Droom Bergwijn en Ajax nog niet in duigen

Foto: Droom Bergwijn en Ajax nog niet in duigen

Ajax legde zich ruim een jaar geleden een bijzonder dure verplichting op. De Amsterdammers wilden Steven Bergwijn tijdens de vorige winterstop al losweken bij Tottenham Hotspur, maar kreeg daar deze zomer pas een serieuze mogelijkheid toe. De dromen van Ajax én de recordaankoop vallen voorlopig in duigen, maar niet alles gaat zo slecht als de vorm van Bergwijn doet geloven.

Het was rond de zestigste minuut van Vitesse – Ajax. Steven Bergwijn kreeg de bal, dribbelde zich vrij en kwam in de zone waar hij al zo vaak kwam. Het is sinds zijn jonge jaren bij PSV, en misschien ook al in de jeugd van Ajax, zijn handelsmerk. Actie naar binnen. Kort schieten. Juichen.

Dat Oranje de laatste jaren de plek was waar de oude Bergwijn zich weer liet zien, zorgde ervoor dat Ajax belangstelling kreeg. Niet alleen dat: de uitzichtloze situatie bij Spurs werd wat helderder. Zo helder dat een transfer in de winterstop van vorig seizoen niet doorging. Dat Bergwijn daarna vooral in Oranje bleef schitteren en bij Tottenham Hotspur naar verloop van tijd niet meer aan de bak kwam, zorgt voor vragen bij het beslissingsproces rondom Ajax’ recordtransfer.

Op welke gronden is Steven Bergwijn gescout door Ajax?

De oplevingen van Bergwijn in het shirt van Oranje en zijn verleden in het shirt van PSV zorgden voor de belangrijkste sportieve basis om de linksbuiten loste weken. Kijkend naar de praktijk van het afgelopen half jaar, neemt dat twee potentiële valkuilen met zich mee. Bergwijn speelde zijn beste wedstrijden in Oranje onder Louis van Gaal. De bondscoach, die na het WK afscheid nam, maakte op een andere manier gebruik van de sterke punten van Bergwijn. Omdat er een triangel voorin stond, zorgde Van Gaal er ook voor dat de tegenstanders constant moesten kiezen tussen drie technisch vaardige spelers.

Daardoor stonden de passlijnen niet alleen vaker open en kon Bergwijn zijn sterke lichaam in de strijd gooien om de bal vast te houden, af te spelen of een individuele actie in te zetten. Dat hij van meerdere kanten onder druk gezet kon worden – als je dat vergelijkt met de flanken – merkte de aanvaller niet veel van: met Memphis, Cody Gakpo en in mindere mate Wout Weghorst was er altijd een andere afspeelmogelijkheid waar de verdedigers zich druk om moesten maken. Door de defensievere instelling van Oranje creëerde Van Gaal daarnaast veel meer (potentiële) ruimte achter de defensie van de tegenstander – lager staan = tegenstander uitnodigen om te komen – en daar kwam Bergwijns snelheid weer van pas.

Bij Tottenham Hotspur en ook bij Ajax is die situatie compleet anders. Helemaal in de Eredivisie speelt Bergwijn in teams die het natuurlijke overwicht hebben, en daardoor ook beperkte ruimte en minder tijd hebben om hun acties te maken. Bergwijn heeft echter bij PSV bewezen dat hij daar véél beter dan de gemiddelde Eredivisie-speler mee om kan gaan. Het voetbalclichéboek schrijft voor dat de resultaten in het verleden geen garantie bieden voor de toekomst. Bij PSV deed Bergwijn dat met een spits die altijd tegen de laatste linie aankleefde (bijvoorbeeld Brian Brobbey) in plaats van een spits die zich laat inzakken (Dusan Tadic) of in een vrije rol speelt (Mohammed Kudus).

Wat de prestaties van Bergwijn ook vertellen, is hetgeen waar de technische leiding van Tottenham Hotspur achter kwam: voor een aanvaller bij een Engelse en Europese subtopper rendeert hij te weinig. Tussen januari 2020 en juli 2022 kwam Bergwijn tot 83 wedstrijden in het shirt van Tottenham Hotspur. Zijn productie? Acht doelpunten en tien assists. Dat terwijl in zijn eerste halfjaar Bergwijn gemiddeld vijftig minuten per Premier League-duel. Zijn eerste volledige Premier League-seizoen leverde nog meer op: 58 minuten per wedstrijd over 24 wedstrijden. Als je dan één doelpunt maakt en vier assists geeft, is het logisch dat je op een gegeven moment terugvalt in de pikorde – en in je laatste seizoen een krappe twintig minuten per Premier League-duel in actie mag komen en om een vertrek vraagt.

Externe of interne omgeving?

Dat laatste is nu niet aan de orde voor Bergwijn. De aanvaller heeft zich natuurlijk te herpakken, maar het ontastbare fenomeen ‘vorm’ komt en gaat zoals de zon en de maan. Het is bij Bergwijn in eerste instantie niet heel lastig om de vinger op de pijnlijke plek te leggen. Toegegeven: met Tadic in de spits en beperkte ruimte achter de defensie is het lastig voetballen voor Bergwijn. Zonder vast aanspeelpunt als nummer negen, zoals bij Kudus vaak het geval was, heeft Bergwijn weer geen kapstok die ervoor zorgt dat hij in de juiste posities in balbezit komt, één actie kan maken en daarna een steekpass kan geven of kan uithalen – en dan eerder zoals in de Johan Cruijff Schaal dan tegen Vitesse.

Bergwijn zal echter wel een betere optie moeten zoeken dan hopeloos naar zijn vorm proberen te dribbelen. In de Champions League (0,9 succesvol per negentig minuten, 37,5% van totale acties), Europa League (1,2 succesvol, 42% totaal) en zelfs in de Eredivisie (1,3 geslaagd, 42% totaal) lukt het de linksbuiten niet om zijn acties vaker te laten slagen dan dat ze mislukken – en kan Bergwijn dus dribbelen tot hij een ons weegt, de kans dat dit beter gaat worden, wordt met de wedstrijd kleiner.

Dat Bergwijn met meer ruimte tussen de linies gemakkelijker in schotposites komt om te scoren, bewijst de Champions League. In het Miljardenbal schoot Bergwijn gemiddeld 1,7 keer per negentig minuten en stond hij in 18% van de gevallen (0,3 doelpunten per negentig minuten) op de juiste plek om te scoren. In de Eredivisie is dat percentage 16%, terwijl hij meer wedstrijden gespeeld heeft en ook meer doelpunten per negentig minuten maakt (0,5). Dat komt omdat Bergwijn niet alleen dribbelt naar een nieuwe reden om te juichen: in de Eredivisie is hij goed voor 3,1 schoten per negentig minuten. Bijna het dubbele van de schoten in de Champions League.

Gaat er dan nog wel wat goed bij Bergwijn dit seizoen? Jazeker, en dat is ook zijn silver lightning. Die liggen echter niet in het rendement in doelpunten en acties, maar het vaak onbelichte deel van het spel van Bergwijn: zijn passing. In de Eredivisie (1,9 belangrijke passes, 0,2 assists = 4,3% totale passes), de Europa League (1,2 belangrijke passes, 0 assists = 3,2% totale passing) en vooral in de Champions League (1,7 belangrijke passes, 0,6 assists= 7,6% totale passing) had Bergwijn niet eens een schot of actie nodig om van meerwaarde te zijn voor de Amsterdammers.

De beste truc voor Bergwijn

Als je naar de drie basiselementen van het aanvalsspel van Bergwijn kijkt (dribbels, doelpunten, belangrijke passing/assists) dan valt één ding vooral op: de keuzes die Bergwijn aan de bal maakt, zijn niet al te best. De Nederlander voetbalt nog steeds als een speler die net doorbreekt op het hoogste niveau.

Dat Bergwijn daar al langer op acteert en sinds zijn overstap naar Tottenham Hotspur – en dus zonder een spits zoals Luuk de Jong of Donyell Malen die voor een linksbuiten veel ruimte creëren in plaats van dichtlopen – alléén rendeert als de trainer het elftal zo opstelt dat er altijd ruimte is voor Stevie, is wel iets wat de buitenspeler alleen zichzelf kan aanrekenen.

Als Bergwijn, helemaal in de Eredivisie, vaker voor de pass in plaats van de actie gaat kiezen, dan kan hij zonder bal langs zijn man lopen – en dat is ook in Messi-vorm nog altijd makkelijker dan met bal. Met meer focus op positionering en minder draven met de bal, iets waar Frenkie de Jong in Barcelona ook aan moest geloven, komt Bergwijn niet alleen makkelijker in de  ruimtes waar hij kan uithalen. Dat zijn ook de gebieden waar zijn offensieve passing het beste tot zijn recht komt en wanneer het van de aanval hoog genoeg is, ook ruimte om met een geslaagde dribbel en een raak schot het voetballicht weer te vinden.

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie