“Ook voor hem geldt: je weet nooit of een club nog een keer komt”

Martijn Krabbendam is erg benieuwd naar de ontwikkelingen die er komende zomer gaan komen bij Feyenoord, nu de club op het punt staat kampioen van Nederland te worden. De clubwatcher van Voetbal International heeft vooralsnog het gevoel dat trainer Arne Slot wel gaat blijven.

Krabbendam: “Gevoelsmatig zeg ik dat Slot blijft”

“Hij krijgt alles wat hij wil. Van de Belt, Zerrouki, zijn assistent die zijn contract heeft verlengd (Marino Pusic, red.). En zelf ligt hij ook nog vast tot 2025. Er is geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat hij weg zou willen. Maar toen Leeds kwam in de winter, stond hij daar wel voor open. Als er nog zo’n club uit Engeland komt met veel mogelijkheden, sluit ik niet uit dat hij het alsnog wil proberen. Daarom is het zo lastig; ik kan nu zeggen dat hij blijft en dan gaat hij drie weken later alsnog weg”, zegt Krabbendam.

Collega Simon Zwartkruis sluit zich er bij aan. “Ik ben bang dat je deze vraag komende zomer wekelijks kan stellen. Het antwoord komt niet. Zijn ambities kennende zal het afhangen van het niveau van de club die eventueel komt. Ik denk dat hij hoger kan mikken dan Leeds en dat het het waard is om daarop te wachten. Maar intussen zit hij zó goed bij Feyenoord, met ook het Champions League-perspectief dat ook weer een aanzuigende werking op andere spelers zal hebben. Misschien dat sterkhouders daardoor toch blijven. De omstandigheden zijn in ieder geval dusdanig dat het ook heel verleidelijk is om nog een jaartje in Rotterdam te blijven.”

‘Grotere clubs dan Tottenham gaan niet komen’

Krabbendam denkt dat Tottenham Hotspur voor nu het plafond voor Slot zal zijn, mocht hij besluiten te vertrekken. “Grotere clubs gaan nog niet komen. Daarvoor moet hij het eerst in de Champions League laten zien. Hij heeft wel een geweldig track record in zijn twee jaar bij Feyenoord, maar daar zit ook het lastige voor hem. Ga het nog maar een jaar doen, tegen alle verwachtingen in presteren. De laatste keer dat Feyenoord twee keer achter kampioen werd, was in 1962.”

“Daar zit een uitdaging in, zoals het ook een uitdaging is om in de Champions League zo goed mogelijk voor de dag te komen”, vervolgt Krabbendam. “Uitdagingen zijn er dus wel. Maar toen Van Bronckhorst kampioen werd, waren mensen dat het volgende seizoen ook snel vergeten toen het voetbal wat minder werd. Je bent zo goed als je laatste wedstrijd, dat weet Slot ook. Het is toch een ander afscheid als je met zo’n schaal naar buiten gaat.”

Santiago Giménez

Tot slot gaat het over Santiago Giménez, over wie de journalisten unaniem zijn: “Als Gimenez zou ik juist wel voor het Champions League-perspectief gaan en je daar profileren”, zegt Zwartkruis. Krabbendam reageert: “We hebben Gimenez toch gezien tegen Roma? Dat waren heel moeilijke wedstrijden voor hem. Mancini, Smalling, Ibañez; dat is toch iets anders dan tegen Excelsior een voorzet inknikken. Maar ook voor hem geldt: je weet nooit of een club nog een keer voorbij komt.”