Sir Alex Ferguson

Sir Alex Ferguson is een legendarische voetbaltrainer uit Schotland. De voormalig profvoetballer maakte vooral furore als manager van de Engelse topclub Manchester United.

  • Sir Alex Ferguson beëindigde zijn trainersloopbaan in 2013
  • De Schot maakte vooral naam als manager van Manchester United
  • Hij won dertien landstitels en twee Champions League’s op Old Trafford
  • Ferguson was voor zijn United-periode louter actief in Schotland
  • Hij speelde zeven wedstrijden voor Schotland XI

Voor altijd een legende in Manchester

Sir Alexander Chapman Ferguson werd op 31 december 1941 geboren in het Schotse Glasgow, op Shieldhall Road. Hij is een zoon van Elizabeth en Alexander Beaton Ferguson. Het gezin bestond daarnaast uit zijn jongere broer Martin, die het eveneens tot profvoetballer schopte. Laatstgenoemde kwam in de jaren zestig uit voor clubs als Barnsley en Doncaster Rovers.

Ferguson groeide op in Govan, een district in Glasgow. In 2013 vertelde hij aan de Daily Record: “Onze moeders zouden zeggen: ‘Ga naar buiten en haal een frisse neus’. Wij waren altijd in de tuin, vochten met de bendes op straat en speelden voetbal. Dat was je leven. Het was een geweldigde opvoeding. Het enige wat we deden was voetballen en vechten.”

De jonge Ferguson studeerde aan de Broomloan Road Primary School en Govan High School. In 1961 leidde hij een leerlingenstaking. Naar eigen zeggen speelde de Labour-achtergrond van zijn ouders daarbij een grote rol. Als leerling-gereedschapmaker werd Ferguson winkelbediende in een fabriek in Hillington. Uiteindelijk koos de Schot echter voor een carrière in het voetbal.

Voetbalcarrière

Ferguson trapte zijn carrière af bij de bescheiden voetbalclub Harmony Row Boys Club. Op de eigen website omschrijft de club hem als ‘beschermheer en weldoener’. De aanvaller maakte op jonge leeftijd de overstap naar Drumchapel Amateurs, waar hij zich in de kijker speelde bij toenmalig tweedeklasser Queen’s Park FC. Bij The Spiders, meer dan een eeuw de vaste bespeler van Hampden Park, slaagde Ferguson er niet in om een vaste basisplaats te veroveren. Wel pikte hij er regelmatig zijn doelpunten mee.

Goalgetter bij Dunfermline

In 1960 koos Ferguson voor een transfer naar St. Johnstone, dat net was gepromoveerd. Ook hier volstonden zijn doelpunten niet om een vaste waarde te worden. Na vier seizoenen besloot de spits over te stappen naar Dunfermline. Zijn komst werd opgestart door succestrainer Jock Stein, die echter al vertrokken was voordat Ferguson er neerstreek.

Het vertrek van Stein had geen gevolgen voor Ferguson. In het shirt van Dunfermline scoorde de spits aan de lopende band: 66 keer in 89 competitietreffers. In het seizoen 1965-1966 scoorde hij maar liefst 45 keer, waarvan 31 in de Schotse competitie. Samen met Joe McBride eindigde Ferguson aan kop van het topscorersklassement. Dunfermline eindigde dat seizoen op de vierde plaats achter Celtic, Glasgow Rangers en Kilmarnock.

Vervelend afscheid bij Rangers

Als goalgetter van Dunfermline maakte Ferguson in 1967 de overstap naar Glasgow Rangers, dat zo’n 65.000 pond neertelde voor diens handtekening. Bij The Gers maakte de aanvaller 35 doelpunten in 66 officiële wedstrijden. Scoren deed Ferguson onder meer in de Jaarbeursstedenbeker tegen het Duitse 1. FC Köln en het Spaanse Athletic Bilbao. Mede dankzij diens bijdrage bereikte Rangers in 1969 de halve finale van het Europese clubtoernooi, maar de latere winnaar Newcastle United bleek over twee duels te sterk.

In 1969 bereikte Glasgow Rangers eveneens de finale van de Schotse beker. Voor het oog van 132.870 toeschouwers verloor zijn team met 4-0 van aartsrivaal Celtic. Aanvoerder Billy McNeill kopte al in de derde minuut raak vanuit een hoekschop en dat werd Ferguson kwalijk genomen, aangezien hij de opdracht kreeg om hem te dekken bij standaardsituaties. De aanvaller werd nadien teruggezet naar een jeugdelftal. Volgens broer Martin besloot hij uit frustratie zijn verliezersmedaille weg te gooien.

Laatste jaren als prof

Met deze ervaring in het achterhoofd vertrok Ferguson in 1969 bij Glasgow Rangers. Het Engelse Nottingham Forest toonde interesse, maar de spits gaf zijn jawoord aan het gedegradeerde Falkirk. In zijn eerste seizoen leidde hij de club meteen weer naar de hoogste divisie van Schotland. Ferguson produceerde 37 doelpunten in 95 competitiewedstrijden namens The Bairns.

In 1973 maakte Ferguson zijn laatste overstap als profvoetballer. Hij streek neer bij Ayr United, waar hij in het seizoen 1973-1974 afsloot met dubbele cijfers (tien doelpunten in 28 wedstrijden).

PeriodeClub
1957-1960Queen’s Park
1960-1964St. Johnstone
1964-1967Dunfermline
1967-1969Glasgow Rangers
1969-1973Falkirk
1973-1974Ayr United

Interlandcarrière

Ferguson speelde in 1960 één wedstrijd voor het Schotse amateurelftal, waarvoor hij meteen wist te scoren. Als doelpuntenmaker van Dunfermline speelde de aanvaller in 1967 een zevental interlands met Schotland XI, dat een tour maakte door onder meer Australië en Hongkong. Voor deze B-ploeg van Schotland maakte Ferguson in totaal negen doelpunten.

Ook mocht Ferguson tweemaal opdraven voor de Scottish Football League XI (één doelpunt). Hij speelde nooit een interland voor het Schotse nationale team.


Trainerscarrière

Ferguson beëindigde zijn voetbalcarrière in 1974. In de zomer van dat jaar werd hij op 32-jarige leeftijd aangesteld als manager van het Schotse East Sterlingshire, dat op het derde niveau acteerde. Ondanks de bescheiden vergoeding (veertig pond per week) en het ontbreken van een doelman liet Ferguson zich meteen gelden. Aanvaller Bobby McCulley verklaarde in The Guardian: “Ik was nog nooit bang voor iemand geweest, maar hij was vanaf het begin een angstaanjagende klootzak.”

Als debuterende coach nam Ferguson alles zeer serieus. “Alles was geconcentreerd op zijn doelstellingen”, vertelde McCulley. “Tijd speelde geen rol voor hem, hij droeg nooit een horloge. Als hij iets wilde bereiken, dan bleef hij zo lang als nodig was of kwam hij vroeg opdagen. Hij deed altijd met ons mee op de training en liet ons in het donker doorgaan tot zijn vijfkoppige team won. Hij was wild, gaf elleboogstoten en schopte.”

Promotie met St. Mirren

In oktober 1974 kreeg Ferguson de mogelijkheid om aan de slag te gaan bij St. Mirren. Aanvankelijk was hij voornemens om loyaal te blijven aan East Sterlingshire, maar op advies van Jock Stein besloot de trainer alsnog toe te happen. Onder zijn leiding ontwikkelde de club zich uitstekend. Ferguson leidde het getalenteerde team vanuit de onderste regionen van de Second Division (derde divisie) naar de Scottish Premiership. Het attractieve voetbal van St. Mirren liet ook de toeschouwersaantallen fors toenemen.

Ferguson leidde St. Mirren tussen 1974 en 1978. Volgens de Schotse club zou de oefenmeester zich schuldig hebben gemaakt aan contractbreuk, onder meer door spelers te betalen zonder toestemming. Ook zou hij zich hebben misdragen tegenover medewerkers. Voorzitter Willie Todd verklaarde aanvankelijk dat Ferguson ‘geen managerskwaliteiten bezat’, maar in 2008 liet hij aan The Guardian weten dat een overeengekomen dienstverband met Aberdeen de aanleiding vormde voor deze breuk. Deze club zou hebben nagelaten om contact te zoeken over een afkoopsom. Het betrof het enige ontslag in zijn lange trainerscarrière.

Het standbeeld van Sir Alex Ferguson bij Aberdeen (Pro Shots)

Europacup II-winnaar met Aberdeen

In 1977 had Ferguson nog ‘nee’ gezegd tegen een aanbod van Aberdeen, maar een jaar later werd hij alsnog aangesteld als manager van deze club. Onder zijn leiding boekten The Dons grote successen. Aberdeen wist de hegemonie van Celtic en Glasgow Rangers te doorbreken door de landstitels van 1980, 1984 en 1985 te veroveren. Ook won het team de Schotse beker in 1982, 1983, 1984 en 1986.

Niet alleen in Schotland maakte Aberdeen indruk. Het team van Ferguson maakte in het seizoen 1982-1983 eveneens indruk in de Europacup II. De Schotse formatie veegde in de voorronde de vloer aan met het Zwitserse FC Sion en zette vervolgens een fraaie reeks neer door achtereenvolgens af te rekenen met Dinamo Tirana, Lech Poznán, Bayern München, Waterschei SV Thor en Real Madrid. Een 2-1 overwinning op de Spaanse topclub (na verlenging) volstond voor de eerste Europese hoofdprijs uit de clubgeschiedenis. Alex McLeish en Gordon Strachan waren de bekendste spelers uit dit succesteam.

Als Europacup II-winnaar mocht Aberdeen het opnemen tegen het Hamburger SV van succestrainer Ernst Happel. Na een 0-0 gelijkspel in Hamburg won de Schotse formatie thuis met 2-0, waardoor ook de Europese Supercup aan de prijzenkast werd toegevoegd. Aberdeen bleef in de jaren tachtig behoorlijk presteren in de Europacup II. In het seizoen 1983-1984 werd men pas in de halve finale uitgeschakeld door FC Porto, waar in het seizoen 1985-1986 de kwarfinale het eindstation bleek door toedoen van IFK Göteborg.

Bondscoach van Schotland

Op 10 september 1985 speelde Schotland in de kwalificatiefase voor het WK met 1-1 gelijk tegen Wales. Deze remise volstond voor deelname aan de play-offs, maar na afloop ging het helemaal mis: bondscoach Jock Stein stortte in elkaar en overleed amper een half uur na het laatste fluitsignaal. Ondanks alle emotie moest de Schotse voetbalbond snel handelen. Ferguson was bereidwillig gevonden om het stokje over te nemen. Hij combineerde het bondscoachschap een jaar met zijn werkzaamheden bij Aberdeen, waar Archie Knox als co-manager werd aangesteld.

Ferguson leidde Schotland ten koste van Australië naar het WK van 1986 (2-0 thuis, 0-0 uit). Zijn team kwam net als Denemarken, Uruguay en West-Duitsland terecht in Groep E. Deze groep werd betiteld als de Groep des doods. Schotland bood prima tegenstand, maar verloor nipt van zowel Denemarken (0-1) als West-Duitsland (1-2). Een 0-0 gelijkspel tegen de Zuid-Amerikaanse kampioen Uruguay redde nog wel de Schotse eer.

Moeizame start bij Manchester United

Het succes van Aberdeen bleef niet onopgemerkt in Engeland. Vanuit de First Division, de voorloper van de Premier League, kwam de belangstelling op gang. Op 6 november 1986 werd Ferguson aangesteld als opvolger van Ron Atkinson bij Manchester United. In de vijf seizoenen voor zijn komst waren The Red Devils steevast in de topvier geëindigd, maar onder zijn leiding presteerde het team teleurstellend. Ondanks de tweede plaats van 1988 werden zijn beginjaren op Old Trafford getypeerd als grauw. United eindigde in drie van de vier seizoenen in het rechterrijtje.

In het seizoen 1989-1990 eindigde Manchester United als dertiende, onder meer door een 5-1 nederlaag tegen Manchester City. De supporters en journalisten zaagden aan zijn stoelpoten, maar de legendarische Matt Busby (naar hem zijn de Busby Babes vernoemd) wist het bestuur te overtuigen om Ferguson aan boord te houden. De Schot werd daarbij geholpen door de FA Cup-winst van 1990. Over twee wedstrijden won Manchester United de finale van Crystal Palace (3-3 en 1-0).

Het begin van een glorietijdperk

Het seizoen 1990-1991 verliep beter voor Manchester United. De manschappen van Ferguson eindigden als zesde in de Premier League en bereikten de finale van de Europacup II. FC Barcelona begon als favoriet aan de wedstrijd in De Kuip, maar de ploeg van trainer Johan Cruijff werd door twee doelpunten van Mark Hughes met 2-1 verslagen. Ronald Koeman maakte overigens de Catalaanse treffer. Manchester United won in 1991 ook de Europese Supercup ten koste van Rode Ster Belgrado (1-0).

In het seizoen 1991-1992 eindigde Manchester United als tweede in de First Division. Na dit seizoen werd de Premier League ingevoerd. Halverwege het seizoen bivakkeerde de club nog in de grijze middenmoot, maar gaandeweg begon het te draaien en dat resulteerde in het kampioenschap van 1993 (de eerste in 26 jaar). Éric Cantona werd gezien als de grote ster van het elftal van Ferguson, maar Ferguson kon in die periode ook beschikken over een enorm potentieel aan spelers. In de jaren negentig maakten spelers als Nicky Butt, Gary en Phil Neville, David Beckham, Paul Scholes en Ryan Giggs hun opwachting op Old Trafford. Zij werden The Class of ’92 genoemd.

Als landskampioen voegde Manchester United in 1993 een middenvelder toe aan de selectie: Roy Keane. De Ier werd voor een Brits recordbedrag (3,75 miljoen pond) naar Old Trafford gehaald. Hij versterkte het keurkorps van Ferguson, die zijn team uitstekend liet functioneren. Manchester United stond een groot deel van het seizoen 1993-1994 bovenaan in de Premier League en dat resulteerde in titelprolongatie. De Schot werd beloond door te worden uitgeroepen tot Manager van het Jaar.

Manchester United bleef in het seizoen 1994-1995 bovenin meedraaien. Cantona speelde een grote rol, maar hij dupeerde de club door op 25 januari 1995 een karatetrap uit te delen aan een supporter van Crystal Palace. De Engelse FA schorste hem langdurig en daardoor ging er een streep door de rest van zijn seizoen. Zonder de Fransman kreeg Manchester United het lastiger, maar toch bleef het kampioenschap langdurig binnen bereik. Blackburn Rovers, met Alan Shearer als spits, eindigde uiteindelijk met één punt voorsprong aan kop.

Champions League-winnaar in 1999

Halverwege de jaren negentig brak The Class of ’92 definitief door. Ferguson baarde opzien met zijn keuze om veel jeugdspelers te laten doorstromen. “You can’t win anything with kids”, spotte voormalig Liverpool-ster Alan Hansen zelfs in een Match of the Day-aflevering in 1995. Het bleken legendarische woorden. Manchester United bewees het ongelijk van de voetbalanalist. De formatie van de Schotse manager won de Premier League in zowel 1996 als 1997.

Het meest succesvolle seizoen onder leiding van Ferguson werd neergezet in 1998-1999. In het Arsenal van Arsène Wenger kregen The Red Devils een nieuwe uitdager, maar met één punt voorsprong werd Manchester United opnieuw kampioen van Engeland. Ook de FA Cup-finale tegen Newcastle United werd in eigen voordeel beslist. Het grootste succes werd behaald in de Champions League. De Premier League-formatie toonde in de halve finale tegen Juventus veerkracht door een 2-0 achterstand om te zetten in een 2-3 overwinning en bereikte daarmee de finale.

De clash tussen Manchester United en Bayern München in 1999 leverde een van de meest legendarische finales uit de voetbalgeschiedenis op. Mario Basler dacht de Duitse topclub aan de eindzege te helpen, maar in blessuretijd werkte invaller Teddy Sheringham de gelijkmaker tegen de touwen. Amper een minuut later tikte de eveneens ingevallen Ole Gunnar Solskjaer zelfs de 2-1 binnen. Als eerste Engelse club ooit won Manchester United de treble. Scoren in extremis werd sowieso een handelsmerk van zijn elftallen en dat leverde zelfs een bijnaam op (Fergie Time).

Succes met Nederlands tintje

De treble van 1999 betekende allerminst dat Ferguson achteruit ging hangen. De Schot bleef sleutelen aan Manchester United om de succesformule intact te houden. Dat lukte door in 2000 en 2001 andermaal de Premier League-titel naar Old Trafford te halen. Verdediger Jaap Stam had een belangrijk aandeel in dit verhaal, maar de Nederlander vertrok in 2001 na een conflict met Ferguson. De manager beschouwde het vertrek van de international van Oranje later als een van de grootste flaters uit zijn trainersloopbaan.

In 2001 besloot Ferguson zijn pensioen aan te kondigen. Zijn vrouw Cathy bracht hem echter op andere gedachten, waardoor de Schot zijn werkzaamheden bij Manchester United besloot voort te zetten. Ondanks een dopingschorsing van Rio Ferdinand en de zware concurrentie uit Londen (Arsenal en Chelsea) bleef de Engelse topclub succes behalen. Dat was mede te danken aan de Nederlander Ruud van Nistelrooij en de Portugees Cristiano Ronaldo, die aan de lopende band wisten te scoren. Ook in 2003, 2007, 2008 en 2009 kroonde Manchester United zich tot landskampioen.

Manchester United moest in 2004 de landstitel aan Arsenal laten. De Londenaren bleven maar liefst 49 wedstrijden op rij ongeslagen in de Premier League, maar dankzij Van Nistelrooij en Wayne Rooney sneuvelde die reeks op Old Trafford. Vooral voor de Nederlander betrof het sportieve revanche, aangezien hij een seizoen eerder in dezelfde wedstrijd een strafschop had gemist. De spits werd na zijn misser belaagd door Arsenal-spelers. De rivaliteit groeide in die tijd tot ongekende hoogte. Bij de editie van 2004-2005 ging het zelfs in de catacomben mis, waarbij Cesc Fàbregas een stuk pizza naar Ferguson gooide. De clash werd nadien betiteld als The Battle of the Buffet.

(Pro Shots)

Het Arsenal van Wenger greep na het kampioenschap van 2004 steevast naast de titel, maar onder leiding van José Mourinho kreeg men in Chelsea een nieuwe concurrent. Ferguson slaagde er desalniettemin wéér in om een succesteam te smeden, met onder meer Edwin van der Sar en Ronaldo als uitblinkers. In het seizoen 2007-2008 won Manchester United voor de tweede keer onder zijn leiding de Champions League. Van Sar greep een hoofdrol door de beslissende strafschop van Nicolás Anelka te pareren. Een jaar na dit succes maakte Ronaldo voor een transferrecord de overstap naar Real Madrid (95 miljoen euro).

De laatste jaren onder Ferguson

Ferguson leidde Manchester United in 2009 en 2011 nogmaals naar de finale van de Champions League, maar in beide gevallen was het FC Barcelona van Pep Guardiola te sterk. In de Premier League bleef zijn team wel gewoon succes boeken. In 2011 en 2013 kroonden The Red Devils zich andermaal tot landskampioen. Tussendoor dacht United óók beet te hebben, maar in het seizoen 2011-2012 greep Manchester City de titel door in blessuretijd een 1-2 achterstand om te zetten in een 3-2 overwinning.

In het seizoen 2012-2013 leidde Ferguson zijn duizendste wedstrijd als manager van Manchester United. Een hattrick van Robin van Persie, die werd overgenomen van rivaal Arsenal, besliste de wedstrijd tegen Southampton (3-2). Diezelfde Nederlander maakte in april 2013 tegen Aston Villa opnieuw een hattrick en daarmee werd de twintigste landstitel uit de clubgeschiedenis een feit. Enkele weken later, op 8 mei, kondigde Ferguson zijn afscheid aan als manager van Manchester United. Op 19 mei leidde hij zijn laatste wedstrijd tegen West Bromwich Albion (5-5).

Ferguson werd in de zomer van 2013 opgevolgd door landgenoot David Moyes, die al binnen een jaar werd ontslagen. Als beloning voor zijn verdiensten werd de Schot geridderd, waardoor hij met ‘Sir Alex’ mag worden aangesproken. Daarnaast werd de noordtribune van Old Trafford vernoemd naar de succestrainer. Ook werd in 2012 een standbeeld van Ferguson geplaatst buiten het stadion van Manchester United. Ferguson bracht in 2014 ook een biografie uit, waarin hij onder meer schreef over zijn conflicten met spelers als Beckham en Van Nistelrooij.

Na zijn afscheid als manager bleef Ferguson een vaste bezoeker van wedstrijden van Manchester United. Na mei 2018 verdween hij enige tijd uit beeld door een hersenbloeding, maar hij herstelde hiervan en keerde ‘gewoon’ terug op Old Trafford. In oktober 2023 stond de club stil bij het overlijden van zijn vrouw Cathy. Haar uitvaart werd onder meer bijgewoond door menig oud-speler en zelfs Liverpool-icoon Kenny Dalglish kwam opdagen. “De blijk van steun was een weerspiegeling van hoe vitaal Lady Cathy’s support was voor een van de grootste trainerscarrières in de voetbalgeschiedenis. Het sterke United was tevens het bewijs van de onbreekbare band tussen diegenen die onze club hebben vertegenwoordigd”, schreef de club nadien op de clubwebsite.

PeriodeTeamFunctie
1974East SterlingshireHoofdtrainer
1974-1978St. MirrenHoofdtrainer
1978-1986AberdeenHoofdtrainer
1985-1986SchotlandBondscoach
1986-2013Manchester UnitedHoofdtrainer

Laatste update: 5 december 2023

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie