Van Gaal-hulp van Busquets, Pedri-Gavi en Sané

Foto: Van Gaal-hulp van Busquets, Pedri-Gavi en Sané

De wedstrijd tussen Spanje en Duitsland was voorafgaand aan dit WK al hét affiche. De mannen van Luis Enrique leken door een doelpunt van Alvaro Mortata met de WK-topper-winst terug naar het hotel gaan. In de slotfase kwamen de Duitsers alsnog langszij, vooral na het inbrengen van Leroy Sané konden de Duitsers wél profiteren van de ruimte die elk topland tussen de linies laat vallen. Daarmee werd niet één, maar twee keer het gelijk van Van Gaal bewezen.

Louis van Gaal zag in negentig minuten Spanje – Duitsland de twee gezichten van zijn trainerscarrière voorbij komen. De Nederlandse bondscoach, in het verleden in beide landen werkzaam voor FC Barcelona en FC Bayern München, zal net als de rest van de voetbalminnende wereld hebben genoten van het universiteitsvoetbal van de Spanjaarden, de discipline van de Duitsers en vooral het inbrengen van spitsen Morata en Niclas Füllkrug in de tweede helft waren als koren op de tactische molen van onze bondscoach. Toch maakt één Spanjaard het verschil tussen een aanvallende voetbalmachine (Spanje) en toplanden die verzuipen zonder spits (Duitsland).

Louis van Gaal

Dat zijn niet de droomvoetballers Gavi en Pedri, die zoals Andrés Iniesta en Xavi Hernandez het middenveld van de Spanjaarden domineren. Dat komt door de man die het allemaal mogelijk maakt én de man die het Frenkie de Jong in zijn eerste jaren onmogelijk maakte om op zijn favoriete positie te spelen.

De wedstrijd van de Spanjaarden liet vooral in tactisch opzicht de meerwaarde zien van een ‘sobere nummer zes’ in plaats van een verdedigende middenvelder die als belangrijkste taak heeft om het spel te maken. Dat dit, voor zowel het aanvalsspel als de restverdediging, van levensbelang is, bewijst de imposante loopbaan van de inmiddels 34-jarige aanvoerder van de Spaanse nationale ploeg.

Want nee: wij hebben geen Pedri. Geen Gavi. Maar wij hebben vooral geen Sergio Busquets. In veel opzichten is de aanvoerder van Spanje en Barça een speler die wij in Nederland als een ‘Daley Blind’ zouden omschrijven: rent te traag, heeft de draaicirkel van een volgeladen vrachtwagen, maar dat zijn nooit de redenen dat spelers zoals Busquets en Blind altijd in de basisopstellingen van aanvallende trainers blijven opduiken.

Sergio Busquets

Busquets is in eerste instantie de reden dat Gavi over het veld kan dartelen, dat Pedri de ruimtes in kan duiken en dat ze allebei, zonder ook maar één keer te denken aan de mogelijkheid op balverlies, hun acties vanuit het centrale middenveld kunnen inzetten. Zij weten immers: Busquets staat al ruim twintig jaar op de juiste plek tijdens negentig minuten voetbal. En daarbij: de 34-jarige vedette heeft over het algemeen al gezien waar de bal naar toe moet voordat hij hem aangespeeld krijgt. Een kwaliteit die bij Frenkie de Jong aangewakkerd werd door hem dieper op het middenveld op te stellen.

Bij Oranje komt De Jong veel vaker in de ‘dribbelpositie’ vanuit het defensieve middenveld. Dribbels die hij kan maken door de aanwezigheid van een extra centrumverdediger, maar ook van een type Teun Koopmeiners of Marten de Roon naast zich, die veel meer in de ‘Busquets’-rol spelen en voor de zekerheid in de laatste linie(s) zorgen.

Dat Koopmeiners over het algemeen zijn eigen wedstrijd speelt, in de opbouw eerst de vrije ruimtes zoekt en zich daarna pas aanbiedt, zorgt ervoor dat óók in de vroege opbouw al veel van De Jong gevraagd wordt. Het principe is duidelijk: De Jong komt de bal halen, combineert met Koopmeiners of een van de wingbacks, creëert ruimte voor zichzelf en kan dan gaan dribbelen. Als de tegenstanders, zoals Senegal, Ecuador, Qatar en elk ander land dat niet binnen de mondiale top vijf valt, die ruimtes dichtzetten door hun defensieve instelling en de zone-dekking, dribbelt De Jong vooral horizontaal in plaats van richting het doel van de tegenstander.

Leroy Sané, Pedri en Gavi

Een belangrijke reden dat dit blijft gebeuren bij Oranje is de afstand tussen de spelers. In de klassieke Hollandse School (4-3-3) heb je in de basisformatie op het middenveld altijd meerdere korte combinatiemogelijkheden en daardoor is er in dat systeem gemakkelijker door defensief ingestelde tegenstanders te combineren. Inherent aan die formatie is ook de noodzaak voor spelers zoals Busquets, iemand die zonder bal (positie kiezen) en aan de bal nagenoeg perfecte keuzes maakt en mannen zoals Gavi en Pedri op het middenveld – je kunt de bal wel in de kleine ruimte krijgen, maar als je de lichte voeten en een extreem hoge handelingssnelheid niet hebt, sta je zo weer met twee benen op de grond na de hoop op een dribbelactie.

Wat Spanje – Duitsland wél duidelijk maakte, was het plan van Van Gaal in de landen waar Oranje juist de underdog is. Dat zijn de landen die je moet verslaan om wereldkampioen te worden en dat zijn landen die, zo bewees het WK 2014, door in defensief opzicht compact te staan zodat de gaten tussen het centrum, de backs en de verdedigende middenvelder niet gebruikt kan worden (drie verdedigers, red.) en in aanvallend opzicht de ruimte tussen de spelers groot te laten zodat deze kunnen bewegen in de gaten die aanvallende elftallen altijd laten vallen tijdens een wedstrijd.

Van Gaal heeft met Cody Gakpo een speler in huis die de impact kan hebben zoals Leroy Sané dat had tegen de Spanjaarden. Dat de aanvaller van PSV dat in de eerste wedstrijd tegen Senegal veel meer kon laten zien dan in de wedstrijd tegen Ecuador, had met de tactische instructies op basis van de verschillende posities te maken – als spits heeft Gakpo immers andere taken dan als aanvallende middenvelder. In dezen veel belangrijker: dat geldt vooral voor de vervanger op tien, Davy Klaassen. Die kan niet, zoals Gakpo tegen Senegal en Sané tegen Spanje deden, tussen de linies bewegen, de bal ontvangen en een weergaloze sprint door de ruimtes op het veld te trekken.

Nederland – Qatar

Voor het Nederlands elftal zal tegen Qatar zal die noodzaak echter net zo hoog zijn als tegen Spanje, Duitsland, Ecuador en Senegal. Dat gaat een nieuw systeem niet veranderen,  maar ook de toevoeging van onbevangen jongens zoals Xavi Simons en Noa Lang niet. Zij komen tegen Qatar, die als gastland voor de laatste eer speelt, nog meer dan tegen Senegal en Ecuador tegenover een muur van verdedigers te staan. En in dat opzicht is het WK dit seizoen net de KNVB Beker: je weet nooit wanneer een non-league-ploeg een Eredivisionist een tik uitdeelt.

Als er al een tactische wijziging plaats gaat vinden bij Oranje, iets wat niet voor de hand ligt, zal dit eerder naar een 4-4-2-variant met een ruit op het middenveld of drie centrale middenvelders en één nummer tien zijn dan een formatie met vleugelspelers. Niet omdat Van Gaal nu plotseling anti-vleugelaanvallers is, maar omdat dit een noodzakelijke oplossing is omdat de bondscoach de kwaliteit van de vleugelaanvallers niet hoog genoeg inschat.

Het gaat Oranje om één ding: resultaat halen. Dat haal je het snelste door het centrum van het middenveld compact te houden en op de juiste momenten de juiste spelers aanspelen. Dat de juiste spelers vaak in balbezit komen op plekken in het veld waar zij niet meteen tot hun creatieve spel kunnen komen – te vroeg in de opbouw, bijvoorbeeld – is vooral een mankement dat onderdeel is van het systeem waarin Oranje speelt. Dat is er niet op ingesteld om te domineren, maar te reageren op de fouten van de (betere) tegenstander. En eerlijk is eerlijk: op het moment dat ‘we’ door deze strategie winnen van Duitsland en/of Spanje, praat er niemand meer over Sané, Gavi of Pedri.

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie