Kieft: ‘Voetballerij maakt helemaal niet zo’n indruk op mij’

Er wordt nogal eens kritiek geuit op de manier waarop de voetbalwereld omgaat met de coronacrisis: wordt geld niet boven gezondheid geplaatst? Wim Kieft vindt dit echter niet helemaal terecht, zo schrijft hij in zijn column in De Telegraaf.

De oud-voetballer stelt allereerst: “Zonder te worden beschouwd als iemand die denkt boven de wet te staan, maakt de voetballerij op mij helemaal niet de indruk zo’n positie in te nemen. De bedrijfstak stelt keer op keer dat het handelt naar de richtlijnen van de overheid, het RIVM en vraagt helemaal niet om een uitzonderingspositie. Daarnaast vind ik het logisch dat iedereen bij de KNVB en de profclubs in ons land proberen te redden wat er te redden valt voor ze.”

Kieft gaat verder: “Als er maar een kleine kans is dat je de competitie eventueel met of zonder publiek kan uitspelen, moet je dat onderzoeken en daarvoor alles opzijzetten. Ook voor het publiek en de televisiekijker. Uiteindelijk kijken we toch graag naar voetbal. De spelers zullen niets liever willen dan voetballen na meer dan een maand van inactiviteit. De laatste wedstrijden werden op 8 maart gespeeld.” 

Hij sluit af: “Deze coronaperiode is voor iedereen in Nederland vervelend en de voetballers vormen daarop geen uitzondering. Helemaal zo vlak voor het einde van het seizoen als alle beslissingen op het spel staan.”