Het laatste nieuws over Athletic Bilbao

Athletic Bilbao is een Spaanse voetbalbond uit Bilbao. Thuiswedstrijden van Les Leones worden afgewerkt in het nieuwe San Mamés.

• Athletic Bilbao werd in 1898 opgericht
• De club staat ook wel bekend als Athletic Club
• De bijnaam van de Basken luidt’Los Leones’
• Het San Mamés is de thuisbasis van de club
• Athletic Bilbao veroverde acht landstitels

Voetbaltrots van Baskenland

Bilbao was aan het einde van de negentiende eeuw een populaire industriestad. De Baskische stad was daardoor in trek bij Britse arbeiders, die in eigen land reeds waren besmet met het voetbalvirus. Ook de eerste Basken maakten kennis met het voetbalvirus door studietrips naar het Verenigd Koninkrijk. Die combinatie leidde in 1898 tot de oprichting van Athletic Club. Samen met stadgenoot Bilbao Football Club besloot men de beste spelers af te staan voor deelname aan de Copa de la Coronación. Onder de naam Club Bizcaya won dit team de Spaanse beker na een 2-1 overwinning op FC Barcelona.

In maart 1903 ging Bilbao Football Club definitief op in Athletic Club. Datzelfde jaar besloten Baskische studenten ook een zusterclub op te richten onder de naam Athletic Club Madrid, dat tegenwoordig beter bekend staat als Atlético Madrid. Aanvankelijk speelde men in blauw-witte shirts, identiek aan die van Blackburn Rovers. In 1910 kreeg student Juan Elorduy de opdracht om een nieuwe set shirts te kopen in Engeland, maar uiteindelijk keerde hij terug met de rood-witte tenues van Southampton. Sindsdien zijn dit de clubkleuren van zowel Atlético Madrid als Athletic Bilbao.

Eerste successen

Athletic Bilbao won in 1903 de eerste Spaanse beker als zelfstandige club. In de finale rekenden de Basken af met Madrid Football Club (3-2), dat tegenwoordig Real Madrid heet. Het team win deze trofee opnieuw in 1904 en hoefde niet eens in actie te komen, omdat Club Español de Madrid niet kwam opdagen voor de finale. Voormalig aanvoerder Alejandro de la Sota werd in 1911 verkozen tot clubpresident. Hij had een belangrijk aandeel in de bouw van het eerste San Mamés-stadion.

Aan het begin van de twintigste eeuw bestond er nog geen landelijke voetbalcompetitie in Spanje. Athletic Bilbao mocht zich wel bewijzen in het Spaanse bekertoernooi en presteerde voortreffelijk. Les Leones onderstreepten hun spierballen door de beker tussen 1910 en 1923 maar liefst zeven keer te winnen. Op regionaal niveau wist Bilbao eveneens een aantal successen bijeen te sprokkelen.

Historische dubbel

Spanje voerde in 1928 eindelijk een landelijke voetbalcompetitie in: de Primera División. Athletic Bilbao debuteerde met een derde plaats achter landskampioen FC Barcelona en Real Madrid. Laatstgenoemde club bleek ook te sterk in de halve finale van het bekertoernooi, maar in het seizoen 1929-1930 nam de Baskische formatie wraak. Als eerste Spaanse club ooit wist Bilbao de dubbel te winnen (landstitel en beker). Het team wist dit succes in 1931 zelfs te prolongeren.

Athletic Bilbao bleef in het eerste deel van de jaren dertig uitstekend presteren. In 1932 en 1933 moest de club weliswaar genoegen nemen met een tweede plaats, maar de beker werd wel opnieuw aan de erelijst toegevoegd. De derde landstitel volgde in 1934 door Real Madrid voor te blijven. Ook in het seizoen 1935-1936 kroonde men zich tot de nummer één van de Primera Division. Deze ontwikkeling werd in datzelfde jaar echter een halt toegeroepen door de uitbraak van de Spaanse Burgeroorlog.

Het Spaanse clubvoetbal werd in 1939 hervat. Athletic Bilbao draaide meteen weer mee in de top, maar pas in het seizoen 1942-1943 leverde dit opnieuw succes op. De formatie uit Baskenland klopte Sevilla in de titelstrijd en wist de beker te veroveren ten koste van Real Madrid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wisten de manschappen uit Bilbao de beker nog tweemaal te winnen (1944 en 1945). Telmo Zarra groeide in de periode 1940–1955 uit tot topscorer aller tijden met 335 doelpunten.

De zesde landstitel

Na de Tweede Wereldoorlog moest Athletic Bilbao veelal genoegen nemen met een subtopstatus. In 1950 won de club opnieuw de Spaanse beker door Real Valladolid opzij te zetten. In 1955, 1956 en 1958 werd deze trofee opnieuw aan de prijzenkast toegevoegd. Het bekersucces van 1956 werd gecombineerd met de zesde landstitel. FC Barcelona maakte de titelstrijd spannend, maar de Catalanen moesten uiteindelijk één punt achterstand toestaan op de ploeg uit Baskenland. Hierdoor mocht Athletic Bilbao voor het eerst deelnemen aan de Europacup I, de voorloper van de Champions League.

In de jaren zestig en zeventig droogde het succesverhaal van Athletic Bilbao op. Men won weliswaar de Spaanse beker van 1969 en 1973, maar in de Primera División bleek de tweede plaats van 1970 lange tijd het maximaal haalbare. De jaren zeventig werden vooral gekenmerkt door de dood van dictator Franco, die de Baskische identiteit decennialang dwarsboomde. In december 1976 zorgden doelman José Ángel Iribar en aanvoerder Inaxio Kortabarria voor een bijzonder beeld door de Ikurriña-vlag op de middenstip te plaatsen.

Eindelijk weer kampioen

Athletic Bilbao begon de jaren tachtig met een aantal teleurstellende klasseringen. Onder leiding van coach Javier Clemente zorgde de club echter voor een doorbraak door het kampioenschap van 1983 te bemachtigen. In 1984 deed het team er zelfs een schepje bovenop door de dubbel te veroveren. De bekerwinst van 1984 ging ten koste van FC Barcelona, dat onder meer Diego Maradona in de gelederen had. Pluisje veroorzaakte uit frustratie zelfs een opstootje tussen beide teams.

In het tweede deel van de jaren tachtig wist Athletic Bilbao de succesformule niet door te trekken. Tijdens het seizoen 1985-1986 besloot het bestuur zelfs om Clemente te ontslaan vanwege een slechte relatie met sterspeler Manuel Sarabia. Zonder de succestrainer zakte de club zelfs af naar de middenmoot van de Primera División, met de vijftiende plaats van 1996 als dieptepunt. Twee jaar later toonde Athletic Bilbao eindelijk beterschap door een tweede plaats te bemachtigen in LaLiga. Joseba Etxeberria behoorde tot één van de sterren van dat team.

Ontsnapt aan degradatie

Athletic Bilbao maakte een povere indruk gedurende het seizoen 2006-2007. Met veertig punten eindigde de club ternauwernood als zeventiende, waardoor een historische degradatie werd voorkomen. Een kentering volgde in 2011 door het aanstellen van Marcelo Bielsa als hoofdtrainer. De Argentijnse trainer loodste de Basken in zijn eerste seizoen (2011-2012) meteen naar de finale van de Europa League en de Copa del Rey. Zijn team bleef desondanks met lege handen achter.

Met Javi Martínez (Bayern München), Fernando Llorente (Juventus) en Ander Herrera (Manchester United) verkocht Athletic Bilbao een aantal sterkhouders. Bielsa hield het in 2013 eveneens voor gezien in Baskenland, waar dat jaar het nieuwe San Mames werd geopend. Mede dankzij de terugkeer van doelpuntenmachine Aritz Aduriz bereikten Les Leones de Copa del Rey-finale van 2015. Het was vooral aan FC Barcelona-aanvaller Lionel Messi te wijten dat een nieuwe prijs uitbleef (1-3).

In 2020 en 2021 verloor Athletic Bilbao wederom de Copa del Rey-finale. Pas in 2024 wist de club eindelijk af te rekenen met de prijzendroogte door Real Mallorca vanaf de strafschopstip te verslaan.

Rivaliteit

De Spaanse regio Baskenland telt verschillende voetbalclubs. Vooral de wedstrijden tussen Athletic Bilbao en Real Sociedad geniet veel aanzien. In de regio staat deze clash bekend als de Euskal Derbia. De steden Bilbao en San Sebastian worden gescheiden door een snelweg, waardoor de onderlinge duels ook wel bekend staan als de AP-8 Derby.

Europees voetbal

Athletic Bilbao speelde in het seizoen 1956-1957 voor het eerst een officiële wedstrijd buiten Spanje. De club bereikte de kwartfinale van de Europacup I en werd daarin gestuit door Manchester United. In Baskenland trok men weliswaar met 5-3 aan het langste eind, maar de uitwedstrijd op Old Trafford eindigde in een 3-0 nederlaag. Het team mocht in de jaren zestig ook meermaals deelnemen aan de Jaarbeursstedenbeker. Tot driemaal toe bleek de kwartfinale opnieuw het eindstation.

In het seizoen 1976-1977 wist Athletic Bilbao voor het eerst door te dringen tot een Europese finale. Na het uitschakelen van clubs als FC Basel, AC Milan en FC Barcelona mocht men het in de UEFA Cup-finale opnemen tegen Juventus. De Baskische formatie trok op basis van de uitdoelpuntenregel aan het kortste eind. De 2-1 overwinning in de thuiswedstrijd volstond niet door toedoen van de 1-0 uitnederlaag. Tot en met het seizoen 2011-2012 bleek dat ook het maximaal haalbare.

De UEFA Cup maakte in 2009 plaats voor de Europa League. Athletic Bilbao bereikte in het seizoen 2011-2012 de finale van dit toernooi door clubs als Manchester United, Schalke 04 en Sporting Portugal uit te schakelen. In het Roemeense Boekarest bleek competitiegenoot Atlético Madrid echter een maatje te groot (0-3). Vier jaar later ondernam Bilbao nog de beste poging om dit minimaal te evenaren, maar in de kwartfinale bleek opnieuw een Spaanse club te sterk: Sevilla.

Balans tegen Nederlandse clubs

Athletic Bilbao speelde vooralsnog vier officiële wedstrijden tegen een Nederlandse club. De Basken wonnen in het UEFA Cup-seizoen 1978-1979 met 2-0 van Ajax, maar de 3-0 nederlaag in Amsterdam bleek fataal. AZ bleef in het seizoen 2015-2016 ongeslagen in de groepsfase van de Europa League (2-1 thuis, 2-2 uit).

Het stadion

Het San Mamés is sinds 2013 de thuisbasis van Athletic Bilbao. Dit onderkomen biedt plaats aan 53.335 voetbalsupporters. Op 16 september speelde men de eerste wedstrijd op deze locatie tegen Celta de Vigo (3-2 overwinning voor 33.000 aanwezigen. De werkzaamheden waren op dat moment nog gaande, waardoor de Baskische club pas vanaf augustus 2014 de volledige capaciteit kon benutten.

Ook het oude stadion van Athletic Bilbao uit 1913 stond bekend als het San Mamés. Dit stadion had een uiteindelijke capaciteit van 39.750 plaatsen. In 1982 werden een drietal WK-wedstrijden afgewerkt op die locatie.

Veelgestelde vragen over Athletic Bilbao

Laatste update: 18 april 2024