‘Miljoenenfiasco voor Feyenoord’

Santiago Giménez lijkt na de winterstop hopeloos uit vorm te zijn bij Feyenoord. De spits, die in de eerste seizoenshelft de ene na de andere bal er in wist te schieten, krijgt dat in 2024 voorlopig nog niet voor elkaar. Algemeen Dagblad-journalist Maarten Wijffels vreest zelfs voor een ‘Nicolai Jørgensen-scenario’.

Giménez uit vorm

Giménez maakte vorig seizoen al een sterke indruk in de tweede seizoenshelft en trok die lijn door in de eerste seizoenshelft van dit seizoen. De Mexicaanse spits werd dan ook in verband gebracht met talloze toptransfers, maar Feyenoord had nog geen behoefte om vele miljoenen te incasseren voor de aanvaller. Dat hoopt het alsnog komende zomer te gaan doen, maar Wijffels vreest inmiddels voor een doemscenario voor de Rotterdammers.

“Bij Feyenoord zijn een paar spelers wel echt aantoonbaar minder. De spits is wel duidelijk, die raakt echt helemaal niks meer”, vertelt Wijffels in de voetbalpodcast van het Algemeen Dagblad over Giménez, die in 2024 alleen nog wist te scoren tegen NEC. “En dan zal het misschien best zo zijn dat hij weer eens een doelpunt gaat maken, maar je moet je toch misschien afvragen… Zullen we het benoemen? Het is misschien riskant, maar een beetje een Jørgensen-verhaal?”, vervolgt Wijffels.

Miljoenenstrop voor Feyenoord

De Deense spits werd in de zomer van 2016 voor 3,5 miljoen euro gekocht, wat in eerste instantie een koopje bleek. Jørgensen scoorde in het seizoen 2016/2017 25 keer en gaf 16 assists in 42 wedstrijden. Feyenoord werd kampioen, waarna de Rotterdammers hun spits voor vele miljoenen konden slijten aan Newcastle United. Die deal kwam niet van de baan, waarna Jørgensen een enorme terugval kreeg. In 2021 vertrok hij uiteindelijk transfervrij uit De Kuip.

Etienne Verhoeff noemt een dergelijk scenario nog ‘iets te vroeg’, maar volgens Wijffels moet Feyenoord zich echt wel zorgen gaan maken. “Er blijft echt helemaal niets over. Als je ziet hoe hij na zijn wissel erbij zit, daar zit echt een zielig hoopje mens. Het kan natuurlijk dat je weer eens lekker een bal raakt en dan ben je misschien vertrokken, maar tóch. Spelers gaan ook naar jou kijken van ‘kop om vriend, het mag wel iets meer’. Het verval is echt wel heel groot.”