Carlo Ancelotti

Carlo Ancelotti is een Italiaanse voetbaltrainer. Momenteel is de voormalig profvoetballer werkzaam voor de Spaanse topclub Real Madrid, waar hij grote successen realiseerde.

  • Ancelotti is momenteel trainer van Real Madrid
  • De Italiaan werd landskampioen in zowel Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië als Spanje
  • Hij won de Champions League als trainer van AC Milan en Real Madrid
  • Ancelotti speelde zelf voor Parma, AS Roma en AC Milan
  • Ook kwam hij tot 26 interlands voor Italië

Voetbalcarrière Carlo Ancelotti

Carlo Ancelotti zag op 10 juni 1959 het levenslicht in het Italiaanse Reggiolo, een klein plaatsje in de buurt van Parma. Zijn vader Giuseppe verdiende zijn sporen als kaasboer. “Mijn vader was rustig”, vertelde Ancelotti jaren later. “Hij schreeuwde nooit, sloeg me nooit. Mijn moeder was ook zo.” Zus Angela maakte eveneens deel uit van het gezin.

In zijn geboorteplaats Reggiolo voetbalde Ancelotti voor de gelijknamige voetbalclub. Op zestienjarige leeftijd werd hij overgenomen door Parma, waar hij gedurende het seizoen 1976-1977 zijn debuut maakte in de Italiaanse Serie C. Ancelotti wist in het daaropvolgende seizoen definitief door te breken onder leiding van trainer Cesare Maldini, die hem doorgaans als aanvallende middenvelder of tweede spits liet opdraven.

Parma eindigde in het seizoen 1977-1978 als tweede in de Italiaanse Serie C1 en kwalificeerde zich daarmee voor de play-offs. In Vicenza mocht zijn team aantreden tegen Triestina. In deze beslissingswedstrijd scoorde Ancelotti tweemaal in de verlenging, waardoor zijn team met 3-1 aan het langste eind trok. De getalenteerde middenvelder wekte daarmee de aandacht van clubs als AS Roma en Internazionale.

Kampioen met AS Roma

AS Roma besloot ver te gaan om Ancelotti te overtuigen. Voor 750 miljoen lire (zo’n 390.000 euro) maakte de twintiger uiteindelijk de overstap naar de Romeinse club. De middenvelder bereikte in zijn debuutseizoen meteen de finale van de Coppa Italia. I Giallorossi hadden een strafschoppenserie nodig om Torino op de knieën te krijgen, waarbij Ancelotti de hoofdrol opeiste door de beslissende strafschop te benutten.

In het seizoen 1980-1981 won AS Roma de Coppa Italia opnieuw ten koste van Torino. Zowel de heen- als returnwedstrijd eindigde in 1-1, waardoor er opnieuw een strafschoppenserie nodig was om de winnaar te bepalen. Ancelotti nam één van de benutte strafschoppen voor zijn rekening. Het daaropvolgende seizoen ging door een zware knieblessure grotendeels aan hem voorbij, maar hij keerde op tijd weer terug om de slotfase van het seizoen mee te maken. AS Roma kroonde zich in 1983 tot kampioen van Italië.

Ook het seizoen 1983-1984 moest Ancelotti grotendeels missen door blessureleed. Hij ontbrak in de finale’s van zowel de Europacup I (verloren van Liverpool) en de Coppa Italia (zege op Hellas Verona). In 1986 won AS Roma andermaal de Italiaanse beker, maar de ontmoeting met Sampdoria ging eveneens aan hem voorbij. De reden? De ontknoping van de Coppa Italia viel gelijktijdig met het WK van 1986 in Mexico.

Grote successen met AC Milan

Na 227 officiële wedstrijden (zeventien doelpunten) nam Ancelotti afscheid van AS Roma. Voor 5,8 miljard lire (circa drie miljoen euro) maakte hij in 1987 de overstap naar competitiegenoot AC Milan, dat zich eveneens versterkte met Marco van Basten en Ruud Gullit. Een jaar later werd Frank Rijkaard eveneens aan de selectie toegevoegd in Milaan. Het team werd ingericht door eigenaar Silvio Berlusconi en trainer Arrigo Sacchi.

Sacchi liet AC Milan zeer attractief voetballen. Het grootste bewijs werd daarvan geleverd in de Europacup I-campagne van het seizoen 1988-1989. In de halve finale bleef de Italiaanse topclub op bezoek bij Real Madrid overeind (1-1) om thuis met 5-0 te winnen. Ancelotti maakte de openingstreffer en leidde zijn daarmee naar de finale. Het Roemeense Steaua Boekarest had in de finale geen schijn van kans: 4-0.

In het seizoen 1989-1990 zegevierde AC Milan opnieuw in de finale van de Europacup I, ditmaal ten koste van Benfica (1-0). Na beide Europese finales won het team ook de wereldbeker voor clubteams en de Europese Supercup. Het succes van de Rossoneri bleef zeker niet beperkt tot de Europese clubtoernooien. AC Milan domineerde ook in eigen land door twee landstitels (1988 en 1992) en een Supercoppa (1988) aan de prijzenkast toe te voegen.

Het kampioenschap van 1992 bleek het laatste succes van Ancelotti als voetballer. De middenvelder raakte onder de nieuwe trainer Fabio Capello zijn basisplaats kwijt, waardoor hij op 32-jarige leeftijd besloot om een punt te zetten achter zijn voetbalcarrière.

PeriodeClub
1976-1979Parma
1979-1987AS Roma
1987-1992AC Milan

Interlandcarrière Carlo Ancelotti

Ancelotti, die in 1979 in actie kwam voor het olympisch team, debuteerde op 6 januari 1981 voor het nationale team van Italië. Bondscoach Enzo Bearzot liet hem de volledige oefeninterland tegen het Nederlands elftal spelen. De middenvelder had slechts zeven minuten nodig om zijn eerste interlandtreffer te laten aantekenen. Het onderonsje in Uruguay ter gelegenheid van de Mundialito (Mini WK) eindigde dankzij Jan Peters in een 1-1 gelijkspel.

In 1982 behoorde Ancelotti niet tot de WK-selectie van Italië, dat zich tot wereldkampioen kroonde. Vier jaar later werd hij wel geselecteerd voor het wereldkampioenschap, maar de middenvelder moest vanaf de reservebank toekijken hoe zijn teamgenoten al in de achtste finale werden uitgeschakeld door Frankrijk. Pas in 1988 mocht Ancelotti debuteren op een grote eindronde. Als basisspeler verloor zijn team in de halve finale van de Sovjet-Unie, dat in de EK-finale vervolgens werd afgetroefd door het Nederlands elftal.

Op het WK van 1990 speelde Ancelotti drie wedstrijden. De middenvelder zat op de bank tijdens de halve finale tegen het Argentinië van Diego Maradona (verloren na strafschoppen), maar mocht wel opdraven in de met 2-1 gewonnen troostfinale tegen Engeland. Ruim een jaar later, op 13 november 1991, speelde Ancelotti zijn 26ste en laatste interland voor Italië tegen Noorwegen (1-1). Na zijn debuutwedstrijd scoorde hij niet meer als international.


Trainerscarrière Carlo Ancelotti

Ancelotti beëindigde in 1992 zijn voetbalcarrière. De Italiaanse bondscoach Arrigo Sacchi, zijn voormalig trainer bij AC Milan, besloot hem meteen in zijn staf op te nemen als assistent. Onder leiding van het duo bereikte de Italiaanse voetbalploeg in 1994 de finale van het WK, maar het team greep naast de wereldtitel door een fatale strafschoppenserie tegen Brazilië.

Promotie met Reggiana

In 1995 verliet Ancelotti de Italiaanse voetbalploeg om trainer te worden van AC Reggiana 1919. Zijn team was net daarvoor gedegradeerd uit de Serie A, maar de debuterende hoofdtrainer kreeg het voor elkaar om snel weer schwung in het elftal te krijgen. Na een vierde plaats promoveerde Reggiana in het seizoen 1995-1996 alweer naar de hoogste divisie van Italië.

Tweede met Parma

Ancelotti beleefde in 1996 een dubbele promotie. Niet alleen loodste hij Reggiana naar de Serie A, maar hij kreeg ook de kans om hoofdtrainer te worden van zijn oude liefde Parma. Hij werkte hier met aansprekende namen als Gianluigi Buffon, Fabio Cannavaro, Lilian Thuram, Dino Baggio en Hernán Crespo. Ook Gianfranco Zola en Hristo Stoichkov behoorden nog korte tijd tot diens selectie.

In zijn eerste seizoen leidde Ancelotti Parma meteen naar een historische tweede plaats in de Serie A. Het team dwong daarmee deelname aan de Champions League af, maar werd al in de groepsfase uitgeschakeld. Parma kwam in het seizoen 1997-1998 niet verder dan een zesde plaats in de Serie A en de halve finale van de Coppa Italia. Ancelotti werd na twee jaar de deur gewezen.

Magere jaren bij Juventus

Ancelotti kwam door zijn ontslag bij Parma zonder werk te zitten. Hij keerde in februari 1999 terug als hoofdtrainer van Juventus, dat Marcello Lippi op straat had gezet. In Turijn kreeg de oefenmeester te maken met sterspelers als Zinédine Zidane, Didier Deschamps, Thierry Henry, Edgar Davids, Filippo Inzaghi en Alessandro Del Piero. Zijn team werd in de halve finale van de Champions League uitgeschakeld door de latere winnaar Manchester United.

In het seizoen 1998-1999 eindigde Juventus op een teleurstellende zevende plaats. De Oude Dame liep daarmee plaatsing voor Europees voetbal mis, maar kreeg via het Intertoto-toernooi een herkansing en plaatste zich op deze wijze alsnog voor de UEFA Cup. Juventus werd in de achtste finale uitgeschakeld door het Spaanse Celta de Vigo. In de Serie A hadden Ancelotti en consorten de titel voor het grijpen. Een 1-0 nederlaag bij Perugia op de slotdag van het seizoen gaf SS Lazio echter de kans om er met het kampioenschap vandoor te gaan.

Ancelotti werd in 2001 uitgeroepen tot Trainer van het Jaar in Italië, maar de leiding van Juventus besloot de samenwerking te beëindigen. Het team was opnieuw blijven steken op de tweede plaats van de Serie A en was daarnaast al in de groepsfase van de Champions League uitgeschakeld.

Succes met AC Milan

AC Milan eindigde in het seizoen 2000-2001 op de zesde positie van de Serie A. In de daaropvolgende maanden presteerden de Rossoneri opnieuw moeizaam, waardoor Ancelotti in november 2001 de kans kreeg om hoofdtrainer te worden van de club waar hij zijn grootste successen behaalde als voetballer. In Milaan kreeg de trainer te maken met spelers als Paolo Maldini, Alessandro Costacurta, Gennaro Gattuso, Rui Costa, Andrea Pirlo, Massimo Ambrosini, Andrei Shevchenko en Filippo Inzaghi.

Onder leiding van Ancelotti eindigde AC Milan in het seizoen 2001-2002 als vierde in de Serie A, waar de halve finale het eindstation bleek in zowel de Coppa Italia als de UEFA Cup. In de zomer van 2002 werd zijn selectie versterkt met namen als Alessandro Nesta, Clarence Seedorf en Rivaldo. Ondanks deze kwaliteitsimpuls steeg AC Milan slechts één plaats op de ranglijst (derde), maar zowel in de Coppa Italia als de Champions League had Ancelotti het beter voor elkaar. De Milanese formatie won de finales van respectievelijk AS Roma en Juventus.

De Champions League-winst van 2003 gaf AC Milan veel vertrouwen. In het seizoen 2003-2004 kroonde de Italiaanse topclub, inmiddels versterkt met de klasse van Kaká, zich eindelijk weer eens tot landskampioen. Ancelotti loodste zijn team eveneens naar de Europese Supercup. AC Milan kreeg eveneens de kans om te strijden voor de wereldbeker voor clubteams, maar in de finale tegen Boca Juniors verloren zijn manschappen de strafschoppenserie van het Argentijnse Boca Juniors.

Met Gennaro Gattuso na het bereiken van de CL-finale in 2005 (Pro Shots)

In het seizoen 2004-2005 reikte AC Milan opnieuw tot de finale van de Champions League. Halverwege leidde het elftal van Ancelotti met klinkende cijfers (3-0), maar dat bleek niet voldoende om de cup met de grote oren opnieuw naar Milaan te brengen. Tegenstander Liverpool scoorde driemaal in de tweede helft en dwong daarmee een verlenging af. In de verlenging werd niet gescoord, waarna The Reds vanaf de penaltystip het verschil maakten. Een historische finale was daarmee een feit.

AC Milan bleef in de seizoenen 2004-2005 en 2005-2006 prijsloos. Ancelotti zag een aantal grote namen afscheid nemen in San Siro, waar Ronaldo juist aan de selectie werd toegevoegd. De Braziliaanse spits mocht in het seizoen 2006-2007 niet deelnemen aan de Champions League, maar de Italiaanse topclub nam sportieve revanche door ditmaal wel af te rekenen met Liverpool: 2-1. Filippo Inzaghi nam beide treffers voor zijn rekening, waar Dirk Kuijt vlak voor tijd de aansluitingstreffer produceerde. AC Milan won vervolgens ook de Europese Supercup en wereldbeker voor clubteams.

AC Milan stelde in de Serie A juist teleur. In het seizoen 2007-2008 kwam de club niet verder dan een vijfde plaats, waardoor men deelname aan de Champions League kon vergeten. Ondanks de komst van spelers als Ronaldinho en huurling David Beckham verliep het daaropvolgende seizoen al eveneens moeizaam. AC Milan eindigde als derde en speelde in de overige toernooien een bijrol, waardoor Ancelotti in de zomer van 2009 na meer dan vierhonderd wedstrijden afzwaaide als trainer van de Rossoneri.

Kampioen met Chelsea

In de zomer van 2009 maakte Ancelotti voor het eerst in zijn leven een uitstapje naar het buitenland. Hij werd aangesteld als manager van Chelsea, waar hij interim-coach Guus Hiddink opvolgde. Ancelotti bewees ook buiten Italië in staat te zijn om een elftal te raken. Hij leidde Chelsea in zijn eerste seizoen meteen naar de landstitel en de FA Cup. Een smetje op het seizoen was de vroege uitschakeling in de Champions League door toedoen van Internazionale (achtste finale).

Het tweede seizoen van Ancelotti op Stamford Bridge verliep een stuk stroever. Manchester United bleek zowel in de titelstrijd als de kwartfinale van de Champions League te sterk, waar Chelsea in de FA Cup en de League Cup evenmin hoge ogen gooide. Eigenaar Roman Abramovich besloot de Italiaan na twee jaar te ontslaan.

Oppermachtig met PSG

Ancelotti werd na zijn ontslag als manager van Chelsea naar Parijs gehaald. De Italiaan werd hoofdtrainer van het zeer ambitieuze Paris Saint-Germain, waar hij te maken kreeg met voormalig Milan-speler Leonardo als technisch directeur. In het Parc des Princes mocht hij tussen 2011 en 2013 verschillende topspelers begroeten als aanwinst, waaronder Thiago Silva en Zlatan Ibrahimovic, maar het lukte de Ligue 1-formatie niet om de hoge verwachtingen waar te maken.

Paris Saint-Germain eindigde in het seizoen 2011-2012 als tweede achter Montpellier in de Franse Ligue 1. Zijn team boekte evenmin succes in de Europa League (exit in de groepsfase) en beide bekertoernooien. Ancelotti kreeg desalniettemin de kans om de ploeg ook in het seizoen 2012-2013 te leiden. PSG werd in 2013 zowel in de Champions League, Coupe de France als de Coupe de la Ligue al in de kwartfinale uitgeschakeld, maar veroverde wel de landstitel door nummer twee Olympique Marseille op grote achterstand te houden (twaalf punten).

Met de Champions League-beker van 2015 (Pro Shots)

Ultieme CL-zege met Real Madrid

Ancelotti verliet Paris Saint-Germain om in de zomer van 2013 over te stappen naar Real Madrid. De Italiaan mocht verschillende nieuwkomers aan zijn selectie toevoegen, waaronder recordaankoop Gareth Bale (105 miljoen euro). In het Bernabéu vormde de Welshman een droomvoorhoede met Karim Benzema en Cristiano Ronaldo. Met de zogenoemde BBC-aanval eindigde Real Madrid achter Atlético Madrid in de Primera División, maar in de finale van de Champions League nam men wraak door na verlenging met 4-1 te winnen. Ook won het elftal van Ancelotti de Copa del Rey ten koste van aartsrivaal FC Barcelona (2-1).

De Europese eindzege van 2014 maakte La Décima compleet: voor de tiende keer werd de Champions League (eerder de Europacup I) gewonnen door Real Madrid. In augustus van dat jaar werd ook afgerekend met Europa League-winnaar Sevilla in de strijd om de Europese Supercup. Real Madrid kon het succesverhaal echter niet doortrekken in het restant van het seizoen en bleef verder prijsloos. In mei 2015 werd Ancelotti ontslagen door De Koninklijke.

Ook kampioen met Bayern

Na Italië, Engeland, Frankrijk en Spanje maakte Ancelotti het lijstje compleet door in de zomer van 2016 aan de slag te gaan in Duitsland. De Italiaanse succestrainer werd aangesteld door Bayern München. In zijn eerste contractjaar loodste hij Der Rekordmeister meteen naar de landstitel. Zijn team imponeerde in de achtste finale van de Champions League door Arsenal over twee wedstrijden met 10-2 te verslaan, maar werd vervolgens in de kwartfinale uitgeschakeld door Real Madrid (na verlenging).

Bayern München verloor eind september 2017 met 3-0 bij diens oude werkgever Paris Saint-Germain. Volgens voorzitter Uli Hoeness keerden een handvol belangrijke spelers zich tegen Ancelotti, die daarom uit zijn functie werd ontheven.

Via Napoli naar Everton

Ancelotti keerde in de zomer van 2018 terug naar de Italiaanse Serie A. Hij werd in Napels gepresenteerd als opvolger van Maurizio Sarri. De succestrainer tekende voor drie seizoenen bij Napoli, maar werd vanwege de grillige resultaten al in december 2019 ontslagen na de uitschakeling in de groepsfase van de Champions League. In het persbericht sprak de club wel van ‘vriendschap, achting en wederzijds respect‘.

Nog diezelfde maand werd Ancelotti door de Nederlandse directeur Marcel Brands aangesteld als manager van Everton. De club uit Liverpool had fors geïnvesteerd in de selectie en dacht in de Italiaanse manager de juiste man te hebben gevonden om dit proces te begeleiden. Onder zijn leiding bleef de bespeler van Goodison Park twee seizoenen op rij steken in de middenmoot van de Premier League. Ancelotti vertrok medio 2021 bij Everton, dat hij in 2023 aanklaagde vanwege het niet naleven van de financiële afspreken.

Carlo Ancelotti met Vinícius Júnior (Pro Shots)

Terugkeer bij Real Madrid

Everton en Real Madrid bereikten in de zomer van 2023 een akkoord over de overstap van Ancelotti. De Italiaan keerde terug naar de Spaanse hoofdstad, waar hij Zinédine Zidane opvolgde als hoofdtrainer. In het seizoen 2021-2022 loodste hij De Koninklijke naar de landstitel en werd daarmee de eerste trainer die in de vijf grote competities van Europa het kampioenschap veroverde (Serie A, Premier League, Ligue 1, Bundesliga en Primera División).

In het seizoen 2021-2022 toonde Real Madrid veel veerkracht in de Champions League. Meermaals sloeg de formatie van Ancelotti uit geslagen positie toe, waardoor men de kans kreeg om Liverpool in de finale met 1-0 opzij te zetten. Enkele maanden later werd ook de Europese Supercup veroverd ten koste van Eintracht Frankfurt (2-0). In februari 2023 maakten de Madrilenen evenmin een fout in de WK-finale voor clubteams: 5-3 tegen Al-Hilal.

Ancelotti won in het seizoen 2022-2023 eveneens de Copa del Rey met Real Madrid, dat Osasuna klopte in de finale. Het kampioenschap moest men aan aartsrivaal FC Barcelona laten, maar in het seizoen 2023-2024 bleken de Madrilenen oppermachtig in LaLiga. Zijn team won daarnaast opnieuw de Champions League na een 2-0 zege op Borussia Dortmund.

PeriodeTeamFunctie
1992-1995ItaliëAssistent-bondscoach
1995-1996AC Reggiana 1919Hoofdtrainer
1996-1998ParmaHoofdtrainer
1999-2001JuventusHoofdtrainer
2001-2009AC MilanHoofdtrainer
2009-2011ChelseaHoofdtrainer
2011-2013Paris Saint-GermainHoofdtrainer
2013-2015Real MadridHoofdtrainer
2016-2017Bayern MünchenHoofdtrainer
2018-2019NapoliHoofdtrainer
2019-2021EvertonHoofdtrainer
2021-hedenReal MadridHoofdtrainer

Laatste update: 2 augustus 2024

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie