Wim Kieft heeft donderdagavond ongemakkelijk naar de euforie in Amsterdam gekeken. Ajax won tegen FC Volendam eindelijk weer (2-0), maar de vreugde had volgens de voetbalanalist wel wat minder gemogen.
Kieft kijkt ongemakkelijk naar euforie
“Voor Ajax en John van ’t Schip was de winst op FC Volendam geweldig”, zo schrijft Kieft in zijn wekelijkse column voor De Telegraaf. “Als je het zo leest dan geloof je het niet, maar de ontlading in de Johan Cruijff ArenA vertelde dat verhaal. Spelers, staf en publiek gingen uit hun dak na de 2-0 tegen Mio Backhaus, Calvin Twigt, Hosh Flint, Milan de Haan en voetbalbejaarde Robert Mühren.”
“Alsof zojuist de halve finale van de Champions League was bereikt ten koste van Real Madrid. Zo diep was Ajax dus gezonken”, zo sneert Kieft. De oud-international ziet wel in dat het een opsteker betreft. “Belangrijk is om een vervolg te geven aan deze opsteker zondag tegen sc Heerenveen en zo het nieuwe élan van een extra impuls te voorzien. Wel leuk om te zien was dat Van ’t Schip in de geest van zijn voetbalvader Johan Cruijff de jonge onbekende Ar’jany Martha van Jong Ajax overhevelde. Als omgeschoolde rechtsbuiten deed hij het niet onverdienstelijk als linksback.”
Geen wonderdokter
“Maar het is niet zo dat Van ’t Schip een wonderdokter is want die bestaan niet”, zo weet Kieft. “Succes is nauwelijks te sturen, laat staan te kopiëren, zoveel hangt af van toevalligheden. Daarvan hebben trainers als Louis van Gaal en Erik ten Hag optimaal geprofiteerd bij Ajax. De door Johan Cruijff bedachte voetbalfilosofie heeft het duo geen windeieren gelegd. Bij Ajax, want eenmaal weg uit Amsterdam verloren ze die unieke visie allebei snel uit het oog.”
Heeft Kieft gelijk?
- Ja
- Nee