Álvarez bezorgt Ajax nieuw hoofdpijndossier

Foto: Álvarez bezorgt Ajax nieuw hoofdpijndossier

Ajax profiteerde dit weekend maximaal van het puntverlies van titelconcurrenten PSV en Feyenoord. De Amsterdammers wonnen in Rotterdam hun duel met Sparta (1-0), maar het spel was niet om naar huis te schrijven. Dat Edson Álvarez tegen Sparta belangrijk was in defensief opzicht en óók de middenvelder was met het meeste balbezit bij Ajax, laat zien waar het pijnpunt ligt. 

Ajax speelt standaard met Edson Álvarez op het middenveld. Zelfs wanneer de tegenstander op papier gemakkelijk verslagen zou moeten worden, kiest Ajax-trainer Erik ten Hag nog steeds voor de Mexicaanse stofzuiger, die sinds zijn komst in 2019 op voetballend gebied een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt sinds zijn vijftien miljoen euro kostende transfer vanuit América Club Futbol. De 52-voudig international is inmiddels niet meer weg te denken uit het elftal van de Amsterdammers. Na maanden van volharding heeft Ten Hag het ook aan de buitenwereld duidelijk gemaakt dat de manier van spelen van de Mexicaan de Amsterdammers veel voordeel oplevert. In wedstrijden tegen Sparta kwam ook het (blijvende) nadeel dat kleeft aan Álvarez aan het licht. 

Ajax en Edson Álvarez

Dat Álvarez niet de meest getalenteerde voetballer ter wereld is, dat staat al langer vast. De Mexicaans international heeft zijn eigen kwaliteitenpalet, een waar de Ajax-fans in het begin nog aan moesten wennen. Dat Álvarez de pech had dat hij als opvolger van Matthijs de Ligt werd gepresenteerd en qua spelersprofiel niet eens in de buurt komt van de tegenwoordig verdediger van Juventus, is tegenwoordig niet meer dan een ongelukkig gegeven. Sinds de komst van zijn vrouw en kind naar Nederland, en de ontwikkeling die Álvarez de afgelopen jaren boekte als Ajacied, speelt de Mexicaans international de sterren van de hemel. 

Álvarez zorgt er inmiddels voor dat hij vaker de offensieve oplossing zoekt en gebruikt in verhouding met vorige seizoenen dit jaar vaker de crosspass om vanuit de as van het veld snel het spel naar de zijkant te verleggen. Dat is, gezien zijn positie, een logische ontwikkeling, maar ook een progressie die op een gegeven moment gaat stokken. Als offensief denken en beslissend zijn in de passing aspecten waren waarop Álvarez uitblonk, had hij deze kwaliteiten al toen hij bij Ajax tekende. 

Dat de Mexicaans international na dik twee seizoenen in Amsterdam deze basis wél heeft, zorgt voor een vertekend beeld. Aan de ene kant ziet iedereen de progressie die Álvarez boekte sinds hij op het middenveld terecht kwam. Aan de andere kant: het verschil tussen het offensieve basisniveau van Álvarez is op dit moment nog steeds (heel) groot op het moment dat je dit vergelijkt met de andere smaken waaruit Ten Hag kan kiezen. 

Sparta Rotterdam-uit

Dat de Ajax-trainer er eigenlijk altijd voor kiest om Álvarez in zijn basisopstelling mee te nemen, óók wanneer er een defensief ingestelde tegenstander zoals Sparta tegenover je staat, vloeit nog steeds voort uit zijn defensieve kwaliteiten. De Mexicaanse middenvelder had van alle Ajacieden de meeste intercepties (twee) en de meeste uitverdedigingsacties (vijf) in de wedstrijd op Het Kasteel. Gezien de positie van Álvarez en het feit dat hij ook de eerst aangewezen man is om terug te zakken op het moment dat Jurriën Timber of Lisandro Martínez het middenveld in dribbelen, zorgt Ten Hag ervoor dat er ten alle tijden genoeg man achter de bal staat om een mogelijke counter op te vangen. 

Er kleeft in de situatie van Ajax tegen Sparta, of welke defensief ingestelde tegenstander dan ook, een belangrijk nadeel aan een speler als Álvarez als meest defensieve middenvelder. De Mexicaan komt daardoor in de opbouw over het algemeen het meeste in balbezit, terwijl Álvarez van alle Ajax-middenvelder mét de bal nog steeds de minste meerwaarde heeft. Dat heeft ook zijn uitwerking op het spel: Álvarez was op Het Kasteel met 110 balcontacten de meest aangespeelde Ajax-middenvelder en gaf ook meer passes (88) dan Ryan Gravenberch (67) en Steven Berghuis (60). Dat centrumverdedigers Martínez (89), Timber (106) en linksback Daley Blind (95) meer passte, is gezien hun positie logisch. 

Wat niet logisch is, is het feit dat Ten Hag dingen van Álvarez blijft vragen waar de specifieke kwaliteiten van de verdedigende middenvelder niet liggen. Aan de bal heeft de Mexicaan progressie gemaakt, maar we moeten niet doen alsof Álvarez nu de technische bagage heeft van Frenkie de Jong, de pass van Andrea Pirlo en daarnaast als een soort N’Golo Kanté aan het stofzuigen is. Wás dat het geval, dan had Álvarez nu al lang niet meer bij Ajax gespeeld. Daardoor blijft er wel een opvallend gegeven over: Álvarez is de minste passer op het Ajax-middenveld, heeft de meeste moeite met offensief denken en wordt nog steeds het vaakste aangespeeld. Met andere woorden: door Álvarez in wedstrijden zoals tegen Sparta Rotterdam op te stellen, zorg je ervoor dat het spel eerder vertraagt dan versnelt. 

Dubbele focus

Daarmee lijken niet alleen de Ajax-spelers moeite te hebben met de switch tussen de Champions League-focus en de beleving voor Eredivisie-wedstrijden. Ook Ten Hag lijkt soms onnodige defensieve zekerheid in te bouwen in Eredivisie-duels zoals tegen Sparta. Op het moment dat je met Álvarez speelt en hij als meest defensieve middenvelder in de opbouw vaak het eerste aanspeelpunt is voor de defensie en in ‘het kommetje’ als meest achteruitgeschoven man het spel moet verdelen, is het eigenlijk onmogelijk om een hoog tempo te spelen. 

Álvarez is met crosspasses ook op offensief gebied van waarde voor de Amsterdammers: de Mexicaan maakt nog steeds vaak de veilige keuze. Aangezien zijn positie in defensief opzicht cruciaal is, wordt dat ook in veel gevallen van hem verwacht. De aanvallende taken die bij deze rol komen kijken (inzicht, ‘vooruit denken’, passing, balbehandeling, eerste aanname, beweging zonder bal en eventueel dribbel) zijn kwaliteiten die Álvarez niet of in mindere mate heeft, waardoor de Mexicaan veel in balbezit blijft komen en er van alle middenvelders van Ajax het minste mee blijft doen. 

Dat terwijl er in de Amsterdamse selectie ook spelers zijn voor wie het omgekeerde geldt. Álvarez’ belangrijkste taak is eigenlijk de tegenstander in de as van het veld in de weg zitten. Daardoor maakt de Mexicaan intercepties (gemiddeld 1,9 per negentig Eredivisie-minuten), ballen wegrossen (gemiddeld twee keer per negentig Eredivisie-minuten) en blokkeert hij schoten (0,5 gemiddeld per negentig Eredivisie-minuten). De Mexicaan is echter niet de enige middenvelder die bewijst dit te kunnen: ook Gravenberch heeft intercepties (0,8 per negentig Eredivisie-minuten), rost ballen weg (gemiddeld 0,8 per negentig Eredivisie-minuten) en blokkeert schoten (gemiddeld 0.3 per negentig Eredivisie-minuten). Hetzelfde geldt voor Davy Klaassen (intercepties: 0,9; ballen wegrossen: 0,5; blokkades: 0). 

Andere Ajax-accenten

Met andere woorden: Gravenberch en Klaassen zijn defensief minder dan Álvarez, maar dat is in wedstrijden tegen de Sparta’s van deze wereld niet de belangrijkste focus van de meest defensieve middenvelder. Nu staat daar een balveroveraar (Álvarez) terwijl Ajax vaak in de situatie terecht komt dat daar een spelmaker voor de defensie nodig is om een krappe overwinning met traag voetbal om te toveren in de tikkie-takka-machine die de Amsterdammers zo nu en dan in de Champions League zijn. 

Dat Ajax in de Eredivisie minder ruimte krijgt dan in de Champions League, vraagt dus ook om een ander type middenvelder voor de defensie. Door met Klaassen of Gravenberch op deze positie te spelen – en de ander er naast te zetten – heeft Ajax altijd twee spelers in de as van het veld staan die een offensieve focus hebben, maar ook defensief hun werk kunnen verrichten. Dat het spelen zónder Álvarez defensieve gaten oplevert, is een probleem dat Ten Hag kan oplossen door spelers anders te instrueren, bijvoorbeeld dat één van de twee spelers altijd het slot op de deur moet zijn. Ten Hag zou ook snelheid van de centrale verdedigers kunnen gebruiken om ervoor te zorgen dat deze gaten niet benut kunnen worden voor een tegenaanval. 

In zo’n geval ligt de focus op het middenveld vooral op de doorstroom richting de aanval dan op het voorkomen van een counter. Dat je daardoor andere keuzes maakt, zorgt ook voor een andere balans op het veld: wanneer Klaassen én Gravenberch samen in het centrum spelen, kunnen zij hun technische en combinerende kwaliteiten aanspreken. In de toekomst zou Kenneth Taylor, die met twee benen kan passen en trappen, ook een oplossing voor kunnen zijn. Daarmee zorgt Ajax ervoor dat het in de eerste zestig minuten van zo’n wedstrijd een voorsprong kan opbouwen, zodat Álvarez de laatste dertig minuten van de wedstrijd vooral kan doen waar hij goed in is: ervoor zorgen dat Ajax een voorsprong niet meer uit handen geeft.

Een stunt van Sporting tegen Ajax levert jou 6x je inleg op

Dit bericht op Instagram bekijken

Een bericht gedeeld door AFC AJAX MEDIUM (@ajaxmedium)

Wie moet de meest defensieve Ajax-middenvelder zijn in ‘kleine’ wedstrijden?

  • Edson Álvarez
  • Davy Klaassen
  • Ryan Gravenberch
  • Kenneth Taylor
  • Andere speler
342+ Votes

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie