Transformatie Klaassen: “Ik zie het als een voordeel”

In zijn eerste periode bij Ajax was Davy Klaassen een nummer tien, maar dat is veranderd. Bij achtereenvolgens Everton en Werder Bremen heeft hij zich ontwikkeld als controleur en dat was voor zijn terugkeer precies de zwakke plek in de Johan Cruijff ArenA.

Edson Álvarez weet waar hij aan toe is: de tegenvallende Mexicaan zit voorlopig op de bank onder oefenmeester Erik ten Hag. In een interview met Voetbal International vertelt Klaassen over zijn ontwikkeling: “Ik heb in het buitenland ook veel als centrale middenvelder gespeeld, alleen was het spelbeeld bij Everton en Werder Bremen gewoon anders. Daar speelde ik niet als nummer tien in ploegen die zeventig procent balbezit hebben, zoals in Nederland bij Ajax wél het geval is. Dat was ook niet erg, want daardoor heb ik me als speler verder kunnen ontwikkelen.”

Hij vervolgt zijn verhaal: “Mijn basisgedachte is nog altijd dat ik van het voetballen uitga, naar voren wil, en vanuit het voetbal de baas wil zijn. Maar ik weet door mijn ervaringen wel dat zoiets niet de enige manier is om tot succes te komen. Van kinds af aan heb ik als aanvallende middenvelder gespeeld. Die positie ken ik door en door, zeker bij Ajax. De laatste twee jaar, bij Werder, heb ik in een meer verdedigende rol gespeeld. Ik zie het vooral als een voordeel dat ik nu op beide posities uit de voeten kan.”

Hoe ziet Klaassen zijn rol bij Ajax? “Natuurlijk heb ik daar voor mijn komst uitvoerig met de trainer over gesproken. Dat zijn belangrijke dingen voordat je besluit de transfer rond te maken. Maar onze gedachten komen overeen. Hij ziet me ook als een voetballer die op het middenveld zowel in een aanvallende als controlerende rol kan spelen. Dat kan per wedstrijd worden bekeken.”