Het voormalige PSV-talent dat gelukkig is met zijn kantoorbaan: “Kan slecht tegen onrecht”

Foto: Het voormalige PSV-talent dat gelukkig is met zijn kantoorbaan: “Kan slecht tegen onrecht”

Hij won het EK met Jong Oranje, speelde Europees voetbal met NEC en werd bijna topscorer in Denemarken. Toch was Tim Janssen opgelucht toen zijn voetbalcarrière erop zat. Waar miljoenen jongetjes dromen van een profbestaan, was hij juist benieuwd geraakt naar het leven buiten de kleedkamer. “Voetbal was mijn droom, maar niet het enige in mijn leven.”

Interview met Tim Janssen, oud-spits van PSV, RKC en Midtjylland

SoccerNews: Leuk je te spreken, Tim. Heb je wel eens eerder een interview gegeven over je carrière?
Tim Janssen: “Niet dat ik me kan herinneren. Dat ligt ook aan mezelf, want ik hecht er niet veel waarde aan, dus misschien ben ik het vergeten. Sinds ik ben gestopt, heb ik het zelden over mijn carrière gehad. Eigenlijk alleen als anderen erover begonnen. Dat was vroeger al zo. Als kind werd me op verjaardagen altijd gevraagd hoe het bij PSV ging, omdat ik daar in de jeugd speelde. Mensen vinden het interessant als je voetballer bent. Het is een leuk en makkelijk gespreksonderwerp.”

Wat vragen mensen het meest over je carrière?
“Vaak weten ze niet zo goed waar ik allemaal gespeeld heb. Als ik dan de clubs en wat hoogtepunten opnoem, zijn ze positief verrast over wat ik heb bereikt. Als tweede vragen ze meestal waar ik trots op ben. Dan zeg ik natuurlijk het winnen van het EK met Jong Oranje in 2007. Dat was super mooi. Ik was altijd trots als ik voor Nederland mocht spelen. Ik had geen basisplaats tijdens dat toernooi, maar toch is het een persoonlijk hoogtepunt. Met twee rake penalty’s in de strafschoppenserie in de halve finale had ik mijn bijdrage.”

Dat toernooi staat veel mensen nog goed voor de geest. Waarom is dat denk je?
“Het gebeurt niet vaak dat de oudste jeugd van Nederland een toernooi wint. Nu gebeurde het voor de tweede keer achter elkaar en ook nog in Nederland. We hadden niet de meeste individuele kwaliteit op het veld staan, maar we waren wel het beste team. Maceo Rigters scoorde vijf keer, terwijl hij dat gehele seizoen ervoor maar drie keer had gescoord. Foppe de Haan heeft echt het maximale uit dat team gehaald. Eigenlijk presteerden we ver boven ons kunnen. De verwachtingen over de spelers werden ineens extreem hoog, maar in veel gevallen was dat niet realistisch.”

Geldt dat ook voor jou persoonlijk?
“Dat denk ik wel. De verwachtingen waren hoger dan wat eruit gekomen is. In de jeugd bij PSV liep ik vaak één op één en deed ik mee met hogere elftallen. Ik ging er niet vanuit dat ik bij een topclub in Europa terecht zou komen, maar ik had wel de hoop, want er was wel eens interesse. Ik koos ervoor om bij PSV te blijven en uitgeleend te worden aan Zwolle. Daar begon ik goed met zeven goals in elf wedstrijden, maar vervolgens scheurde ik mijn kruisband af. Daarna was ik minder snel dan voorheen. Later kreeg ik nog meer blessures. Mijn lichaam was gewoon niet geschikt voor topvoetbal. Ik merk nog steeds dat ik last heb van mijn benen en rug. Maar ik kijk niet naar ‘wat als’. Die verhalen hoor je vaak genoeg.”

Fit blijven is ook een kwaliteit, zeggen ze dan.
“Ik heb veel gedaan om mijn lichaam fit te houden, maar je kunt natuurlijk altijd nóg meer doen. Ik was 45 minuten voor de training al in het krachthonk om op te warmen, maar Ron Vlaar, nog steeds een goede vriend van mij, was bijvoorbeeld nog eerder. Hij heeft ook veel pech gehad met blessures, maar hij deed er écht alles aan. Ik kon dat eerlijk gezegd niet. Voetbal was mijn droom, maar niet het enige in mijn leven. Ik kon er niet de hele dag mee bezig zijn. De laatste vijf jaar van mijn carrière keek ik bijna geen voetbal meer op tv. Ik analyseerde mijn eigen wedstrijden, maar de rest van de competitie en de Premier League sloeg ik over. Ik had liever een diepgaand persoonlijk gesprek met een goede vriend. Stoer praten over horloges en auto’s was niet aan mij besteed. Daar gaat het in de kleedkamer toch vaak over.”

Je paste dus niet helemaal in het wereldje?
“Dat is heel juist gezegd. Ik merkte het in de jeugd al. Het is goed om structuur aan te brengen, maar ik miste het menselijke aspect. Het is allemaal zo hiërarchisch. Ik geloof veel meer in een persoonlijke band als basis om te leren en presteren. Onder de zogenaamd slechtste trainer, een niet-oud-voetballer, hadden wij bij PSV het meeste succes en plezier. Bij de andere trainers was er altijd een bepaalde spanning aanwezig. Naarmate je verder komt, krijg je meer met vriendjespolitiek te maken. Iedere trainer heeft een aantal spelers die hij vertrouwt en beschermt. Die worden altijd voorgetrokken en niet aangesproken als ze over de schreef gaan of een fout maken. En anderen wel. Ik kan heel slecht tegen onrecht. Dat is de reden waarom ik niet in de voetballerij ben gebleven. Het is vaak niet oprecht, en daar wil ik geen onderdeel van uitmaken.”

Je hebt het dan nog lang volgehouden, tot je dertigste.
“Het was mijn droom om te voetballen. Het gevoel dat je scoort in een vol stadion is nergens mee te vergelijken. Die euforie is super bijzonder. Dat bleef ik najagen. Maar de laatste vier jaar van mijn carrière waren vooral frustrerend. Bij Midtjylland haalde ik mijn hoogste niveau en werden we kampioen. We gingen Champions League spelen, maar door een chronische kuitblessure viel ik buiten de boot. Ik was alleen maar bezig met fit worden en blijven. Dat was niet leuk meer. Ik kon de verwachtingen niet meer waarmaken en het ging bergafwaarts. Ik moest vertrekken en had moeite om een club van een bepaald niveau te vinden. Ik sloot vanaf maart aan bij De Graafschap, maar na twee maanden raakte ik weer geblesseerd. Daarna bij Fortuna Sittard hetzelfde verhaal. De moed zakte me langzaam in mijn schoenen. Ik vertrok naar Amerika en scheurde daar alles af in mijn linkerknie. Ik speelde ondertussen al op een bedenkelijk niveau en lag er twaalf maanden uit. Op dat moment besloot ik te stoppen. Ik was verdrietig en heel gelukkig tegelijk.”

Wat was de positieve kant?
“De opluchting dat ik mijn leven in eigen hand zou hebben. Als voetballer moet je fit zijn om te kunnen presteren, maar mijn lichaam werkte niet mee, ondanks dat ik er superveel voor deed. Daardoor voelde ik me machteloos. Verder leef je jarenlang in een enorme bubbel. Alles wordt voor je gepland en je hoeft niets zelf te doen. De club helpt bij een verhuizing en je zaakwaarnemer doet je belastingaangifte. Zelfs op het veld was ik afhankelijk van anderen. Ik had als spits geen individuele actie in huis en had spelers om me heen nodig die dat complementeerden. In een maatschappelijke carrière heb ik veel meer invloed op mijn eigen presteren. Ik heb een topsportmentaliteit en kan nu mijn hersenen gebruiken om zo goed mogelijk te functioneren.”

En wat maakte het verdrietig?
“Van mijn achtste tot mijn dertigste had ik dit leven geleefd. Alles stond in het teken van voetbal. Dat viel ineens weg. Het leven zoals ik dat kende, hield op te bestaan. Ik wist dat ik die adrenalinerush van scoren in een vol stadion nooit meer zou krijgen. Dat was jammer, want dat gevoel is zo fijn.”

Was het moeilijk om dat een plekje te geven?
“Het afscheid zal al langer in mijn hoofd, maar het kwam wel abrupt. Ik kon niet zelf de keuze maken om te stoppen. De beste jaren als voetballer liggen normaal tussen je 26ste en je 30ste, maar die heb ik niet gehad, omdat ik toen heel de tijd geblesseerd was. Het was mooi geweest als ik langer bij Midtjylland had kunnen spelen, maar ik heb geleerd om die gedachte niet in mijn hoofd te houden. Dan verlies je jezelf erin en wordt dat de enige realiteit. Ik ben dankbaar voor alles wat ik heb meegemaakt en super gelukkig waar ik nu ben.”

Met zoon Brady in het PSV-stadion.

Hoe ziet je leven er nu uit?
“Ik werk als coach bij GoodHabitz, een online leerplatform waar iedereen de beste versie van zichzelf kan worden. Ik ben de contactpersoon van de klanten en geef ze advies hoe ze het maximale uit onze trainingen kunnen halen. Het is superleuk werk, omdat ik anderen kan helpen. Dat is iets wat ik altijd al wilde doen.”

Hoe verliep de omschakeling naar de gewone wereld?
“Ik heb nooit last gehad van het zwarte gat. Ik heb bewust een jaar niets gedaan, genoten van de weekenden en alle verjaardagen ingehaald. Daarna ging ik op zoek naar een vervolgstap, daar had ik wel specifieke hulp bij nodig. Ik had tijdens mijn carrière een ondernemersopleiding gedaan, maar had nog nooit een cv of motivatiebrief geschreven. Ik wist helemaal niet welke functies er allemaal bestonden en wat bij mij zou passen. In het begin dacht ik nog heel hiërarchisch, omdat ik dat gewend was. Maar in het bedrijfsleven kun je veel meer zeggen wat je denkt. In de voetballerij vinden trainers het lastig als je je mening geeft. Op kantoor wordt eigen inbreng juist gewaardeerd. Dat voelde erg bevrijdend.”

Word je nog vaak gezien als de oud-voetballer?
“Een nieuwe collega kwam op zijn eerste dag heel enthousiast naar me toe, omdat hij wist wie ik was. Maar verder word ik gelukkig niet meer zo vaak herkend. Het enige moment dat ik zelf nog de rol van oud-voetballer aanneem, is wanneer het raakvlakken heeft met mijn nieuwe werk. Ik houd wel eens een praatje in onze skybox bij PSV, waar we rugsponsor zijn. Dan gaat het erover dat ik zelf gevoetbald heb. Verder voelt het als een bestaan uit een ver verleden. Laatst kwam ik Jan Vennegoor of Hesselink tegen, met wie ik bij PSV heb gespeeld, maar hij herkende me niet. Hij gaf me een hand en liep door. Een paar meter verder draaide hij zich om: “Ben jij dé Tim Janssen?” Dat was een grappig moment. Mensen verwachten je niet in zo’n andere rol. Ik heb natuurlijk ook jaren in het buitenland gezeten én mijn lange haren afgeknipt. De voetballer Tim Janssen had die nog.”

Wat zou jij het liefst doen?

  • Profvoetballer
  • Kantoorbaan
364+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie