‘De Ligt wordt ‘De Muur’ genoemd en krijgt een 7: ik kan wel huilen van geluk’

Matthijs de Ligt legde een prima partij op de mat tegen Parma afgelopen weekend, maar in Nederland moeten we niet gelijk gaan overdrijven. Dat stelt columnist Nico Dijkshoorn van Voetbal International.

De Serie A stelt immers simpelweg niet zoveel voor, vindt hij, ook al willen Italianen je anders doen geloven. “Matthijs de Ligt heeft voor zijn spel tijdens de thuiswedstrijd tegen Parma van de Italiaanse website Tuttomercatoweb het cijfer 7 gekregen. Ze noemen hem De Muur. Ik kan wel huilen van geluk. Een paar parmantige voetbalgekkies in Italië vinden onze Matthijs een redelijke voetballer. Dat moet worden gevierd. Ik ga zo claxonnerend de straat op. Een 7. Gekregen van een Italiaanse verslaggever. Dan kun je zeggen: ja, het was het allemaal waard, de overstap naar Juventus”, opent Dijkshoorn cynisch.

“Hier in Nederland was Matthijs iedere week een 9, maar het woord zegt het al: Nederland. Een 9 in de Nederlandse competitie is in Italië blijkbaar een 6 of een 7 waard. En dat accepteren wij. Zo liggen de verhoudingen nog steeds. Zo zit dat nog steeds in ons hoofd. Wij in Nederland zijn inmiddels een zwakbegaafd voetballand en in Italië wordt droomvoetbal gespeeld.”

“Ik kijk ieder weekend naar twee wedstrijden uit de Italiaanse competitie. Laat ik daarom gewoon eens een gemiddeld cijfer geven voor wat ik tot nu toe heb gezien. Een 3. Maximaal. Er wordt op de hele aardbol geen arroganter en vervelender voetbal gespeeld. Ik heb het hier al eerder gezegd: dat zit blijkbaar in Italianen, de kinderlijke neiging alles uit hun land als de bron van al het goede te zien. (…) En toch zitten die Italiaanse voetballeuters heel hooghartig onze Nederlandse jongen een cijfer te geven. Ik protesteer daartegen.”

“Matthijs de Ligt moet spelen in de saaiste competitie ter wereld. Na iedere wedstrijd rijden er tienduizenden mannetjes van 1 meter 56 hoog op hun scootertje naar huis om hun moeder en hun vrouw te vertellen dat ze de nul weer hebben gehouden. Italianen voetballen eigenlijk liever niet. Iedereen, ook het publiek, zou dik tevreden zijn als beide teams elkaar vlak voor de aftrap een hand geven en weer naar huis gaan. De vertrouwde 0-0 op het scorebord. Iedereen blij”, foetert Dijkshoorn tot slot.