‘Edwin van der Sar zit tegen burn-out aan’

Dat Ajax een bewogen (half)jaar achter rug heeft is een understatement. Zo ligt de Amsterdamse topclub al een tijdje onder vuur door de bestuurlijke chaos en wordt (of werd, de afgelopen twee wedstrijden werden immers gewonnen) er op het veld ook niet naar behoren gepresteerd. Algemeen directeur Edwin van der Sar reed niet altijd vol goede moed naar de Johan Cruijff ArenA…

Dat eist zijn tol bij de beleidsbepaler, zo geeft hij zelf aan bij Rondo. “Het is intensief een enorm zwaar jaar geweest en het is teleurstellend hoe we er nu voor staan. Je hebt met aspecten te maken gekregen waar je nooit dacht mee te gaan dealen”, zo doelt Van der Sar mede op het controversiële vertrek van Daley Blind. “Het vertrek van Daley had op een andere manier gemoeten. Dat doet de club pijn en heeft Daley enorm veel pijn gedaan.” Ook trekt hij daarin zelf het boetekleed aan. “Dat hadden we bij elkaar kunnen brengen. In eerste instantie zijn de technische mensen daarvoor, maar uiteindelijk ben ik als algemeen directeur overal voor verantwoordelijk.”

En dat is hem de afgelopen tijd niet in de koude kleren gaan zitten: “Op het moment dat het mooi weer is en het gaat shit, heb je dan zin om naar je werk te rijden? Ben ik het afgelopen jaar altijd met plezier naar het werk gereden? Absoluut niet. Soms ben ik weleens jaloers op ex-collega’s, die hun dag op een andere manier invulden. Padel, ik fiets graag. Nou, de afgelopen vier maanden, ik heb geen meter gemaakt op Strava (een platform waarop je je fietsprestaties kunt bijhouden, red.).”

Licht aan het einde van de Ajax-tunnel

Na twee gewonnen wedstrijden, tegen Excelsior (1-4) en SC Cambuur (0-5), is de verwachting op de kampioenschap hoopvol en is de toon voor de toekomst gezet. Van der Sar is daarom weer optimistisch over wat komen gaat: “Ik denk dat het makkelijker wordt. We zijn in situaties geweest waar we niet goed gevoetbald hebben, te weinig ontwikkeling hebben gezien in de spelers, en nu is het moment om dat weer op te pakken. We hebben een selectie staan die bovenin moet meedraaien, of misschien wel kampioen moet worden. Het is nu aan de jongens om dat de bewijzen.”