Belasting spelers richting EK is groot: “Geen adempauze”

Het Nederlands elftal speelt aankomende zomer het Europees Kampioenschap Voetbal. Door de corona-crisis is het eindtoernooi één zomer vooruit geschoven, waardoor er dit seizoen héél veel wedstrijden in korte tijd gespeeld worden. Dat heeft voor de voetbalfan als voordat er altijd wel wat te kijken valt, maar voor de spelers zelf ligt de belasting wel érg hoog. 

De Telegraaf schrijft dat dit jaar de medische staff van Oranje (en andere internationale teams) extra belangrijk worden: Belangrijker dan ooit wordt de rol van de medische staf. Als gevolg van de coronapandemie zijn de competities pas half september begonnen. Om toch alle speelronden op te kunnen nemen, zijn heel veel wedstrijden en bekerprogramma’s in elkaar geperst en tussendoor speelden de nationale elftallen geen twee maar drie interlands tijdens elke interlandbreak.

De krant vervolgt: “Het heeft geleid tot een extreme belasting van de spelers. Neem Oranje-aanvoerder Georginio Wijnaldum. Gibraltar-Nederland op 30 maart was zijn 51e(!) wedstrijd van het seizoen. Wijnaldum moet nu met Liverpool nog acht ronden in de competitie afwerken, hij is nog actief met zijn team in de Champions League en hij zit nog in het toernooi om de FA Cup. Daar achteraan komt dan ’even’ een volledig EK. Tel daar nog een paar honderd reisuren per vliegtuig in het seizoen bij op. De internationals van Ajax doen net als Donny van de Beek bij Manchester United nog mee in de Europa League. Van een adempauze is geen sprake meer.”