Álvarez en Sangaré strijden om toptransfer

Ajax en PSV staan zondagmiddag (16:45 uur) tegenover elkaar in de eerste Eredivisie-topper van het jaar. De Amsterdammers verdedigen in eigen huis een voorsprong van één punt (en één wedstrijd minder gespeeld) op de ploeg van Ruud van Nistelrooy. Waar de aandacht in eerste instantie uitgaat naar de voorhoede, zal Ibrahim Sangaré of Edson Álvarez zonder doelpunt, toch voor de beslissing zorgen. De verdedigende middenvelders strijden niet alleen voor de koppositie in de Eredivisie, maar ook voor een mogelijke toptransfer in de winter.

Ajax en PSV gaan in een tweestrijd uitmaken wie er als herfstkampioen de winterstop in gaat in de Eredivisie. De competitie ligt dit seizoen twee maanden stil omdat het WK in Qatar gespeeld moet worden, maar tot die tijd hebben Ajax en PSV nog alles om te spelen in de Eredivisie. De Amsterdammers hebben een kleine voorsprong op de Eindhovenaren, die de één punt achterstand in het onderlinge duel met het team van Alfred Schreuder goed kunnen maken. Dat de focus bij de Eindhovenaren zal liggen op Cody Gakpo en de teruggekeerden Luuk de Jong en Noni Madueke, lijkt van te voren uit te tekenen. Bij Ajax geldt dat in de personen van Steven Bergwijn, Brian Brobbey en Dusan Tadic niet anders. De aanvallers zullen natuurlijk voor minimaal één doelpunt moeten zorgen, al wordt daar de wedstrijd over negentig minuten voetbal niet mee gewonnen.

PSV en Sangaré

Waar PSV de vorige jaren een tegenpool was van het Ajax-voetbal, heeft de ploeg onder Ruud van Nistelrooy weer een stap richting de ‘Hollandse School’ gezet. Nu de gedroomde voorhoede van PSV weer beschikbaar is, is het vooral de vraag in welke samenstelling Van Nistelrooy zijn elftal laat spelen. De trainer heeft dit seizoen voor twee standaarden gezorgd. Het ligt in de lijn der verwachting dat de oud-topspits ook tegen Ajax kiest voor een controlerend blok met Ibrahim Sangaré en Erick Gutiérrez. Van Nistelrooy viel dit seizoen al eerder terug op de succesformule van Roger Schmidt. Tegen Arsenal lag het defensief ingestelde middenveld aan de basis van de stuntoverwinning van de Eindhovenaren.

Sangaré miste het duel tegen Bodo/Glimmt wegens ziekte. Het is voor de Eindhovenaren wel te hopen dat de Ivoriaans international fit genoeg is om te starten tegen Ajax. Vorig jaar ontpopte Sangaré zich tot één van de belangrijkste spelers van PSV. De defensieve middenvelder zorgt voor balans en power op het middenveld. Hoe meer maanden hij in het shirt van de Eindhovenaren speelt, hoe meer de oud-speler van Toulouse zich ook van een offensieve kant laat zien. Dat gaat nog steeds met wisselend succes, maar dat kan niet gesteld worden van de defensieve bijdrages die Sangaré bijdraagt aan het elftal van PSV. Met gemiddeld 1,3 intercepties in de Eredivisie en 1,1 in de Europa League is Sangaré een sta-in-de-weg, maar vooral op het gebied van tackles is de Ivoriaan een klasse apart.

Op het PSV-middenveld vecht Sangaré ruim vier duels per Eredivisie en/of Europa League-duel uit. In 79% van de gevallen lukt het de tegenstander niet om langs de international van Ivoorkust te dribbelen. Dat plaatje heeft gevolgen voor de keuze die Schreuder maakt als aanvallende middenvelder. Als Steven Berghuis en/of Davy Klaassen in de mandekking staan of die zonde wordt door twee verdedigende middenvelders afgeschermd, dan kun je directe passes (Berghuis) versturen of kort combineren (Klaassen) tot je er bij neervalt: in die situaties speel je een speler als Sangaré alleen maar in de kaart. De Ivoriaan hoeft immers maar één persoonlijk duel met Klaassen en/of Berghuis aan te gaan om de bal te veroveren in een belangrijke zone van het veld.

Ajax en Álvarez

Dat Ajax en PSV in de topwedstrijden vaak met (minimaal) één controlerende middenvelder spelen, heeft in beide gevallen ook een bepaald nadeel. Bij Ajax is eerder regel dan uitzondering dat Edson Álvarez de Ajacied is die de meeste passes verstuurt op het middenveld. Dat is gezien zijn positie als meest verdedigende middenvelder niet meer dan logisch. De Mexicaans international heeft zich de afgelopen jaren in het aanvallende gedeelte van zijn spel flink ontwikkeld. Dat Álvarez nog steeds niet de meest ideale spelmaker is, dat moge duidelijk zijn. Het lukte Erik ten Hag, maar ook Schreuder echter niet om een variant te verzinnen om daar omheen te werken. Kenneth Taylor speelt dit seizoen in aanvallend opzicht een nadrukkelijkere rol dan Álvarez én Ryan Gravenberch (vorig seizoen, red.).

Het zorgt er echter nog niet voor dat de doorstroom van de verdediging naar de aanvallende linie altijd even soepel verloopt. Dat terwijl Álvarez er ook zelf vaak voor zorgt dat hij in balbezit komt door een interceptie (1,5 keer per negentig minuten in Eredivisie, 1,9 in CL) of een geslaagde tackle. Dat laatste gaat Álvarez in de Champions League beter af dan in onze vaderlandse competitie: in Europa is hij goed voor 3,2 tackles per negentig minuten (78% geslaagd, 0,7 keer/90 minuten voorbij gedribbeld). In de Eredivisie tackelt de Mexicaan meer (4,1 keer per wedstrijd), maar wordt hij ook vaker voorbij gespeeld door zijn tegenstander (1,3 keer, 68% geslaagd). Dat onderstreept nog maar eens de meerwaarde van Álvarez in bepaalde wedstrijden, maar het geeft ook de keerzijde van de Mexicaanse medaille aan.

Álvarez is niet alleen in de opbouw vaak de eerste man die wordt aangespeeld. Ook na het ontmantelen van een aanval is de Mexicaan meestal degene die ook voor de eerste offensieve stap zorgt. Álvarez blinkt in dat gedeelte van het spel niet uit. Hij kiest in die situaties vaak een balletje terug of breed. Daarmee gunt hij de tegenstander extra tijd om in defensieve positioneringen te komen, terwijl een speler met de handelingssnelheid, techniek en het inzicht van Taylor in theorie de meest aangewezen man is om de Ajax-aanvallen van achteruit op te zetten. Ajax is echter niet het enige team met een middenveld dat beter kan controleren dan creatief opbouwt. Dat daarmee de focus vooral ligt op de voetballende oplossingen die Xavi Simons/Joey Veerman (PSV) en Klaassen/Berghuis/Kudus (Ajax) vanuit de aanvallende middenvelder-zone moeten brengen, zorgt er wel voor dat Sangaré en Álvarez aanstaande zondag ook voor een belangrijke persoonlijke strijd staan.

Toptransferkans

Als het aan de Mexicaans international gelegen had, stond hij niet eens in het veld tijdens Ajax – PSV. De verdedigende middenvelder probeerde op de slotdag van de internationale transfermarkt een vertrek uit de Johan Cruijff ArenA te forceren na een mega-bod van Chelsea. De Londenaren hadden ook Sangaré op de korrel, maar ook die interesse liep voorlopig op niets uit – ook omdat Sangaré deze zomer zijn contract tot de zomer van 2027 verlengde. In die zin is een goede dag van de verdedigende middenvelder(s) niet alleen voor Ajax en PSV een noodzaak, maar is dit ook dé kans om op pole te komen voor een toptransfer.

Het draait er bij deze spelers immers niet om of ze een driedubbele schaar kunnen of de bal spectaculair kunnen aannemen. Helemaal in wedstrijden tegen PSV of Ajax is het voor Álvarez en Sangaré vooral de taak om ballen tegen te houden en deze zo snel mogelijk in te leveren bij een speler die veel beter is in het creatieve gedeelte van het spel. Dat wordt in wedstrijden tegen kleinere clubs minder gevraagd van de controleurs van de Nederlandse topploegen, maar in de topcompetities van Europa is dat wel de meest voor de hand liggende rol die één van de twee gaat spelen bij een transfer. Voor het resultaat zijn ze zondag afhankelijk van hun teamgenoten, maar het is voor zowel Sangaré als Álvarez dé kans om zich te onderscheiden van elkaar.