‘EK-dreun door Oranje-tweetal’

Virgil van Dijk tempert de hoge verwachtingen rondom Oranje. De aanvoerder van het Nederlands elftal ziet Oranje niet direct als grote favoriet en stelt dat zijn ploeg ook afhankelijk is van de fitheid van een aantal spelers. Van Dijk doelt met name op Frenkie de Jong en Memphis Depay, die volgens de verdediger onmisbaar zijn voor Oranje.

Van Dijk tempert EK-verwachtingen Oranje en wijst naar Depay en De Jong

“We gaan erheen om successen te behalen en elk land dat meedoet, wil het toernooi winnen. Maar daar is veel meer voor nodig dan alleen een goede selectie: geluk, fitheid van spelers, vertrouwen en de steun van onze fans”, vertelt Van Dijk met gereserveerde woorden aan De Telegraaf.

Van Dijk stelt dat het nodig is om een fitte ploeg te hebben op het EK. “Ik zie de kwaliteit die we hebben, maar ook de twijfelgevallen die er nog zijn: jongens die belangrijk zijn voor onze groep.” Volgens de verdediger moet er niet direct euforisch gedacht worden. “We hebben er met z’n allen ontzettend veel zin in. We gaan er met de jongens alles aan doen om elke wedstrijd te winnen en in het toernooi te groeien. Dan is alles mogelijk, maar we moeten ook realistisch blijven.”

Twijfels over fitheid De Jong en Depay

De verdediger van Liverpool doelt vooral op de fitheid van De Jong en Depay. “Dat zijn bepalende spelers en het is nog niet bekend of zij fit genoeg zullen zijn om alle duels in actie te komen. Frenkie is in mijn ogen een van de beste middenvelders van Europa, dus hopelijk zal hij erbij zijn en hopelijk is Memphis wedstrijdfit. Je moet in een toernooi groeien, dus als zij de oefenwedstrijden tegen Canada (6 juni) en IJsland (10 juni) al minuten kunnen maken, dan zal dat alleen maar helpen.”

Volgens Van Dijk moet het ook nog allemaal een beetje gaan leven binnen de groep. “Ik denk dat de focus ook wat groter wordt als bekend is met welke groep we precies gaan. Misschien dat het dan wat meer gaat leven bij iedereen. Ik heb er zin in en ga ervoor zorgen dat iedereen er precies zo instaat. Al denk ik dat daar niet zo heel veel voor nodig is. Ik denk dat iedereen positieve kriebels heeft en beseft dat elke wedstrijd iets speciaals kan worden.”