Tips voor degradatieklanten Cambuur en FC Groningen

SC Cambuur en FC Groningen zijn volgend seizoen niet op het hoogste niveau actief, beide clubs zijn namelijk officieel gedegradeerd uit de Eredivisie en dienen dus in de Keuken Kampioen Divisie te spelen? Een grote ramp? Misschien, maar de degradatieklanten kunnen zich vasthouden aan een aantal ‘succesverhalen’.

‘Frisse wind nodig’ bij zowel SC Cambuur als FC Groningen

Marino Pusic is op dit moment assistent-trainer bij Feyenoord, dat het kampioenschap gaat pakken in de Eredivisie, maar dat deed hij ook met FC Twente in de Eerste Divisie. In De Telegraaf komt hij aan het woord: “Iedereen denkt dat je zomaar even terugkomt omdat je een groter budget hebt, maar zo gemakkelijk is dat niet. Ik vind nog altijd dat we een topprestatie hebben geleverd dat seizoen.”

Twente werd kampioen en in dat jaar slaagde ook Sparta Rotterdam erin om te promoveren. De toenmalige technisch directeur Henk van Stee zegt: “Je moet zorgen voor een frisse selectie, frisse staf en frisse mensen bij de club. Je moet het negatieve weghalen. Fred Grim stond destijds op mijn kandidatenlijstje om trainer te worden, maar was niet de nummer één. Niet om zijn kwaliteiten, maar omdat hij als assistent de degradatie had meegemaakt. Er moet een frisse wind door de club komen. Je moet weer ambitie en enthousiasme uitstralen.”

Make-over

Ook Twente kreeg (noodgedwongen) een make-over. Pusic: “De sleutel is voor mij geweest dat we als een Eredivisie-club zijn blijven denken en doen. Qua organisatie en discipline hebben we totaal geen concessies gedaan. Die stabiliteit als team heeft uiteindelijk het verschil gemaakt. De Keuken Kampioen Divisie is een heel onvoorspelbare competitie, maar we hadden altijd een goede basis om op terug te vallen. Je loopt in zo’n seizoen tegen een hoop dingen aan. Zo gaf elke club tegen FC Twente 120 procent.”

En dat gaat Groningen volgens de Feyenoord-assistent ook merken: “Iedereen wil per se van je winnen. Ook mentaal is het lastig. Je speelt in mindere accommodaties dan je gewend bent, vaak voor weinig publiek. Dan moet je de motivatie uit jezelf halen. Wat wel een geweldige steun is geweest, is hoe ons publiek zich heeft opgesteld. Overal hadden we een vol uitvak en thuis was het ook steeds een volle bak.”