‘Nederlands elftal heeft één gigantisch probleem’

Na de verloren Nations League-finale tegen Portugal in 2019 liet de toenmalige bondscoach Ronald Koeman weten: “Ik heb het gevoel dat we het maximale eruit halen nu bij Oranje. Er is een ingespeeld team, het geraamte staat, op zeven à acht posities is er duidelijkheid. Voor de volgende stap, de volgende fase, hebben we meer offensieve kracht nodig.”

Hij vervolgde: “We moeten vaster zijn aan de bal en meer kansen creëren. En we missen nog een beetje creativiteit.” Die problemen zijn er nog steeds, aldus het Algemeen Dagblad… “Wat er concreet nodig is, werd daar dus ook al benoemd: Oranje moest aanvallers gaan krijgen die spelen bij clubs uit de structurele top 6 of top 8 van Europa. Inmiddels zijn we zo’n 16 maanden verder en is Nederland in bijna elke interland favoriet. Op topdagen kan Oranje met het huidige spelersaanbod van iedereen winnen, wereldkampioen Frankrijk en Duitsland incluis. Maar de ploeg stuit ook op natuurlijke begrenzingen, nu het een andere status heeft, maar in die aanvalskracht niet is doorgegroeid.”

De krant vervolgt zijn analyse: “Zetten tegenstanders de as van het veld potdicht, dan heeft Oranje (nog) geen Van Persie of Sneijder om er doorheen te breken. En aan de zijkanten staat nog geen Arjen Robben met extra individuele kwaliteit. Wie tegen Nederland speelt, schermt Matthijs de Ligt af in de opbouw, zet een klever op Frenkie de Jong en dan komt alles op de schouders van de tandem Georginio Wijnaldum en Memphis Depay. Van de laatste acht goals van Oranje maakte middenvelder Wijnaldum er vijf.”