Mark van Bommel

Mark van Bommel is een Nederlandse voetbaltrainer. Op dit moment werkt hij voor Royal Antwerp FC, dat onder zijn leiding in 2023 de Belgische titel veroverde. De 79-voudig international van het Nederlands elftal bereikte als speler de wereldtop.

  • Van Bommel won in 2023 de Belgische dubbel met Royal Antwerp FC
  • Eerder werkte hij als trainer bij PSV en VfL Wolfsburg
  • Zijn voetbalcarrière bracht hem langs clubs als PSV, FC Barcelona, AC Milan en Bayern München
  • Van Bommel won acht landstitels en één Champions League
  • Hij speelde 79 interlands voor het Nederlands elftal

Mark Peter Gertruda Andreas van Bommel werd op 22 april 1977 geboren in Maasbracht. De zoon van John en Andrea van Bommel is gehuwd met Andra van Marwijk, een dochter van oud-bondscoach Bert van Marwijk. Het stel heeft meerdere kinderen voortgebracht, waaronder profvoetballers Thomas en Ruben van Bommel.

Voetbalcarrière

Van Bommel begon zijn voetbalcarrière in 1985 bij amateurvereniging RKVV Maasbracht. In 1989 maakte de middenvelder de overstap naar de jeugdopleiding van Fortuna Sittard. Bij de Limburgse club doorliep hij het volledige traject.

Doorbraak bij Fortuna

Op 15 mei 1993 debuteerde Van Bommel in het betaald voetbal. In de wedstrijd tegen SC Cambuur (1-1) werd hij een van de jongste debutanten uit de geschiedenis van het betaald voetbal met zijn zestien jaar en 23 dagen. Met Fortuna Sittard degradeerde de middenvelder in het seizoen 1993-1994 uit de Eredivisie. De Limburgers herpakten zich op Eerste Divisie-niveau door in het daaropvolgende seizoen kampioen te worden en daarmee een snelle promotie tot stand te brengen.

In 1997 werd Bert van Marwijk geïnstalleerd als hoofdtrainer van Fortuna Sittard. De geboren Deventenaar speelde een grote rol in zijn leven. Niet alleen had de leermeester een grote invloed op zijn sportieve prestaties, maar hij werd later ook zijn schoonvader. Van Bommel groeide onder zijn leiding uit tot spelbepaler van Fortuna Sittard. Het team verraste in 1999 door PSV uit te schakelen in de halve finale van de KNVB Beker (1-3). Door een schorsing moest de middenvelder toekijken in de met 2-0 verloren bekerfinale tegen Ajax.

Succesvol met PSV

Van Bommel liep in 1999 zijn eerste hoofdprijs als voetballer mis, maar maakte dat jaar wel een fraaie overstap naar PSV. De middenvelder maakte zijn officiële debuut in Eindhovense dienst op 14 augustus in de met 4-1 gewonnen thuisweddstrijd tegen MVV Maastricht. Met een doelpunt en een assist was hij meteen van grote waarde voor het elftal van trainer Eric Gerets. Ruim een maand later speelde Van Bommel de eerste Champions League-wedstrijd uit zijn carrière. Op bezoek bij Bayern München (2-1 nederlaag) werd hij vlak voor tijd met rood weggestuurd.

In zijn eerste seizoen speelde Van Bommel 39 officiële wedstrijden voor PSV, waarin hij zes keer wist te scoren. Met Luc Nilis en Ruud van Nistelrooij als publiekstrekkers won de Eindhovense club in zijn debuutseizoen meteen de landstitel. PSV bleef in de daaropvolgende seizoenen bijzonder dominant door ook de landstitels van 2001, 2003 en 2005 binnen te slepen. In dat laatstgenoemde jaar werd ook de bekerfinale tegen Willem II in eigen voordeel beslist: 4-0. Van Bommel was inmiddels al geruime tijd aanvoerder.

Met PSV was Van Bommel ook succesvol in Europees clubverband. In het seizoen 2004-2005 bereikte zijn team de halve finale van de Champions League. PSV bood het Italiaanse AC Milan uitstekend partij en won thuis met 3-1, maar door de late tegentreffer van Massimo Ambrosini werd de route naar de Champions League-finale afgesneden. “Daar heb ik een heleboel gezeik mee gehad”, vertelde Van Bommel jaren later in de Cor Potcast. “Achter ons staan nog twee centrale verdedigers. Alex en, ik meende, Wilfred Bouma. Die bal valt er tussenin en we hebben geen goede druk op Kaká, die de voorzet kan geven. Ambrosini is dus weggelopen en hij kopt die bal binnen. Dan kun je zeggen dat het mijn man is, maar de afspraak was niet dat ik achter hem zou staan.”

Ondanks het controversiële moment tegen AC Milan groeide Van Bommel uit tot een PSV-icoon. In totaal speelde hij 273 officiële wedstrijden voor de bespeler van het Philips Stadion, waarin hij 64 keer wist te scoren. In mei 2003 maakte de middenvelder zelfs vier doelpunten in de thuiswedstrijd tegen Excelsior (7-0). Bijna twee jaar later maakte Van Bommel een hattrick in de competitietopper tegen Ajax, dat met 0-4 over de knie werd gelegd.

Champions League-winnaar met FC Barcelona

Gedurende zijn PSV-verblijf werd Van Bommel regelmatig gelinkt aan de stap naar een grotere competitie. Hij maakte in 2005 uiteindelijk de keuze door over te stappen naar het FC Barcelona van trainer Frank Rijkaard. De middenvelder maakte meteen indruk op de verzamelde journalisten door in het Spaans te reageren op Engelstalige vragen. Van Bommel verklaarde de zomer te hebben ondergebracht bij ‘de nonnen in Vught’ (Taleninstituut Regina Coeli).

Van Bommel debuteerde op 11 september 2005 in het shirt van FC Barcelona, dat Real Mallorca een 2-0 nederlaag toebracht. Dertien dagen later maakte de middenvelder in de uitwedstrijd tegen Real Betis (1-4 overwinning) zijn eerste doelpunt voor de Catalanen. Met 38 gespeelde wedstrijden en vier doelpunten had Van Bommel in het seizoen 2005-2006 een aandeel in de successen van FC Barcelona, dat zowel de Spaanse titel, Supercopa als de Champions League won. In de Champions League-finale tegen Arsenal werd de Nederlander na 61 minuten afgelost door Henrik Larsson, die de assist opeiste bij zowel de gelijkmaker als de winnende treffer.

Twee titels in Bayern-shirt

Van Bommel beloofde de PSV-supporters na FC Barcelona terug te keren naar Eindhoven. Op dat moment wist hij niet dat zijn periode in Camp Nou maar één seizoen zou duren. In de zomer van 2006 was de tijd vanzelfsprekend nog niet rijp voor een Eredivisie-comeback, waardoor de middenvelder toehapte na een bod van Bayern München (zo’n zestien miljoen euro). Op 9 september 2006 debuteerde Van Bommel in de bekerwedstrijd tegen FC Sankt Pauli, dat pas na verlenging door de knieën ging. Een week later maakte hij tegen Arminia Bielefeld (2-1 nederlaag) zijn eerste treffer voor Der Rekordmeister.

Het debuutseizoen van Van Bommel in het shirt van Bayern München verliep tegenvallend. De Duitse topclub eindigde op een teleurstellende vierde plaats in de Bundesliga, waar het team ook op andere fronten geen rol van betekenis speelde. Zijn tweede contractjaar bleek aanzienlijk succesvoller: Bayern München won zowel de landstitel, DFB-Pokal als de Ligapokal. Alleen in de UEFA Cup kon men in de halve finale worden gestuit door het Zenit Sint-Petersburg van trainer Dick Advocaat.

Bayern München greep in 2009 naast titelprolongatie door toedoen van VfL Wolfsburg. De nummer twee van de Bundesliga bleef dat seizoen zonder trofeeën, waardoor de clubleiding zich genoodzaakt voelde om Louis van Gaal aan te stellen als nieuwe hoofdtrainer. Onder zijn leiding won Van Bommel in het seizoen 2009-2010 zowel de Duitse titel als de DFB-Pokal. Tevens werd de finale van de Champions League bereikt, maar Bayern werd in Madrid verslagen door het Internazionale van trainer José Mourinho en sterspeler Wesley Sneijder.

Ondanks de aanwezigheid van landgenoot Van Gaal besloot Van Bommel halverwege het seizoen 2010-2011 te vertrekken bij Bayern München. Na 187 officiële wedstrijden en zestien doelpunten gaf hij zijn jawoord aan het Italiaanse AC Milan. “Het was het uitdrukkelijke verzoek van Mark om op sportieve gronden zijn contract te laten ontbinden om per direct naar AC Milan te kunnen. Op grond van de grote verdiensten die hij voor Bayern heeft gehad, hebben wij aan zijn wens voldaan”, zo verklaarde Karl-Heinz Rummenigge namens de Bundesliga-gigant.

Kampioen met AC Milan

Van Bommel debuteerde op 26 januari 2011, enkele dagen na zijn overstap, in het shirt van AC Milan. In de Coppa Italia-wedstrijd tegen Sampdoria (1-2 zege) speelde hij meteen de volle negentig minuten. Drie dagen later maakte de middenvelder zijn Serie A-debuut in de uitwedstrijd tegen Catania. In de 54ste minuut pakte Van Bommel zijn tweede gele kaart van de wedstrijd, maar desondanks won zijn nieuwe team met 0-2.

Ondanks zijn ongelukkige Serie A-debuut werd Van Bommel een vaste waarde bij AC Milan. Hij leverde een bijdrage aan het kampioenschap van 2011. De middenvelder besloot zijn contract met één seizoen te verlengen, waardoor hij tot de zomer van 2012 actief bleef in San Siro. In totaal speelde Van Bommel vijftig wedstrijden in Milanese dienst (geen doelpunten).

Afsluiten bij PSV

AC Milan overwoog het aflopende contract van Van Bommel te verlengen, maar in mei 2012 kondigde hij op emotionele wijze zijn vertrek aan. De middenvelder kwam een deel van zijn eerdere belofte na door terug te keren naar PSV. Op 5 augustus van dat jaar maakte hij zijn officiële rentree tijdens de met 4-2 gewonnen Johan Cruijff Schaal-wedstrijd tegen Ajax. Trainer Dick Advocaat maakte Van Bommel meteen aanvoerder van de Eindhovense formatie.

In zijn eerste vijf Eredivisie-wedstrijden van het seizoen 2012-2013 incasseerde Van Bommel, tot zijn eigen frustratie, telkens een gele kaart. Een vroege schorsing was daarmee een feit. Gaandeweg het seizoen groeide de kaartenlast. In de laatste speelronde van het seizoen botvierde hij zijn frustratie over het moeizame seizoen van PSV in de uitwedstrijd tegen FC Twente (3-1 nederlaag) door met tweemaal geel van het veld te worden gestuurd. Van Bommel kondigde na afloop zijn afscheid als profvoetballer aan.

PSV organiseerde in juli 2012 een afscheidswedstrijd voor Van Bommel. De hoofdrolspeler mocht zelf een gelegenheidsteam samenstellen, met onder meer Zlatan Ibrahimovic, Franck Ribéry, Arjen Robben en Phillip Cocu in de gelederen. Ook Fortuna Sittard organiseerde in september 2013 een afscheidswedstrijd tussen de Limburgse club en een samengesteld team met voormalig Fortuna-spelers. Van Bommel scoorde tweemaal en leverde één assist af.

PeriodeClub
1992-1999Fortuna Sittard
1999-2005PSV
2005-2006FC Barcelona
2006-2011Bayern München
2011-2012AC Milan
2012-2013PSV

Interlandcarrière

Van Bommel debuteerde op 7 oktober 2000 in het shirt van het Nederlands elftal. Bondscoach Louis van Gaal liet hem na 76 minuten opdraven tijdens de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Cyprus, dat met 0-4 opzij werd gezet. Hij viel in voor Paul Bosvelt. Van Bommel werd vanaf dat moment een vertrouwde naam in de selectie van Oranje. Als steunpilaar van PSV maakte hij op 24 maart 2001 zijn eerste interlanddoelpunt in de uitwedstrijd tegen Andorra (0-5 overwinning).

Het Nederlands elftal kwalificeerde zich niet voor het WK van 2002. Van Gaal stapte op en werd vervangen door Marco van Basten, die de oranjehemden wel liet kwalificeren voor de eindrondes van 2004 (EK) en 2006 (WK). In 2004 ontbrak Van Bommel vanwege een knieblessure in de EK-selectie, waardoor hij pas in 2006 zijn debuut maakte op een grote eindronde. De middenvelder liep in de veelbesproken achtste finale tegen Portugal (1-0 nederlaag) al na drie minuten tegen een gele kaart aan. Scheidsrechter Valentin Ivanov schreef zijn boekje die avond vol, maar in tegenstelling tot twee teamgenoten en twee tegenstanders werd Van Bommel ‘slechts’ gewisseld.

De relatie tussen Van Bommel en Van Basten was allerminst goed te noemen. De middenvelder ontbrak daardoor meermaals in de Oranje-selectie, waardoor hij zich zelfs enige tijd niet meer beschikbaar stelde voor de nationale ploeg. Na EURO 2008 werd uitgerekend zijn schoonvader Bert van Marwijk bondscoach van het Nederlands elftal. Van Bommel werd een vaste waarde in het elftal, dat in 2010 de finale van het WK speelde tegen Spanje. Een doelpunt van zijn oud-teamgenoot Andrés Iniesta bezorgde de Spanjaarden de wereldtitel (0-1).

De verliezend WK-finalist van 2010 werd twee jaar later al in de groepsfase van het EK uitgeschakeld. Van Marwijk vertrok als bondscoach en werd opgevolgd door Van Gaal. Van Bommel gaf op zijn beurt aan dat het tijd was om andere spelers een kans te geven, maar bedankte niet definitief voor het Nederlands elftal. Zijn interlandteller bleef desalniettemin steken op 79 interlands (tien doelpunten).


Trainerscarrière

Van Bommel besloot de voetballerij trouw te blijven door zich te focussen op het trainersvak. Bij de KNVB volgde hij de Cursus Betaald Voetbal. PSV bood hem de mogelijkheid om mee te draaien in de praktijk, waaronder het trainen van de Onder 19-selectie. Daarnaast was hij als assistent-bondscoach actief bij Saudi-Arabië, Australië (onder Van Marwijk) en Nederland onder 17.

Hoofdtrainer van PSV

In de zomer van 2018 vertrok Phillip Cocu als hoofdtrainer van PSV. De clubleiding koos voor een interne oplossing door Van Bommel door te schuiven. Onder diens leiding verloor de Eindhovense formatie de Johan Cruijff Schaal-wedstrijd van Feyenoord en werd men uitgeschakeld in de KNVB Beker door RKC Waalwijk, maar Van Bommel brak wel het Eredivisie-record uit het seizoen 1999-2000 door de eerste dertien competitiewedstrijden allemaal in winst om te zetten. Voor de winterstop verspeelde men alleen punten op bezoek bij Feyenoord (2-1).

PSV kon de dominantie onvoldoende doortrekken in de tweede helft van het seizoen 2018-2019. Met 83 punten eindigden de Eindhovenaren als tweede achter Ajax, dat op 86 punten eindigde. PSV bleef in het restant van 2019 worstelen door ‘slechts’ 31 punten over te houden aan de eerste zeventien Eredivisie-wedstrijden van het seizoen 2019-2020. In december 2019 werd Van Bommel ontslagen na de 3-1 nederlaag bij Feyenoord.

Kort verblijf in Wolfsburg

Van Bommel zat na zijn ontslag bij PSV meer dan anderhalf jaar werkloos thuis. Pas in de zomer van 2021 keerde de oud-international terug in de voetballerij door de nieuwe hoofdtrainer te worden van VfL Wolfsburg. Na zijn eerste wedstrijd raakte de trainer meteen in opspraak. In de na verlenging gewonnen bekerwedstrijd tegen Preussen Munster wisselde Van Bommel zes keer in plaats van de toegestane vijf, waardoor de DFB zich genoodzaakt voelde om Die Wölfe reglementair uit de DFB-Pokal te nemen.

Net als bij PSV begon Van Bommel met een fraaie reeks in competitieverband. VfL Wolfsburg won de eerste vijf Bundesliga-wedstrijden van het seizoen 2021-2022, maar daarna kwam de klad in de prestaties. Zijn elftal won nadien geen enkele officiële wedstrijd meer en dat resulteerde op 24 oktober 2021 tot zijn ontslag.

Met Marc Overmars na het kampioen van 2023 (Pro Shots)

Kampioen met Antwerp

Critici stelden vraagtekens bij de kwaliteiten van Van Bommel als trainer, maar het Belgische Royal Antwerp FC geloofde wel in diens kwaliteiten. Samen met directeur Marc Overmars kreeg hij de opdracht om een succesformule tot stand te brengen. Hiervoor haalde het duo spelers als Toby Alderweireld, Vincent Janssen, Jurgen Ekkelenkamp en Calvin Stengs in huis. Net als PSV en Wolfsburg draaide zijn team in de beginmaanden als een tierelier, maar ditmaal volgde er geen grote terugslag.

Royal Antwerp FC won onder Van Bommel de eerste landstitel in 66 jaar na bloedstollende play-offs. Het team won in 2023 ook de Belgische beker en de Belgische Supercup.

PeriodeTeamFunctie
2014Nederland -17Assistent-bondscoach
2015-2017Saudi-ArabiëAssistent-bondscoach
2017-2018PSV -19Jeugdtrainer
2018AustraliëAssistent-bondscoach
2018-2019PSVHoofdtrainer
2021VfL WolfsburgHoofdtrainer
2022-hedenRoyal Antwerp FCHoofdtrainer

Laatste update: 17 november 2023

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie