Ajax heeft potentieel ‘koningskoppel’: “Kan iets moois bloeien”

Het tij lijkt langzaam weer te keren bij Ajax. Dat concludeert ook Algemeen Dagblad-journalist Maarten Wijffels, die ziet dat er weer dynamiek in het spel van de Amsterdammers aanwezig is. Volgens Wijffels is dat mede te danken aan de keuzes van John Heitinga.

Bij het Algemeen Dagblad wil Wijffels nog niet direct bevestigen dat Ajax uit het dal is, maar dat er wel positieve ontwikkelingen aan de gang zijn. “Wat in de eerste twee potjes onder John Heitinga opviel, is dat ze in elk geval weer in beweging zijn. Iedereen maakt weer loopjes. Met bal, maar vooral ook zónder. Het resulteerde na rust tegen Excelsior en de volle negentig minuten tegen Cambuur tot dynamischer spel dan aan het eind onder Alfred Schreuder.”

Volgens de voetbaljournalist heeft dat te maken met de logische keuzes van Heitinga, die volgens Wijffels aan het kijken is naar de verhoudingen binnen het elftal. “Heitinga kijkt wie hij waar nodig heeft om dat te kunnen doen. Vaak zie je dat er na een trainerswissel andere kartrekkers komen, op andere posities. En dat er automatisch nieuwe koppeltjes ontstaan.”

Ajax-koppels

Wijffels stelt dat er dan ook koppels aan het ontstaan zijn en voorziet mogelijk een koningskoppel voor Ajax. “Devyne Rensch stond al vaker rechtsback, maar niet eerder in combinatie met Mohammed Kudus als rechtsbuiten. Zoals Kudus ook niet eerder een koppel vormde met Steven Berghuis als rechtermiddenvelder. Tussen die laatste twee kan iets moois bloeien. Kudus trekt automatisch veel naar binnen en Berghuis waaiert dan meteen uit naar buiten om daar aanspeelbaar te zijn.”

Aan de linkerkant loopt het nog wat minder ziet Wijffels, die echter wel denkt dat Owen Wijndal en Steven Bergwijn goed bij elkaar passen. “Ook zij lijken aardig complementair. Bergwijn trekt als aanvaller ook graag naar binnen en Wijndal is de aanvallende back die er dan buitenom overheen kletst. Voor Wijndal is het weer een beetje zoals bij AZ met Oussama Idrissi en later Jesper Karlsson. Die twee buitenspelers waren een richtpunt voor zijn aanvalslust.”