Chidera Ejuke was afgelopen seizoen een van de meest opvallende buitenspelers in de Eredivisie. De Nigeriaanse vleugelaanvaller werd clubtopscorer met negen doelpunten in de reguliere competitie, maar zelf denkt hij dat er nog meer in had gezeten.
“In Noorwegen scoorde ik te weinig, hier heb ik dit seizoen negen doelpunten gemaakt in de Eredivisie. Dat is oké, maar ik heb ook grote kansen gemist”, vertelt Ejuke aan Voetbal International. “Die kan ik me allemaal nog goed herinneren. Uit tegen FC Twente had ik een honderdprocentkans, tegen Ajax had ik ten minste twee keer moeten scoren, Heracles-thuis had ik er ook twee moeten maken. Even denken, AZ-thuis, Feyenoord-uit, PSV-uit, toen we 2-1 verloren.”
Tegelijkertijd hoort die grilligheid ook bij zijn spel. Ejuke is een dribbelaar pur sang. “Die mindset zit diep in mij geworteld en gaat er ook niet meer uit. Mijn instinct is: wat de situatie ook is, ik moet gewoon gaan dribbelen. Het hoort natuurlijk ook wel bij mijn positie, als linksbuiten is het belangrijk dat je je man kunt uitspelen.”
Ejuke durft dit tegenover iedere verdediger. “Soms krijg je verdedigers tegenover je die pittig zijn, maar als zij me de bal afpakken, geeft me dat ook weer een inzicht in hoe ze tackelen. Als dat twee, drie keer gebeurt, heb ik meestal door hoe ik ze kan passeren. Tegen Daley Blind van Ajax ging dat bijvoorbeeld zo. Hij dekte ver door en zat telkens heel kort op me, maar toen liet ik de bal een keer lopen en ging ik er aan de andere kant langs. Tegen zulke ervaren verdedigers moet je iets vinden wat in jouw voordeel is, in dit geval was dat mijn snelheid.”
Kan hij een Eredivisie-topclub aan?
- Ja
- Nee
