiroz ontslagen, waardoor de geroutineerde middenvelder het verzoek kreeg om als hoofdtrainer verder te gaan. Een gelukkig huwelijk bleef echter uit. Na slechts veertien officiële wedstrijden stapte Simeone op vanwege een conflict met de clubleiding.

Grillige start als trainer

In de daaropvolgende seizoenen was Simeone evenmin honkvast te noemen. Tussen mei 2006 en april 2010 leidde hij drie verschillende clubs uit Argentinië als hoofdtrainer: Estudiantes (61 wedstrijden), River Plate (45 wedstrijden) en San Lorenzo (47 wedstrijden). Zowel in 2006 als 2008 veroverde Simeone de Torneo Apertura.

Simeone werd in januari 2011 voor het eerst trainer buiten Argentinië. Tot de zomer van dat jaar leidde hij het Italiaanse Catania, dat achttien wedstrijden onder zijn hoede stond. Tussen 1 juli en 19 december van dat jaar stond de fanatieke trainer opnieuw aan het roer bij Racing Club de Avellaneda, waar hij het ditmaal twintig wedstrijden wist vol te houden.

Europa League-winst met Atlético

Op 20 december 2011 nam Simeone ontslag als trainer van Racing Club de Avellaneda. Enkele dagen later werd hij aangesteld als eindverantwoordelijke van Atlético Madrid, dat net daarvoor Gregorio Manzano had ontslagen. Op 7 januari 2012 leidde hij de Spaanse topclub voor het eerst in de uitwedstrijd tegen Málaga (0-0). Los Colchoneros wonnen de drie daaropvolgende wedstrijden in de Primera División ten koste van Villarreal (3-0), Real Sociedad (0-4) en Osasuna (0-1).

Simeone leidde Atlético Madrid in het seizoen 2011-2012 naar de vijfde plaats in de Primera División. Van de eerste 31 officiële wedstrijden gingen er maar vijf verloren, waaronder de ontmoetingen met FC Barcelona en Real Madrid. Vooral in de Europa League maakte zijn team indruk. Ten koste van SS Lazio, Besiktas, Hannover 96 en Valencia bereikte Atletico de finale. Op 9 mei 2012 werd de Europa League-bokaal naar Madrid gehaald door opnieuw een Spaans onderonsje in eigen voordeel te beslissen (3-0 tegen Athletic Bilbao). Radamal Falcao scoorde tweemaal.

In conclaaf met Björn Kuipers tijdens de CL-finale van 2014 (Pro Shots)

Grote successen in Madrid

De Europa League-winst van 2012 bleek een voorbode voor meer. In 2012 won Atlético Madrid ook de Europese Supercup ten koste van Chelsea, dat door een hattrick van Falcao met 4-1 werd gevloerd. De Madrilenen wonnen in het seizoen 2012-2013 ook de Copa del Rey door in de finale af te rekenen met aartsrivaal Real Madrid. Cristiano Ronaldo zette De Koninklijke nog wel op voorsprong, maar Diego Costa en Miranda wisten de wedstrijd om te buigen in het voordeel van Atlético: 2-1.

In het seizoen 2013-2014 presteerde Atlético Madrid voortreffelijk. De manschappen van Simeone wonnen 28 van de 38 competitiewedstrijden, waar een 1-1 gelijkspel bij FC Barcelona op de slotdag volstond om kampioen van Spanje te worden. Datzelfde seizoen bereikte men ook de finale van de Champions League. Diego Godín leek namens Atlético de grote held te worden, maar in blessuretijd maakte Sergio Ramos de gelijkmaker namens Real Madrid. In de verlenging kon het elftal van Simeone het vervolgens niet meer bolwerken (1-4).

Atlético Madrid, dat in 2014 de Spaanse Supercup veroverde, verloor in het seizoen 2015-2016 opnieuw de Champions League-finale van Real Madrid (na strafschoppen). Twee jaar later mocht Simeone alsnog een Europese hoofdprijs toevoegen aan zijn prijzenkast. Achter AS Roma en Chelsea werd Atlético uitgeschakeld in de groepsfase van de Champions League, maar in de Europa League bereikte men vervolgens de finale en daarin liet men geen spaan heel van Olympique Marseille (3-0). Antoine Griezmann scoorde tweemaal voor Atlético, dat ook de Europese Supercup van 2018 veroverde.

(Pro Shots)

In de zomer van 2020 werd Luis Suárez de deur gewezen door FC Barcelona. De Uruguayaanse aanvaller nam in het seizoen 2020-2021 sportieve wraak op de Catalaanse topclub door met zijn nieuwe werkgever Atlético Madrid de Spaanse titel te veroveren. Het bleek vooralsnog het laatste grote succes onder leiding van Simeone, die in 2022 en 2023 genoegen moest nemen met een derde plaats in LaLiga.

PeriodeTeamFunctie
2006Racing Club de AvellanedaHoofdtrainer
2006-2007EstudiantesHoofdtrainer
2008River PlateHoofdtrainer
2009-2010San LorenzoHoofdtrainer
2011CataniaHoofdtrainer
2011Racing Club de AvellanedaHoofdtrainer
2011-hedenAtlético MadridHoofdtrainer

Eigenzinnige stijl

Teams van Simeone hebben een duidelijke handtekening: passie. “Als ik van andere trainers hoor dat Atlético zijn eigen stijl heeft, zie ik dat als compliment”, zo citeerde Voetbal International de trainer in 2021. “Passie is het eerste wat ik bij een speler wil zien. Dat is de basis. (…) Maar het gaat niet alleen om goed voetballen, je moet het voelen. En om het te voelen, moet je dat amateurisme, die passie hebben. Je kunt niet onverschillig zijn. Je moet op het trainingsveld staan met het idee dat je beter wilt worden. Dat twintig minuten soms beter zijn dan negentig slechte minuten. Ik onderhandel niet over inzet of luiheid.”

Ook de drie zoons van Simeone zijn besmet met het voetbalvirus. Zowel Giovanni, Gianluca Simeone als Giuliano Simeone heeft het betaald voetbal gehaald als speler. De Argentijnse trainer heeft overigens ook twee dochters: Francesca en Valentina.

Laatste update: 27 november 2023

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie