Transferdrama levert Feyenoord miljoenen op

Feyenoord zit al jarenlang in een moeilijke financiële situatie. De Rotterdamse topclub is de aansluiting met Ajax, PSV en in mindere mate AZ sinds het gewonnen landskampioenschap in 2016/2017 verloren. De handelingen van de Rotterdamse directie op de transfermarkt is daar een belangrijke reden voor. De huidige situatie van Nicolai Jörgensen is het schoolvoorbeeld van de transferdrama’s die zich afspeelden bij Feyenoord. Transferdrama’s die in de toekomst mogelijk miljoenen euro’s in het laatje brengen. 

Feyenoord maakte dit seizoen een nieuwe start onder trainer Arne Slot. De van AZ overgekomen oefenmeester moet in deze fase van het seizoen de zuilen van het nieuwe Feyenoord bouwen. Dat doet de trainer deze voorbereiding in ieder geval zonder Nicolai Jörgensen. De Deense spits is naar wederom een seizoen vol teleurstellingen en blessures in plaats van doelpunten en assists toe aan een nieuwe uitdaging. Na een gesprek met Slot bleek dat de trainer ook niet heel rouwig was over de toekomstplannen van Jörgensen, die daarmee symbool staat voor het oude én nieuwe beleid in Rotterdam-Zuid. 

Feyenoord en Nicolai Jörgensen

Het verhaal van Jörgensen en Feyenoord heeft soms wat weg van een slecht filmscript. Het talent van de Deense aanvaller werd al vroeg door Bayer Leverkusen opgemerkt. Op negentienjarige leeftijd werd Jörgensen overgenomen door de Bundesliga-club, maar van een doorbraak in het Duitse voetbal kwam het niet. Via huurperiodes bij Kaiserslaurern en FC Kopenhagen kwam Jörgensen uiteindelijk definitief onder contract bij de topclub uit de Deense hoofdstad. In Denemarken vond Jörgensen wél zijn draai en verscheen hij op de radar van Feyenoord. 

In eerste instantie trokken de Rotterdammers Jörgensen aan als aanvallende middenvelder. Giovanni van Bronckhorst, destijds de trainer van Feyenoord, zette de Deense aanvaller echter in de spits en liet hem als meevoetballende aanvaller spelen. Doordat Feyenoord destijds aanvallend voetbal speelde, kwamen niet alleen Jörgensens zijn voetballende kwaliteiten aan het licht. Naast dat de Deense aanvaller bewees een goed aanspeelpunt te zijn en ook over genoeg techniek te beschikken om de juiste oplossing te vinden, bleek hij in zijn eerste seizoen ook een uitstekend neusje voor de goal te hebben. 

In zijn eerste seizoen in Rotterdam had Jörgensen met 21 doelpunten en 13 assists in 32 Eredivisie-wedstrijden een groot aandeel in het landskampioenschap van de Rotterdammers. Dat er daarna ook belangstelling kwam vanuit de grotere competities voor de Deense aanvaller, is een logisch gevolg van dat superseizoen in Rotterdam. Daarmee werd de directie van Feyenoord in een hoek geduwd waar veel beleidsbepalers binnen het voetbal rake klappen krijgen. 

De kunst van doorselecteren

Want als je aan Jörgensen en Feyenoord denkt, dan komt dat eerste seizoen niet meteen naar boven. Jörgensen is voor Feyenoord vooral de man die 17 miljoen euro kon opbrengen en tegenwoordig nog maar een schrijntje van dat bedrag waard is (1,8 miljoen miljoen euro, red.). Natuurlijk had Feyenoord destijds genoeg redenen om het aanbod van Newcastle United af te wijzen, hoe graag Jörgensen die stap ook zou willen maken. Wanneer je gaat berekenen welk winstpercentage de Rotterdammers hadden kunnen beschrijven, dan wordt dat wellicht nog opmerkelijker. 

Jörgensen werd voor 3,5 miljoen euro overgenomen van Kopenhagen en kwam als één van de grootverdieners De Kuip binnen. Een jaar later had Newcastle United dus zeventien miljoen euro over. Met andere woorden: binnen één jaar kreeg Feyenoord de kans om 386% winst te boeken op de aanvaller. De redenen waarom Jörgensen destijds geen transfer maakte zijn inmiddels breed uitgemeten en datzelfde geldt voor de gevolgen voor zowel Feyenoord als Jörgensen. Dat staat in schril contrast met het feit dat Jörgensen bij een vertrek dit seizoen met heel veel geluk 3,5 miljoen euro oplevert. Aangezien de interesse in de Deense spits nog op zich laat wachten, valt zelfs contractontbinding niet uit te sluiten volgens diverse Nederlandse media. 

Over het fenomeen ‘doorselecteren’ is al veel geschreven en gezegd. Het blijkt een edelen kunst die maar weinig technisch directeuren en managers écht in de vingers lijken te hebben. Want wanneer levert een speler nu het meeste op? Je zou zeggen: na een goed seizoen, zoals Jörgensen had in 2016/2017. Op het moment dat je dan gokt op een nieuw goed seizoen van Jörgensen, ook al bewezen de statistieken van de spits dat hij ver boven zichzelf uitsteeg, wat mogelijk Champions League voetbal oplevert, en dus een startpremie van vijftien miljoen euro. Lukt hem dat, dan kan Jörgensen voor een nog groter bedrag verkocht worden. 

Toekomstige miljoenentransfers

Dat laatste gebeurde bij Jörgensen dus niet. Dat de Deense spits ook de pech had dat de werkwijze van Jaap Stam niet aansloeg en dat de Rotterdammers met Dick Advocaat kozen voor een behoudende trainer, kwam zijn ontwikkeling ook niet ten goede. Er is echter nog een ander onderdeel dat je überhaupt de mogelijkheid geeft om door te selecteren: een goed functionerend scoutingsappartaat. Dat laatste zou bij Feyenoord de afgelopen jaren niet op orde zijn geweest. Daardoor maak je het jezelf alleen maar moeilijker: wanneer je geen waardige vervanger op je shortlist hebt staan, kan je niet door selecteren en moet je dus mega-bedragen zoals bij de Jörgensen-transfer altijd afwijzen. Niet omdat het bedrag niet hoog genoeg is, maar omdat de sportieve kwaliteit dan zwaarder weegt dan financiële ruimte creëren. 

Na de entree van Frank Arnesen is het scoutingsapparaat van Feyenoord flink onder handen genomen. Niet alleen dat: ook de manier waarop de Rotterdammers naar hun spelers kijken, lijkt anders. De interesse van Club Brugge in Tyrell Malacia is daar misschien wel het beste voorbeeld van. Malacia brak vorig seizoen definitief door bij Feyenoord en speelde zich in de kijker bij de kampioen van België. Aangezien de tweede linksback van Feyenoord, Ridgeciano Haps, ook op de nominatie staat om te vertrekken, zou dat in het verleden een reden zijn om een streep te zetten door de uitgaande transfer van Malacia. 

Dit keer neemt Feyenoord naar verluidt wél genoegen met een megabedrag. Volgens de laatste berichten zou Club liefst 11 miljoen euro overhebben voor Malacia, wat volgens diverse media ook de vraagprijs van Feyenoord is. Arnsesen liet al weten dat de linksback niet te koop is. Aangezien er al een persoonlijk akkoord zou zijn tussen Malacia en Club Brugge, is dit hét moment om te zien of Feyenoord geleerd heeft van de fouten uit het verleden. Mocht Malacia inderdaad zijn transfer voor meer dan tien miljoen euro afronden, dan zal dat een mooie test zijn voor de huidige scouting van de Rotterdammers. Wijzen zij geen goede vervanger aan, dan weet Arnesen ten minste ook waar hij een deel van die te ontvangen transfersom aan kan besteden.