“Ik heb boodschappen moeten doen in een rolstoel”

Het voetbaljaar 2019-2020 begon hartstikke voorspoedig voor Donyell Malen. De jonge aanvaller scoorde aan de lopende band bij PSV en werd voor het eerst opgeroepen voor het Nederlands elftal; tegen Duitsland maakte hij meteen een belangrijk doelpunt. Het noodslot sloeg echter toe: “Ik heb de andere kant van de medaille gezien.”

De spits raakte zwaargeblesseerd en zegt in het Algemeen Dagblad: “Natuurlijk dacht ik vorig jaar december: daar gaat mijn seizoen en ook de droom van spelen op het EK.” Malen had het bijzonder zwaar: “Ik was in Amerika, zou daar in Pittsburgh geopereerd gaan worden, en van corona had nog niemand gehoord.”

Eigenlijk werkte het virus in het voordeel van de PSV’er: “Het klopt wel enigszins wat je zegt: de coronastop was voor bijna alle voetballers alleen maar vervelend, maar voor mij is het eigenlijk niet negatief geweest. Het EK heb ik niet hoeven missen. Ik kon rustig revalideren, in de luwte. Maandenlang was er heel weinig te doen voor iedereen, maar als één van de weinigen was ik volop aan het sporten, en met een concreet doel: weer fit worden.”

Malen staat nu wel anders op het veld: “Ik waardeer het nu nog meer dat ik kan voetballen. Want onbewust neem je het soms als iets vanzelfsprekends. Is menselijk, denk ik. Maar ik heb nu de andere kant van de medaille gezien. Ik heb boodschappen moeten doen in een rolstoel. Tussen het oplopen van de blessure tegen Feyenoord en terugkeren tegen Vitesse zaten zoveel fases, ik heb geprobeerd om te genieten van kleine dingen die in elke fase steeds beter gingen.”