Wiegman walgt van ‘gevangenisomstandigheden’ Olympische Spelen

Het Nederlands vrouwenelftal begon aan de Olympische campagne met een 10-3 (!) zege op Zambia, maar toch was bondscoach Sarina Wiegman na afloop geërgerd. En wel door de hele situatie op de Spelen, en in het hotel.

Wiegman is de situatie, en het woord ‘corona’ überhaupt, spuugzat. “Wij leven in een hotel waarbij we achterin weg zijn gezet, wat echt niet goed is, vind ik. We mogen niet in de openbare ruimtes, gaan door de personeelsingangen naar binnen, ergens in een souterrain. We mogen niet naar buiten, het is net een gevangenis”, wordt de coach geciteerd door het Algemeen Dagblad.

“Dit kan zo niet langer door, mijn meiden moeten echt even naar buiten. We zijn hier twee weken, weten dat we hartstikke voorzichtig moeten zijn. En natuurlijk houden we ons daaraan. Maar je kan niet zomaar mensen opsluiten voor twee weken. Dat kan gewoon niet”, luidt ze verder de noodklok.

Bij het IOC vroeg Wiegman al om versoepelingen. “Dadelijk gaan we deuren open breken. We willen niet besmet worden, gaan niet lopen shoppen ofzo.. Maar er is een geweldig mooie tuin in het hotel waar we zitten. Daar kan je gewoon naar buiten, daar is geen kip. Maar ook dat mag niet. En daar zie ik het doel niet meer zo van. De organisatie moet er gewoon wat aan doen.”