Schmidt geeft assist op Ajax-titel (en geeft de VAR de credits)

Foto: Schmidt geeft assist op Ajax-titel (en geeft de VAR de credits)

PSV had na het puntverlies van Ajax bij AZ een ideale kans om de kampioensstrijd in de Eredivisie van laatste spanning te voorzien. De Eindhovenaren schoten uit de startblokken tegen Feyenoord, maar konden een 2-0 voorsprong niet verdedigen. Na afloop viel de PSV-trainer, net als veel andere kijkers, over de penalty-beslissing in het voordeel van Feyenoord. Dat terwijl de PSV-trainer opnieuw zélf de assist gaf voor het punt van Feyenoord

Roger Schmidt die na een wedstrijd van PSV een beslissing van de arbitrage de schuld geeft van het puntverlies van zijn ploeg. Het begint een never ending story te worden. Over twee wedstrijden moeten we afscheid nemen van de wekelijkse soap Goede Schmidt, Slechte Schmidt en kunnen we overschakelen naar de Portugese televisie voor ons portie schuld-buiten-het-team-leggen. 

Roger Schmidt en de PSV-Ajax-strijd

De houding van Schmidt, die zijn spelers nooit afvalt voor het oog van de camera, zorgde ervoor dat zowel basis- als reservespelers met de Duitse trainer weglopen. Die houding zorgt er echter ook voor dat de Eindhovenaren in de topwedstrijden nog steeds niet consequent weten te overtuigen: het is immers nog altijd een ploeg die teert op momenten in plaats van momentum. Daarmee geven Schmidt en PSV Ajax de belangrijkste assist op weg naar het landskampioenschap, dat aanstaande woensdag gevierd kan worden bij een thuisoverwinning op sc Heerenveen. 

Daar zag het zondagmiddag rond 16:45 uur nog niet naar uit. Ook om 17:30 niet. De Eindhovenaren begonnen in De Kuip op de enige manier waarop je een laatste-kans-wedstrijd kúnt beginnen. Het tempo lag vanaf minuut één hoog en in de vijftiende minuut profiteerde PSV op z’n Schmidts van een foutje in de opbouw van de Rotterdammers. Binnen twee passes, eentje terug op Joey Veerman en de voormalig Heerenveen-middenvelder stuurde Cody Gakpo in de diepte weg, profiteerde PSV daarmee van de aanvallende modus van de Rotterdammers, waardoor er veel ruimte op de flanken lag. 

Bij de tweede treffer van Gakpo was opnieuw een lange bal het startschot van de doelpuntrijke aanval. Met een pass over de hele werd Gakpo bereikt, die door een korte combinatie met Eran Zahavi vrij voor de doelman kwam en de voorsprong verdubbelde. Die twee doelpunten waren het schoolvoorbeeld van de effectiviteit van het Schmidt-voetbal dat de afgelopen twee jaar bij PSV te zien was. Aan de andere kant legt deze speelstijl óók de vinger op de pijnlijke plek als het gaat om duur puntverlies, bijvoorbeeld door een beslissing van de VAR die in het nadeel van de Eindhovenaren valt. 

Video Assistent Schmidt

Natuurlijk was het een dubieuze beslissing van de arbitrage om de bal, zonder naar het beeldscherm te lopen, op de stip te leggen in de slotfase van de wedstrijd. Had Mauro zijn arm uitgestoken? Had hij zijn handen op zijn rug kunnen houden? Dat ook. Daarom kún je deze strafschop geven, maar blijft het wel opmerkelijk dat aan het einde van de wedstrijd Schmidt zijn hoofd (opnieuw) breekt over de arbitrale beslissingen, die in principe niet in zijn invloedveld liggen, terwijl de beelden en de data van de wedstrijd zelf laten dat PSV wel degelijk de kansen had om een overwinning over de streep te trekken, ook vóór het discutabele VAR-moment in de slotfase van de wedstrijd. 

De belangrijkste aanwijzing daarvoor is het aantal doelpogingen van de Eindhovenaren, met name de verdeling van die schoten. In totaal deed PSV zestien doelpogingen in de wedstrijd tegen Feyenoord en alleen Gakpo wist, vanuit de omschakeling, tot twee keer toe het net te vinden. De rest van de pogingen werd geblokt (8x), was niet op doel (3x) of was wel op doel maar niet in het net (5x). Met andere woorden: in negentig minuten voetbal creëert PSV 16 kansen waarvan 19% (drie stuks) op doel zijn. Feyenoord deed méér doelpogingen in de wedstrijd (20) en schoot ook méér op doel (7). Daardoor ‘wint’ Feyenoord het niet alleen met het absolute aantal doelpogingen, het blijkt ook een stuk effectiever in de kansen tussen de palen werken. Hoe dat komt? Doordat bij Feyenoord het spel zo is afgesteld dat spits Cyriel Dessers altijd in de beste schotpositie komt (6 stuks tegen PSV) of ervoor zorgt dat er via de spits/aanvallende middenvelder een van de buitenspelers vrijgespeeld kunnen worden voor een schotkans (Sinisterra 3x, Nelson 1x) en de aanvallende middenvelder (Guus Til 0 schoten, Jens Toornstra 3 schoten) vooral als verbindingsspeler belangrijk voor de toevoer van de spits is. Het resultaat: hetzelfde aantal doelpunten én een veel hoger percentage schoten op doel (35%). 

Dat komt omdat bij Feyenoord de ‘specialist’ én de speler die in de meest ideale scoringspositie kan komen (Dessers, red.) ook verantwoordelijk is voor de meeste doelpogingen. Bij PSV liggen die verhoudingen totaal anders. Linksbuiten Gakpo, voor wie het in beginsel al moeilijker in een kansrijke schotpositie te komen dan een centrale puntspeler als Zahavi, schoot tegen Feyenoord dubbel zo vaak op doel (4x) dan Zahavi (2x). Daarnaast deden ook alle middenvelders, óók Joey Veerman en Ibrahim Sangaré, ten minste één poging op doel. Dat lijkt iets positiefs: deze spelers komen immers in schotpositie. Alleen zijn al die verschillende spelers die het proberen óók een signaal dat de afspeelmogelijkheden/positionering van de medespelers verre van ideaal is – anders kun je, net als Feyenoord doet, het positiespel afstemmen/trechteren richting de belangrijkste bron van doelpunten in het elftal, en dat is van nature de spits. 

Ajax

Aangezien Ajax op dezelfde hoekstenen is gebouwd als het Feyenoord van Arne Slot (hoge pressie, snel druk zetten en positiespel afstemmen op de centrumspits) was het ook begrijpelijk dat Schmidt ervoor koos om zijn spits in te laten zakken en de buitenspelers te laten profiteren van de ruimte achter de defensie. Dat er daardoor standaard een diep aanspeelpunt in de PSV-aanval ontbreekt, iemand die bij de eerste paal kan komen én het duel met zijn tegenstander kan winnen zodat hij de bal als eerste kan binnentikken, zorgt er immers voor dat andere spelers het wel móéten proberen van (grote) afstand. Bij Feyenoord lopen ze in dat opzicht tegen een ander probleem aan in vergelijking met Ajax, terwijl de tactiek van Slot ervoor zorgt dat het kwaliteitsverschil tussen PSV en Feyenoord tot het minimale beperkt blijft. 

Ajax is in dezen de overtreffende trap. De Amsterdammers hebben niet alleen met Sébastien Haller een spits die duels kan uitvechten, aardig met een bal buiten het strafschopgebied overweg kan en vooral een spits die in de zestien een halve kans omzet in een hele treffer. Daarachter heeft Ajax met spelers zoals Dusan Tadic, Steven Berghuis en Antony spelers die een kans kunnen creëren, met een pass of een individuele actie, een doelpunt kunnen maken en vooral: door korte combinaties zich een weg door een druk centrum banen. Aangezien PSV én Feyenoord ook over spelers beschikken die de afgelopen seizoenen bewezen hebben bovengemiddeld veel doelpunten te kunnen maken, ben je er nog niet. 

Dat Ajax richting het landskampioenschap gaat en de concurrentie, ondanks het zwakke spel van de ploeg, (zichzelf) nog steeds geen kans gunt, komt ook door deze positioneringen. Dat komt omdat Ajax over het algemeen dezelfde percentages korte passes geeft als PSV (88%), maar dit seizoen zeventig passes minder gaf dan de Amsterdammers. Daardoor komen PSV en Ajax vaak in dezelfde situatie terecht – een defensief ingestelde tegenstander uit elkaar spelen – en de Eindhovenaren gebruiken daar een veel directere passingstijl voor dan de Amsterdammers – minder passes over het zelfde aantal wedstrijden. Daarmee geeft Schmidt eigenlijk de assist op het landskampioenschap van Ajax: dat zijn immers vaak de korte passes die een speler vrij voor de keeper zetten. 

Want ja: daarvoor heb je een Dessers of een Haller in de spits nodig, of in ieder geval iemand die zich eerder aanspeelbaar maakt voor een steekpass dan zich uit de spits laat zakken en daarmee de defensie keer op keer de kans geeft om een speler op te vangen in plaats van hem uit zijn rug weg te horen lopen om één op één met een doelman te komen staan. Want ja: daarvoor moet het positiespel de boventoon voeren en kun je bij een mislukte variant van een omschakeltactiek niet telkens de VAR de schuld blijven geven dat er puntverlies geleden wordt op het moment dat de schotkansen veel gevaarlijker zijn op het moment dat er eens géén snelste route naar de goal gezocht wordt op het moment dat de tegenstander in de defensieve stellingen staat. Dát is immers de belangrijkste voorzet op het landskampioenschap van Ajax, niet de VAR-momenten die PSV dit seizoen óók heeft gehad.

TIP: Pakt Ajax de kampioensschaal tegen Heerenveen? Dan pak jij bij Circus 1.16x je inzet!

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn | Deze boodschap mag niet gedeeld worden met minderjarigen| Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie