Zwitserland koppelt overheidsbijdrage aan salarisverlaging voetballers

In Zwitserland kunnen de profclubs een beroep doen op de overheid. Om in aanmerking te komen voor geld om de coronacrisis door te komen moet wel aan de nodige voorwaarden voldaan worden.

Voetbal International schrijft: ‘Viola Amherd, minister van Sport in Zwitserland, heeft immers de condities bekendgemaakt voor de profclubs. Zij komen in aanmerking voor overheidshulp, in de vorm van leningen, als ze voldoen aan die voorwaarden. In totaal kan er zo’n 190 miljoen euro, verdeeld over twee jaar, uitgetrokken worden. Als de crisis langer aanhoudt, bijvoorbeeld door heel lang zonder publiek te spelen, kan gekeken worden naar verlenging van die overheidshulp.

Amherd beseft de belangrijke culturele en sociale rol van sport, maar stelt wel dat een lening alleen verstrekt wordt als de komende drie jaar de salarissen met twintig procent verlaagd worden. ‘En dat zullen we controleren’, voegt ze aan die eerste eis toe in gesprek met Blick.

Tevens moeten de clubs gezamenlijk een noodfonds gaan oprichten zodat de voetbalsector deels zelfvoorzienend kan zijn bij een dergelijke en toekomstige crisis. Tot slot benadrukt de overheid dat maatregelen bij een club nooit ten koste mogen gaan van het jeugdvoetbal. Het schrappen van de opleiding ten bate van de hoofdmacht is dus niet toegestaan.

Als aan al die voorwaarden wordt voldaan, mag een club de leningen in tien jaar terugbetalen. De eerste aflossing zou dan over vijf jaar zijn, de tweede over tien jaar.

Internationale sportorganisaties gevestigd in Zwitserland kunnen ook een beroep doen op de overheid. Overigens is al wel benadrukt dat rijke organisaties als FIFA, UEFA en het IOC niet onder die regeling vallen. De overheid gaf al eerder akkoord om vanaf 8 juni de competitie in Zwitserland achter gesloten deuren weer te hervatten. De clubs hebben nog geen akkoord bereikt over een programma. Het is wel de verwachting dat er in juni nog gespeeld zal worden.’