De Wolf looft Feyenoorder: “Echt een machine, ook op trainingen”

John de Wolf is bij Feyenoord assistent-trainer met extra aandacht voor de verdedigers in de selectie. De oud-mandekker vertelt in De Klank Van… over zijn verleden als voetballer en huidige werkzaamheden langs het veld.

John de Wolf over zijn huidige werkzaamheden bij Feyenoord

“Ik doe eigenlijk een beetje alles. Ik ben eigenlijk nodig waar ik nodig ben. Assisteren bij spelhervattingen. Ik assisteer Sipke Hulshoff als we de verdedigers trainen. Vaak ook een-op-een wat aanwijzingen geven, maar ik vind het altijd heel belangrijk dat ik altijd in mijn eigen rol blijf. Rustig, dingen zien, een-op-een. Niet opeens gaan schreeuwen en roepen. Ook een vertrouwenspersoon zijn, kijken wat er in de groep leeft. Kijken wat er in het veld gebeurt, dat soort dingen. Daar voel ik me eigenlijk het beste bij.”

Met sommige spelers kreeg De Wolf een bijzondere band. “Met Marcos Senesi heb ik altijd een hele goede band gehad. Wij praten heel veel over het verdedigen. Ik vond dat hij meer met het mes tussen zijn tanden moest spelen. Daar was ik altijd wel vaak mee bezig. Senesi en Sinisterra hebben toen bij mij thuis gegeten, dan heb je toch een andere band met elkaar. Vorig jaar ben ik naar Londen geweest en is hij met de metro en trein naar Londen gekomen en hebben we een dag geshopt en gegeten samen met mijn vrouw. Dat vind ik wel speciaal.”

Lof voor Dávid Hancko en Lutsharel Geertruida

Tot slot de vraag welke Feyenoorder dit seizoen de meeste indruk maakte op De Wolf? “Dávid Hancko. Dat is echt een machine, maar niet alleen in de wedstrijden, ook in de trainingen. Altijd maar doorgaan. Dat soort spelers moet je eigenlijk af en toe beschermen. Nooit klagen, altijd maar gaan en gaan. De ontwikkeling van Lutsharel Geertruida… Nu noem ik twee namen, maar als ik nu stop dan doe ik er een paar tekort. Over het algemeen heeft het team mij verbaasd. Verbaasd is misschien niet het juiste woord, maar dat wij dit weer op de mat hebben kunnen brengen met het aantal punten, dat heeft mij verbaasd.”