Ultee incasseert volgende mokerslag: “Dat komt niet door één dag”

Het doek lijkt voor SC Cambuur zo goed als zeker gevallen. De hekkensluiter verloor vrijdagavond opnieuw en moest zijn meerdere erkennen in FC Volendam (2-0). De ploeg van Sjors Ultee heeft met nog vier wedstrijden te spelen een achterstand van negen punten op nummer zestien FC Emmen, dat dit weekend nog wel in actie komt.

Ultee geeft hoopt niet op

Cambuur-trainer Sjors Ultee zegt tegenover Omrop Fryslân nog niet met een eventuele degradatie bezig te zijn. “Het maakt geen verschil hoe de ranglijst eruitziet. Je moet een plan bedenken voor de volgende wedstrijd om voor jezelf, je medespelers, de supporters zo goed mogelijk te spelen. Als het eenmaal gebeurd zou zijn, dan komt dan het hele slechte gevoel wel. Maar we weten allemaal: dat komt niet door één dag, dat is een reeks die al anderhalf jaar voortduurt helaas.”

De Friezen kregen vrijdag twee keer een doelpunt tegen uit een hoekschop en met name de rol van Sekou Sylla werd door Ultee bekritiseert. “Sekou speelde een hele goede wedstrijd, maar met Eiting als nemer en Mbuyamba, Benamar en Mirani als koppers zijn ze daarin heel gevaarlijk. Dus dan is het een kwestie van niet te veel weggeven.”

Ultee vond dat zijn ploeg goed voor de dag, maar zag dat het bij een standaardsituatie misging. “We hadden volledig de controle, geen enkele open kans weggegeven. Aan de bal speelden we heel verzorgd. Alleen voorin waren we niet doortastend genoeg. Eigenlijk was ik heel tevreden totdat de corner kwam.”

Onterechte nederlaag Cambuur?

Ook Cambuur-verdediger Calvin Mac-Intosch vond dat er meer in had gezeten voor zijn ploeg. “Wij waren vandaag veel beter dan Volendam, vooral in de eerste helft hebben we de betere kansen gekregen. Maar twee goals tegen uit standaardsituaties is heel vervelend.” Mac-Intosch wil zich nog niet neerleggen bij een degradatie. “We zitten niet in een goede fase. Als we een tegengoal krijgen, is dat slikken. Maar we moeten door. Zo lang het nog kan, hebben we er geloof in. Als het nog kan, blijven we ervoor vechten.”