Machtsspel in top FC Volendam ondermijnt degradatiestrijd

Terwijl de hoofdmacht FC Volendam verwikkeld is in een hevig gevecht tegen degradatie uit de Eredivisie, is er in de top van de club al enige tijd een machtsspel gaande. Echt slim komt dat zeker niet over, maar eerder gênant. 

Met enige trots op zijn gezicht en een zelfverzekerde blik kondigde Keje Molenaar onlangs op tv aan de nieuwe vicevoorzitter van de Volendamse FC te gaan worden. Eerder was hij bij die club nog adviseur geweest, maar nu ging de oud-prof toetreden tot het bestuur van de eredivisionist.

Molenaar liet zelfs voor de tv-camera’s de eveneens aldaar aanwezige Frans Hoek, in het verleden doelman bij het Andere Oranje, weten hem in de toekomst graag ook in een functie te zien bij Volendam. Molenaar sprak kennelijk voor zijn beurt, want niet veel later werd bekend dat zijn benoeming tot vice-preses was tegengehouden door de raad van commissarissen.

Omdat het beoogde nieuwe bestuurslid ‘te close’ zou zijn met de leden van het zogeheten ‘Team Jonk’, de technische staf samen met hoofdtrainer Wim Jonk. Voorzitter Jan Smit, een groot voorstander van de komst van Keje Molenaar in het Volendamse clubbestuur, reageerde verbaasd op dit besluit van de RvC.

Crisis

Terwijl ondertussen twee mensen uit het bestuur van de FC opstapten, uitte ook Wim Jonk zijn ongenoegen over de beslissing van de RvC. Hij noemde het “bizar” dat Molenaar geen plekje mocht krijgen aan de Volendamse bestuurderstafel. Dat er sprake was van een crisis in de top van de van de eredivisieclub stond hiermee definitief vast.

Bestuurders, toezichthouders en dus de hoofdtrainer zijn het duidelijk niet met elkaar eens over de te volgen koers. En juist dát ondermijnt het gevecht waar FC Volendam zich eigenlijk op dit moment vooral mee bezig zou moeten houden: de strijd tegen degradatie. Die zal nog zwaar genoeg zijn, al werden er in de afgelopen weken al aardig wat punten gepakt.

Het is zaak dat er in alle geledingen van de palingclub zo snel als mogelijk de neuzen dezelfde richting op gaan, anders zou de interne onrust alleen maar nóg groter kunnen worden met, aan het einde van het seizoen, zelfs desastreuze gevolgen op sportief gebied.