Wieffer doet Oranje-onthulling: “Enig ongemak voelde ik wel”

Mats Wieffer kende afgelopen seizoen een stormachtige ontwikkeling bij Feyenoord. Het leverde de middenvelder onder meer een debuut in het Nederlands elftal op. Hoewel er wel enkele geruchten gingen over een mogelijke uitgaande transfer deze zomer, daar stelt Wieffer niet van plan te zijn om deze zomer al weer uit Rotterdam te vertrekken.

Wieffer looft Slot

De 23-jarige middenvelder vertelt in gesprek met het Algemeen Dagblad dat hij het volste vertrouwen voelt van Feyenoord-trainer Arne Slot. “Het is fijn om van een trainer te horen: Jij krijgt de tijd om beter te worden, ook als je een keer een wedstrijd slecht speelt. Dat gevoel gaf ook Marinus (Dijkhuizen, trainer van Excelsior, red.) me heel erg en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor.”

Daarnaast is Wieffer ook lyrisch over de capaciteiten van Slot. “Wat Arne Slot betreft: hij is technisch en tactisch zo sterk, denkt zó over het spelletje na. Je merkt pas echt hoe goed hij is als je met hem werkt, vandaar dat ik per se bij Feyenoord wil blijven.” Volgens de Oranje-international kan hij dan ook nog veel stappen zetten onder de oefenmeester. “Ik denk dat ik onder hem nog veel beter kan worden. En dat verlang ik ook van mezelf. Ik móet beter, veel beter. Ik eis van mezelf dat ik dit seizoen elke wedstrijd een dikke voldoende haal.”

Oranje-debuut Wieffer

Het hoogtepunt voor Wieffer was een oproep voor Oranje, wat voor de middenvelder een enigszins ongemakkelijke situatie opleverde. “Ik zie mezelf nóg de kleedkamer bij Oranje binnen lopen. Het was niet dat ik zenuwachtig was, ofzo, maar enig ongemak voelde ik wel. Zo van: wat heb ik hier te zoeken zeg, tussen al die grote namen?“

Toch verdween dat gevoel ook weer snel vertelt Wieffer in de ochtendkrant. “Uiteindelijk stel je je voor aan je ploeggenoten en gaat ook dat weer vanzelf. Nu ik erop terugkijk, zeg ik: prachtig om mee te maken. Net als die huldiging met Feyenoord op de Coolsingel. Je gelóóft het gewoon niet, als je daar staat, honderdduizenden mensen die voor je neus compleet door het dolle heen zijn. Kippenvel. Wát een club. Wát een aanhang. Wow, man, denk je dan, hier doe je het allemaal voor.”