Mossou haalt uit: ‘Feyenoord moet hen wegstoppen in een dierenkooi’

Sjoerd Mossou begrijpt maar al te goed dat Feyenoord een flinke waslijst aan voorzorgsmaatregelen door gaat voeren richting de Klassieker van 22 januari. Zo zullen er grote netten rond het veld opgehangen worden om te voorkomen dat er allerlei attributen richting de mat worden gegooid.

Met name de terugkeer van Steven Berghuis in De Kuip zet de boel behoorlijk op scherp. “Uiteraard is het een onvermijdelijke maatregel. Bij de Europa League-wedstrijd tegen Lazio werd op 3 november nota bene nog een katheter vol urine op het veld gegooid vanuit het invalidenvak, tussen alle andere rotzooi door”, schrijft Mossou in het Algemeen Dagblad.

“Maar dat maakt die kooi van netten nog niet minder treurig. Nadat jaren geleden al alle uitsupporters werden geweerd bij de mooiste en grootste clubwedstrijd van Nederland, wordt de Klassieker almaar meer van zijn charme ontnomen. Bovenal omdat de rivaliteit tussen Ajax en Feyenoord al te lang wordt overschaduwd door alle opgefokte, humorloze waanzin eromheen. Zelfs zonder publiek liep het vorig jaar nog uit de hand op het voorplein van de Kuip, compleet met waterkanonnen en rellende dwazen.”

‘Veelzeggend zwaktebot’

Toch ziet Mossou de vangnetten ook als ‘een veelzeggend zwaktebod’. “Hoe meeslepend en fantastisch de Kuip ook kan zijn, de directie van Feyenoord slaagt er al decennialang niet in om zijn eigen kolkende stadion enigszins in toom te houden. Een echt grondig plan daartoe werd nooit waargenomen. Pappen en nathouden was het devies.” Dat de fans voorafgaand de wedstrijd worden ‘opgepept’ met keiharde hardcore-muziek, helpt volgens Mossou ook niet.

“Het is een spagaat die niemand echt durft te doorbreken in Rotterdam. De magie van de Kuip is veelgeroemd, en terecht ook, maar de grenzen werden vaker opgerekt dan echt bewaakt, net zolang tot ze onherroepelijk vervaagden. Anno 2023 is er blijkbaar geen weg meer terug. Het enige wat Feyenoord nog rest is zijn publiek wegstoppen in een reusachtig soort dierenkooi, óók de voorbeeldige meerderheid. Hopelijk geeft dat – eindelijk – te denken.”