‘Tegenstanders worden niet bang van Promes en Bergwijn’

Het Nederlands elftal beschikt over een goede selectie, maar dan hebben we het vooral over de verdediging en ook het middenveld. Aanvallend gezien kan het nog wel wat beter, concludeert ook het Algemeen Dagblad op woensdagochtend.

De krant stelt allereerst: “Voor het eerst in jaren telt Oranje weer spelers van grote clubs uit drie van de vier topcompetities van Europa. Alleen: Oranje heeft buiten Memphis Depay nog geen aanvallers van wie een tegenstander bang wordt. Robben, Van Persie, Van Nistelrooij; dat waren doelpuntenmachines en/of aanvallers die op elk moment iets konden forceren met een individuele actie.”

Men vervolgt: “En zoals Stijn Schaars het eens beeldend zei: doet Robben mee, speelt elke tegenstander automatisch twintig meter verder naar achteren. Die angst boezemt hij in.” Dat geldt niet voor de huidige Oranje-aanvallers… “Quincy Promes dwingt dat niet af. Steven Bergwijn maakte tegen Polen zijn eerste interlandgoal. Calvin Stengs, Myron Boadu, Donyell Malen; zij groeien voorlopig nog binnen Nederland. In feite roept Luuk de Jong na Memphis nu de meeste vrees op. Met zijn specifieke kwaliteit als één van de beste aanvallende koppers van Europa.”