Marco van Basten kijkt met stijgende verbazing naar het groeiende aantal van buitenlandse spelers bij de Italiaanse Serie A-clubs. De oud-speler van AC Milan vraagt zich af waar die trend goed voor is.
“Wat ik wel vreemd vind, is dat je bij al die ploegen zo veel buitenlanders ziet. Toen wij daar speelden, waren er zoveel Italianen die goed konden voetballen. Die buitenlanders waren toen niet nodig. Bij elke ploeg moesten er acht of negen Italianen in het veld staan, maar die waren ook allemaal goed”, weet Van Basten nog.
Vroeger wel anders
San Marco was van 1987 tot 1995 actief in Milaan. “Het Italiaanse voetbal was toen ook op zijn top. Maar nu zie je bij elke ploeg maximaal één, twee of drie Italianen. Voor de rest zijn het allemaal buitenlanders..”
“Italië had altijd fantastische nummer 10, een bekende spits en een superlibero of een goede keeper. Dat wordt wel een klein beetje minder”, aldus Van Basten tot slot.
Zorgwekkend voor Italië?
- Ja
- Nee
