“Guardiola, Mourinho, Ferguson en Wenger bij elkaar kunnen Arsenal niet helpen”

De laatste jaren verliepen weinig succesvol voor Arsenal, maar dit seizoen slaat alles. The Gunners bezetten met nog drie speelrondes te gaan slechts de negende plaats in de Premier League. Zondag ging het ook nog eens onderuit tegen aartsrivaal Tottenham Hotspur (2-1).

Paul Merson, die een lang verleden kende bij de club tussen 1985 en 1997, haalt keihard uit na de nieuwe wanprestatie. “Tegen Spurs maakte het niet uit of Pep Guardiola naast de zijkant op José Mourinho’s schoot zou zitten, die weer op Sir Alex Fergusons schoot zit en die weer op Arsene Wenger en de vier van hen zouden een manager zijn”, kwam de analist met een wat aparte analyse bij Daily Mail. “Als je een verdediger ben en je kan de bal nog niet eens passen naar de volgende verdediger over vijf meter, dan heb je een probleem.”

Volgens Merson gaat het bij de ploeg van Mikel Arteta mis bij de simpelste dingen. “Als de manager een trainingssessie doet en begint met passoefeningen over vijf meter begint iedereen te zeuren: ‘Waarom zouden we dat in hemelsnaam doen? Iedereen kan dat toch’. Nou blijkbaar niet.”

“Spelers zijn geobsedeerd door goede passing percentages. Verdedigers willen 88, 89 of 90 procent naar een teamgenoot passing. Maar ze zijn allemaal op vijf meter van elkaar. Wat boeit dat dan?”, legt de oud-aanvaller de vinger op de zere plek. “Er zijn zoveel statistieken tegenwoordig en spelers zijn bang voor ze. Dus ze proberen daardoor de makkelijke bal te spelen. Ze zouden zich zorgen moeten maken om proberen de nul te houden. Dat is als een hattrick voor een verdediger. Je wil dat ze op die manier denken.”