Van Basten reageert op Brobbey-verwijt: “Ajax is schuldig”

Marco van Basten is onaangenaam verrast door de sneer die Brian Brobbey onlangs aan zijn adres uitdeelde. De voetbalanalist uit met enige regelmaat kritiek op de gang van zaken bij Ajax, maar werd recentelijk door de spits van de Amsterdammers van repliek gediend.

Van Basten geeft reactie op sneer Brobbey

Brobbey maakte Van Basten het verwijt dat hij ondanks zijn vele kritiek nooit op de club te zien is. “Ik begreep het niet helemaal”, begon Van Basten zijn reactie bij Rondo. “Ik ken die trainer inderdaad niet. Is dat gek? Ik wist niet wie het was op dat moment. Ik geef gewoon mijn mening en meer niet. Ik ben inderdaad nooit bij Ajax. Ik kijk het op televisie en zie het allemaal wel.”

Van Basten kreeg bijval van tafelgenoot Gerald Vanenburg. “Ik begrijp het ook niet helemaal. Als Marco het over een speler heeft, kan die speler daar twee dingen mee doen. Je kunt het positief en negatief uitleggen. Ik zou er iets mee proberen te doen. Desnoods bel je hem en vraag je: wat bedoel je? Ik denk dat het als spits niet de eerste de beste is in Nederland, dus je kunt er ook wel iets meer mee doen.”

Vanenburg begrijpt er ook niets van dat een jongen als Brobbey niet individueel wil trainen met Van Basten. “Dan wil je niet beter worden. Dat vind ik niet zo slim. Ik vind Brobbey echt een goede spits, maar je kunt ermee doen wat je wilt. Ik zou er anders mee omgaan.”

Ajax is in gebreke gebleven

Van Basten stelde zich nog wel enigszins in te kunnen leven in de situatie van Brobbey. “Ik snap dat hij af en toe denkt: pfff… Maar ik geef gewoon mijn mening. Hij heeft natuurlijk heel veel kwaliteit, van nature gekregen. Ik vind nog steeds dat Ajax in gebreke is gebleven om hem technisch beter te maken. Ajax gaat er prat op dat ze zo’n goede opleiding hebben, maar dan denk ik: dan moet je een speler sterker maken. Hij is snel en sterk, maar hier en daar kan hij technisch gezien niet mee. Voor de rest hoop ik dat hij een geweldige carrière krijgt. Ik heb helemaal niets tegen die jongen.”