Makaay geeft Feyenoord-uitblinker advies: “Beter om nog een jaar in De Kuip te blijven”

Roy Makaay is lovend over het spel dat Feyenoord in De Klassieker tegen Ajax (6-0) op de mat legde. De topspits van weleer licht vleugelflitser Yankuba Minteh er uit.

Roy Makaay was tijdens Feyenoord-Ajax het meest onder de indruk van Yankuba Minteh

Tegenover ESPN koos Makaay zijn moment van de meest recente Eredivisie-speelronde, en hoefde daar niet lang over na te denken. “Je kan na dit weekend eigenlijk over niks anders hebben, dan over de historische 6-0 van Feyenoord. Gewoon de hele wedstrijd in het algemeen. Dit gaat de hele wereld over en was op meerdere vlakken historisch. Natuurlijk de grootste overwinning van Feyenoord ooit tegen Ajax, maar ook überhaupt de grootste nederlaag ooit van Ajax zelf.”

Makaay zag Feyenoord de tegenstander verpletteren in de eigen Kuip. De ploeg van Arne Slot had nog wel meer goals kunnen maken. “Ajax had maar één kansje, dat zegt genoeg. Het is heel knap hoe Feyenoord het heeft omgedraaid. Afgelopen week spelen ze nog een vrij kansloze wedstrijd tegen FC Volendam (0-0) en vijf dagen later spelen ze zó tegen Ajax, fantastisch.”

De man van het weekend

Das Phantom koos ook zijn speler van de speelronde. “Als je twee goals maakt en een assist geeft in De Klassieker, ben je voor mij de man van het weekend”, doelde de analist op Feyenoord-aanvaller Minteh. “Vooral die tweede was van grote schoonheid. Hij krult hem echt prachtig binnen.”

De vorm van Minteh is de laatste weken flink groeiende. Makaay stelt dat de rappe aanvaller een nachtmerrie kan zijn voor elke verdediger. “Als hij het op zijn heupen heeft, is hij heel lastig te verdedigen.” Minteh wordt dit seizoen door Feyenoord gehuurd van Newcastle United. “Het lijkt me voor die jongen goed als hij nog een jaartje in De Kuip blijft. Het is nog maar de vraag of hij er gelijk kan staan in de Premier League en met Feyenoord gaat hij ook de Champions League in, dus kan hij ruiken aan het hoogste niveau. Voor zijn ontwikkeling is het beter denk ik.”