FC Barcelona

Barcelona

Prijzenkast

27x landskampioen

31x Copa del Rey

14x Supercopa

champions league logo

5x Champions League

4x Europacup II

uefa-super-cup

5x Europese Supercup

3x Wereldbeker

Laatste nieuws over FC Barcelona

FC Barcelona is een Spaanse voetbalclub uit Barcelona. Thuiswedstrijden van de Blaugrana worden afgewerkt in het Estadi Olímpic Lluís Companys, dat als decor fungeert gedurende de verbouwing van het Spotify Camp Nou.

  • FC Barcelona werd in 1899 opgericht
  • Thuiswedstrijden worden afgewerkt in Camp Nou
  • Leden van de club worden socios genoemd
  • FC Barcelona won 27 landstitels en vijf Champions League-bekers
  • De filosofie van Johan Cruijff staat er hoog aangeschreven

In de geest van Johan Cruijff

FC Barcelona werd op 29 november 1899 opgericht door Hans Joan Gamper. De Zwitser was daarvoor verantwoordelijk. Hij besloot een advertentie in de lokale dagbladen te plaatsen om de eerste leden warm te maken om hieraan deel te nemen. Op 8 december 1899 speelde de nieuwe voetbalclub de eerste wedstrijd tegen een elftal bestaande uit Engelse immigranten (0-1 nederlaag). In de beginjaren bestond de Barça-selectie vooral uit landgenoten van Gamper en Britten.

In 1902 won FC Barcelona de eerste prijs uit de clubgeschiedenis: de Copa Macaya, de allereerste voetbalcompetitie in Catalonië. Ter gelegenheid van de kroning van Alfonso XIII speelde de club in 1903 voor het eerst tegen Real Madrid (1-3 overwinning). De Koninklijke groeide gaandeweg de twintigste eeuw tot de grote rivaal van FC Barcelona. Dat was in de beginjaren helemaal niet vanzelfsprekend. In 1908 ging de club bijna ten onder aan financiële problemen en de afnemende publieke belangstelling. Gamper wist opheffing te voorkomen door in te stappen als voorzitter.

Eerste succesperiode

Tussen 1903 en 1928 speelde FC Barcelona in het Campionat de Catalunya. In deze periode fungeerde vooral stadgenoot Espanyol als grote rivaal, aangezien die club als grootste concurrent diende. Los Pericos konden echter niet voorkomen dat bijna alle Catalaanse titels werden uitgereikt aan de Barça-spelers. Ook in de Copa del Rey liet FC Barcelona zich gelden. Voor de toetreding tot LaLiga kroonde het team zich al achtmaal tot bekerwinnaar door clubs als Atlético Madrid, Athletic Bilbao en Real Sociedad af te troeven.

Pas in 1928 wist de Spaanse voetbalbond een akkoord te bereiken over de invoering van een nationale voetbalcompetitie. In het seizoen 1928-1929 ging het allereerste LaLiga-seizoen van start. FC Barcelona wist evenals Real Madrid elf van de achttien competitieduels in eigen voordeel te beslissen, maar stond daarentegen minder nederlagen toe (vier om zes). Met twee punten voorsprong kroonde Barça zich in 1929 meteen tot kampioen van Spanje.

Politieke onderdrukking

Het kampioenschap van FC Barcelona was een prestatie van formaat. De nationalistische gevoelens van de Spaanse bevolking, waaronder de Basken en de Catalanen, werden onderdrukt. Dat was mede te wijten aan de militaire coup van Miguel Primo de Rivera (1923), het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog (1936) en de opkomst van president Francisco Franco (1939). Franco, die uitgroeide tot een ware dictator, veranderde de naam FC Barcelona om die reden zelfs in Club Futbol de Barcelona.

Inwoners van Catalonië gebruikten FC Barcelona om zich te verzetten tegen het Spaanse bewind. Dat was niet zonder gevaar. In 1925 werd Gamper gedwongen om af te treden als voorzitter, nadat Barça-aanhangers zich luidkeels lieten horen tijdens het Spaanse volkslied middels gefluit. Niet alleen werd de oprichter uit zijn functie ontheven, maar hij werd ook gedwongen om het land te verlaten. De invloedrijke Gamper keerde terug naar Zwitserland, waar hij in 1930 een einde maakte aan zijn leven. Tot op de dag van vandaag geldt hij als een held in Barcelona en omgeving.

In 1936 brak de Spaanse Burgeroorlog uit. Enkele weken later reed FC Barcelona-voorzitter per ongeluk een verboden gebied binnen (Sierra de Guadarrama), waarna hij samen met een journalist werd opgepakt. Zonder gerechtelijk proces werd hij ter dood veroordeeld. Het nieuws bereikte Barcelona pas een week later, maar zorgde voor een enorme schok in de stad. De haat richting Madrid nam intense vormen aan, waardoor de wedstrijden tegen Real Madrid extra beladen werden.

FC Barcelona-selectie vlucht

FC Barcelona bleef in de jaren dertig de Campionat de Catalunya-trofeeën aan de erelijst toevoegen, maar in LaLiga had de club het lastiger. De Spaanse Burgeroorlog maakte doorvoetballen zelfs enige tijd onmogelijk. FC Barcelona vertrok om die reden naar Mexico en de Verenigde Staten, waar de club een groot aantal wedstrijden afwerkte. Van de meegereisde selectie keerden maar vier spelers terug naar Spanje. Van de achtergebleven spelers keerde een deel tussen 1940 en 1944 weer terug bij FC Barcelona, hoewel daar wel een jaar schorsing tegenover stond.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bereikte de rivaliteit tussen ‘Madrid’ en FC Barcelona een nieuw dieptepunt. In de halve finale van de Copa del Generalisimo wonnen de Catalanen de heenwedstrijd met 3-0, maar voorafgaand aan de return werd de spelersgroep bedreigd door directeur José Finat y Escríva de Romani van de Spaanse veiligheidsdienst. De scheidsrechter was evenmin van plan om mee te werken aan een Catalaans feestje. In een uitermate grimmige sfeer won Real Madrid met maar liefst 11-1.

Succesformule keert terug

FC Barcelona nam in het seizoen 1944-1945 sportieve wraak door de landstitel te veroveren ten koste van Real Madrid (één punt verschil). Het betekende de start van een nieuw glorietijdperk met nieuwe landstitels in 1948, 1949, 1952, 1953, 1959 en 1960. Ook in het Spaanse bekertoernooi wist de Catalaanse formatie indruk te maken, waaronder drie opeenvolgende eindzeges (1951-1953). De Hongaar Ladislao Kubala en de Spanjaard Luis Suárez behoorden in die tijd tot de grote smaakmakers in Barça-shirt.

De komst van Kubala was mede te danken aan Franco, die FC Barcelona bij hoge uitzondering een meevaller bezorgde. In 1952 dacht de clubleiding ook Alfredo Di Stéfano aan de selectie toe te voegen, maar ditmaal lukte het niet om de Spaanse autoriteiten de baas te blijven. De Argentijn maakte uiteindelijk de overstap naar aartsrivaal Real Madrid, waar hij uitgroeide tot een levende legende. Zonder Di Stefáno bleef FC Barcelona een tegenstander van formaat, met ook een aantal Europese successen als beloning.

Johan Cruijff met Willy van der Kuijlen (FC Barcelona - PSV)
Johan Cruijff voorafgaand aan een thuisduel met PSV (Pro Shots)

De komst van Johan Cruijff

FC Barcelona ging in de jaren zestig gebukt onder de suprematie van Real Madrid. De Blaugrana moesten genoegen nemen met maximaal een tweede plaats in LaLiga en sporadisch succes in de Copa del Rey. Dat veranderde gedurende de jaren zeventig, mede dankzij een aantal invloedrijke Nederlanders. Zowel trainer Rinus Michels, sterspeler Johan Cruijff als sterkhouder Johan Neeskens liet zich verleiden om het succesvolle Ajax in te ruilen voor een avontuur bij FC Barcelona. Met name Cruijff groeide uit tot een fenomeen.

Michels maakte in 1971 de overstap van Ajax naar FC Barcelona. De succestrainer zag wel brood in een hereniging met Cruijff, die na een conflict in Amsterdam daadwerkelijk akkoord ging in 1973. Met de Amsterdammer als nieuwe sterspeler kreeg de club een enorme stimulans. Dit leidde niet alleen tot de landstitel van 1974, maar ook tot een historische overwinning op Real Madrid. Op 17 februari van datzelfde jaar kreeg de aartsrivaal een pak slaag op eigen veld: 0-5. Uitblinker Cruijff scoorde één keer.

Cruijff, die later werd vergezeld door Neeskens, won in het seizoen 1977-1978 eveneens de Copa del Rey met FC Barcelona. Na de bekerwinst besloot de sterspeler af te zwaaien in Catalonië. Met twee prijzen bleef de oogst gevoelsmatig bescheiden, maar het beëindigen van de Madrileense hegemonie werd wel degelijk aan zijn komst opgehangen. In Nederland gaat zelfs het verhaal dat hij El Salvador (‘De verlosser’) werd genoemd, maar in de praktijk stond hij vooral bekend als El Flaco (‘De magere’).

Cruijff bouwt Dream Team

In de periode 1982–1984 streek een ander fenomeen neer bij FC Barcelona: Diego Maradona. De Argentijn veroverde in 1983 de Copa del Rey dankzij een late 2-1 overwinning op Real Madrid. De tweede bekertriomf in drie seizoenen werd gevolgd door het kampioenschap van 1985. Atlético Madrid eindigde maar liefst op tien punten achterstand als nummer twee van LaLiga, maar het bleek de enige landstitel van de jaren tachtig. Meermaals moest Barça genoegen nemen met een tweede plaats in het eindklassement.

FC Barcelona haalde in 1988 een nieuwe hoofdtrainer in huis: Johan Cruijff. De Amsterdammer had reeds zijn eerste ervaring opgedaan als eindverantwoordelijke van Ajax. Hij besloot verschillende jeugdspelers te laten doorstromen en bouwde daarmee het zogeheten Dream Team op. Santi Nolla, hoofdredacteur van El Mundo Deportivo, was de bedenker van deze bijnaam. Deze succesploeg bestond uit namen als José Mari Bakero, Txiki Begiristain, Pep Guardiola, Ronald Koeman, Michael Laudrup, Romario, Eusebio Sacristan, Hristo Stoichkov en Andoni Zubizarreta.

Cruijff leidde FC Barcelona naar vier opeenvolgende landstitels (1991-1994), drie Supercopa’s en één Copa del Rey. Ook buiten Spanje liet de Catalaanse topclub zich gelden door achtereenvolgens de Europacup II, de Europacup I en de Europese Supercup te winnen. Het succes ging gepaard met zeer attractief veldspel. Het succesverhaal kwam echter ten einde na de verloren Champions League-finale van 1994. Langzaam maar zeker viel de succesploeg uit elkaar, met het ontslag van Cruijff in 1996 als genadeklap.

Nederlandse enclave in Barcelona

FC Barcelona wist na de periode Cruijff een nieuwe succesformule te ontwikkelen. De Engelsman Bobby Robson leidde de club naar drie prijzen in één seizoen (Copa del Rey, Supercopa de España en de Europacup II). Hij vertrok al na één seizoen en maakte plaats voor voormalig Ajax-trainer Louis van Gaal. De Nederlander won twee landstitels (1998 en 1999), de Copa del Rey en de Europese Supercup, maar in 2000 stapte hij op na het aftreden van president Josep Lluís Núñez. Later keerde Van Gaal kortstondig terug in Camp Nou.

Van Gaal zorgde als hoofdtrainer van FC Barcelona voor een Nederlandse enclave. Hij haalde spelers als Frank en Ronald de Boer, Winston Bogarde, Phillip Cocu, Ruud Hesp, Patrick Kluivert, Michael Reiziger en Boudewijn Zenden naar Catalonië. Ook liet de trainer zich binnen de technische staf omringen door landgenoten. De grote hoeveelheid Nederlanders werden Van Gaal niet in dank afgenomen. Spelers als Ronaldo en Rivaldo kwamen in die jaren eveneens uit voor FC Barcelona.

Zware jaren in Camp Nou

In 2000 werd Joan Gaspart aangesteld als nieuwe clubpresident. Binnen een week incasseerde FC Barcelona een gevoelige tik: sterspeler Luís Figo zorgde voor een grote schok door over te stappen naar Real Madrid. De Portugees zorgde voor grote verontwaardiging onder de Catalaanse fans, die onder meer een varkenshoofd in zijn richting gooiden tijdens El Clásico. Figo werd opgevolgd door wéér een Nederlander (Marc Overmars), maar hij kon de verwachtingen niet inlossen.

FC Barcelona maakte een dramatische start van de 21ste eeuw door. Tussen 2001 en 2004 eindigde de club achtereenvolgens als vierde (tweemaal) en zesde. De schuldenlast was ondertussen opgelopen richting de honderd miljoen euro. Gaspart vertrok begin 2003 als president en werd opgevolgd door advocaat Joan Laporta. Hij beloofde David Beckham op te halen bij Manchester United, maar de Engelsman koos voor Real Madrid. Toch wist Laporta de socios voor zich te winnen door 57 procent van de stemmen te vergaren.

Frank Rijkaard als trainer van FC Barcelona
Frank Rijkaard als trainer van FC Barcelona (Pro Shots)

Rijkaard brengt glimlach terug

Laporta zorgde in 2003 voor een verrassing door Frank Rijkaard aan te stellen als nieuwe hoofdtrainer. Henk ten Cate werd aangesteld als zijn rechterhand binnen de technische staf, waar Ronaldinho van Paris Saint-Germain als nieuwe smaakmaker naar Camp Nou verhuisde. De Braziliaanse baltovenaar groeide uit tot een fenomeen in Catalonië. Rijkaard kreeg FC Barcelona niet meteen aan de praat, maar dat veranderde al snel. Na de tweede plaats van 2004 volgden de landstitels van 2005 en 2006.

Rijkaard won in 2006 eveneens de Champions League met FC Barcelona. De Nederlandse trainer herstelde de glimlach van de Barcelona-aanhang, maar wist dit succes niet door te trekken in de daaropvolgende seizoenen. Na twee prijsloze jaren werd de voormalig Oranje-bondscoach in 2008 ontslagen. Laporta besloot een Cruijff-adept naar voren te schuiven als nieuwe hoofdtrainer: Pep Guardiola. De voormalig speler uit het Dream Team erfde een selectie met spelers als Víctor Valdés, Carles Puyol, Gérard Piqué, Xavi Hernández, Andrés Iniesta, Thierry Henry en Lionel Messi.

De doorbraak van Messi

Guardiola kreeg bij FC Barcelona de mogelijkheid om te bouwen op het fundament van Rijkaard. De Catalaan introduceerde het zogeheten Tiki-Taka voetbal en wist daarmee een voetbalmachine te creëren. In zijn eerste seizoen als hoofdtrainer van de A-selectie leidde hij de club meteen naar de dubbel (landstitel en Copa del Rey) plus de Champions League. Barça won in de tweede helft van 2009 eveneens de Supercopa de España, de Europese Supercup en de wereldbeker voor clubteams.

In totaal won Guardiola veertien prijzen als trainer van FC Barcelona, waaronder drie landstitels. Hij groeide daarmee uit tot de succesvolste trainer uit de clubgeschiedenis. Zijn succesperiode was deels te danken aan de ontwikkeling van Messi, die in drie van de vier seizoenen onder zijn leiding werd uitgeroepen tot Ballon d’Or-winnaar. Op slechts 24-jarige leeftijd kroonde Messi zich al tot topscorer aller tijden van FC Barcelona met zijn 233ste doelpunt. Hij liet daarmee César Rodríguez achter zich (232 doelpunten).

Lionel Messi (FC Barcelona)
Een jonge Lionel Messi juicht voor FC Barcelona (Pro Shots)

Guardiola besloot na vier jaar af te zwaaien. De succestrainer verklaarde op te zijn, tot groot verdriet van Messi. FC Barcelona schoof Tito Vilanova naar voren als nieuwe eindverantwoordelijke. Ook de opvolger van Guardiola veroverde in zijn eerste seizoen de landstitel, maar dat succes had een inktzwart randje. Al na één seizoen moest Vilanova zijn werkzaamheden neerleggen vanwege kanker. Negen maanden later overleed hij op 45-jarige leeftijd aan de gevolgen van zijn ziekte.

FC Barcelona herpakt zich

Gerardo Martino werd in de zomer van 2013 aangesteld als nieuwe hoofdtrainer. Hij leidde FC Barcelona naar de Supercopa de España, maar verder bleef de prijzenkast dat seizoen onaangeroerd. Na het mislopen van het kampioenschap diende de Argentijnse trainer zijn ontslag in. De clubleiding moest zodoende wéér op zoek naar een nieuwe trainer en koos ditmaal voor een oude bekende: Luis Enrique, een oud-teamgenoot van Guardiola. Onder zijn leiding groeide Barça opnieuw uit tot een voetbalmachine.

Luis Enrique won zowel in 2015 als 2016 de landstitel met FC Barcelona. Zijn team won daarnaast driemaal de Copa del Rey, de Supercopa de España, de Champions League, de Europese Supercup en de wereldbeker. Messi behoorde nog altijd tot de absolute wereldtop, maar ook spelers als Luis Suárez en Neymar zorgden voor de nodige doelpunten. Deze voorhoede werd liefkozend MSN genoemd. Neymar verliet de Catalaanse club in de zomer van 2017 voor een wereldwijd transferrecord: Paris Saint-Germain betaalde 222 miljoen euro voor diens handtekening.

Het verval van FC Barcelona

FC Barcelona stond in het seizoen 2017-2018 onder leiding van Ernesto Valverde. Hij beleefde een schitterend debuutseizoen door de dubbel binnen te slepen. In zijn tweede contractjaar won de club zowel de landstitel als de Supercopa de España, maar in de Champions League bleef het succes opnieuw achterwege. Het seizoen 2019-2020 was kenmerkend voor het verval van FC Barcelona. De club bleef voor het eerst sinds 2008 prijsloos, hoewel de leiding tussendoor ingreep door Valverde te vervangen door Quique Setién.

In augustus 2020 nam FC Barcelona al afscheid van Setién. Hij werd opgevolgd door Ronald Koeman, de bondscoach van het Nederlands elftal. De Nederlander begon met een valse start: sterspeler Messi ondernam een poging om onder zijn contract uit te komen. De Argentijnse aanvaller claimde recht te hebben op een transfervrije status, maar de clubleiding ontkende dit. Messi besloot af te zien van een juridisch traject en stemde alsnog in met een langer verblijf in Camp Nou.

Frenkie de Jong als speler van FC Barcelona (Pro Shots)

FC Barcelona nam medio 2020 wel afscheid van een andere steraanvaller: Luis Suárez. De Uruguayaan kreeg te horen dat hij weg mocht en vertrok naar competitiegenoot Atlético Madrid, dat mede dankzij diens treffers de landstitel van 2021 veroverde. Voor de formatie van Koeman resteerde slechts de Copa del Rey. In de Spaanse bekerfinale boekte FC Barcelona een 4-0 overwinning op Athletic Bilbao. Messi scoorde tweemaal, waar Antoine Griezmann en Frenkie de Jong eveneens op het scoreformulier verschenen.

Abrupt afscheid van Messi

In de zomer van 2021 kreeg FC Barcelona te maken met een gigantische tegenslag. Messi dacht na zijn Copa Ameríca-triomf een nieuw contract te ondertekenen, maar LaLiga weigerde deze verbintenis vanwege de financiële situatie van de club. Noodgedwongen maakte de Argentijn die zomer de overstap naar het Franse Paris Saint-Germain. Griezmann keerde op zijn beurt terug naar Atlético Madrid, maar de financiële speelruimte bleef nihil. Koeman moest het daardoor stellen met de huurtransfer van Luuk de Jong (Sevilla).

Zonder Messi beleefde FC Barcelona een zwakke start van het seizoen 2021-2022. De teruggekeerde president Laporta besloot eind oktober 2021 om Koeman te ontslaan. Hij werd opgevolgd door Xavi Hernández, die de schade beperkt wist te houden door het team naar de tweede plaats te loodsen. De voormalig middenvelder leidde FC Barcelona in het seizoen 2022-2023 zelfs al naar de landstitel.

Xavi Hernández (FC Barcelona
Xavi Hernández als trainer van FC Barcelona (Pro Shots)

Rivaliteit

Real Madrid is de aartsrivaal van FC Barcelona. Onderlinge wedstrijden worden betiteld als El Clásico (‘De Klassieker’). Niet alleen zijn Real en Barça de meest succesvolle clubs van Spanje, maar ook heeft deze clash een politieke lading. FC Barcelona staat bekend als symbool voor het nationalisme van Catalonië, waar de Madrilenen juist als symbool fungeren voor de Spaanse regering. Dat sentiment dateert vooral uit de tijd dat Francisco Franco met harde hand regeerde in Spanje.

Binnen FC Barcelona voelde men zich lange tijd benadeeld in de strijd met Real Madrid. Zo zouden scheidsrechters bewust op de hand van De Koninklijke zijn. Voormalig profscheidsrechter Eduardo Iturralde González onthulde in 2020 dat negentig procent van de arbiters daadwerkelijk op de hand van Real is.

FC Barcelona - Real Madrid
Een beeld uit FC Barcelona – Real Madrid (Pro Shots)

Stadgenoot Espanyol geldt eveneens als rivaal van FC Barcelona. Dat sentiment leeft wel veel meer aan Espanyol-zijde.


Europees voetbal

FC Barcelona debuteerde in de jaren vijftig van de vorige eeuw op het Europese strijdtoneel. De Catalanen beleefden een vliegende start door de Jaarbeursstedenbeker zowel in 1958 als 1960 te winnen, respectievelijk ten koste van London XI en Birmingham City. In de daaropvolgende seizoenen mocht de club voor het eerst deelnemen aan de Europacup I, de voorloper van de Champions League. Barça bereikte in 1960 de halve finale, maar verloor over twee duels met duidelijke cijfers van Real Madrid (2-6).

In het seizoen 1960-1961 wist FC Barcelona alsnog door te dringen tot de finale van de Europacup I. Benfica bleek echter een maatje te groot in Bern: 2-3. In de jaren zestig was de club vooral veroordeeld tot de Jaarbeursstedenbeker. Door een 6-2 nederlaag in de uitwedstrijd tegen Valencia bleek de dubbele finale van 1962 een flop, maar vier jaar later werd de trofee alsnog voor een derde keer aan de erelijst toegevoegd. Real Zaragoza ging uiteindelijk na verlenging door de knie.

Eerste Europacup-winst

FC Barcelona bereikte in het seizoen 1968-1969 eveneens de finale van de Europacup I. In Basel werd de club verrast door het Slowaakse Slovan Bratislava, dat met 2-3 aan het langste eind trok. De selectie werd gedurende de zeventiger jaren versterkt met Cruijff, maar ook de Amsterdammer won geen enkele Europese prijs als Barça-speler. Zo verloor zijn team in de halve finales van de Europacup I (1975) en UEFA Cup (1976 en 1978) door toedoen van respectievelijk Leeds United, Liverpool en PSV.

Cruijff vertrok in de zomer van 1978 bij FC Barcelona. Uitgerekend in het daaropvolgende seizoen wist de club eindelijk weer een Europese prijs te veroveren. In de Europacup II-finale van 1979 werd een 4-3 zege (na verlenging) behaald op Fortuna Düsseldorf. Hans Krankl kroonde zich tot matchwinner in het Zwitserse Bazel. Het team plaatste zich daarmee voor de strijd om de Europese Supercup, maar het Engelse Nottingham Forest wist deze trofee binnen te slepen: 1-2.

FC Barcelona wist zich in de jaren tachtig driemaal te plaatsen voor een Europese finale. In 1982 kroonde de club zich wederom tot Europacup II-winnaar door Standard Luik te verslaan: 2-1. Zeven jaar later herhaalde men dit kunstje door Sampdoria opzij te zetten: 2-0. Barça verloor in beide gevallen de strijd om de Europese Supercup, respectievelijk tegen Aston Villa en AC Milan. Ook de Europacup I-finale van 1986 ging verloren door toedoen van Steaua Boekarest (na strafschoppen).

Heldenrol voor Ronald Koeman

In het seizoen 1989-1990 verloor FC Barcelona de Europacup II-finale tegen Manchester United (1-2). Twee jaar later kroonde de club zich wel voor de eerste keer tot de beste ploeg van Europa. Het allerlaatste Europacup I-seizoen in de voetbalgeschiedenis eindigde in een 1-0 overwinning op Sampdoria. Ronald Koeman kegelde in de verlenging een vrije trap tegen de touwen. De formatie van Cruijff won vervolgens ook de Europese Supercup dankzij een 3-2 overwinning op Werder Bremen (over twee duels).

De Europacup I maakte in de zomer van 1992 plaats voor de Champions League. Het eerste seizoen verliep niet denderend voor FC Barcelona, maar in het seizoen 1993-1994 bereikte men voor het eerst de finale. Tot verrassing van velen werd de Catalaanse ploeg afgeschminkt door AC Milan: 0-4. Het eerste grote Champions League-succes liet nog even op zich wachten. In het seizoen 1996-1997 volgde nog wel een nieuwe Europacup II-zege door Paris Saint-Germain in de finale met 1-0 te verslaan. De Europese Supercup volgde door Borussia Dortmund te verschalken.

Europees glorietijdperk

FC Barcelona groeide in de 21ste eeuw tot een nagenoeg vaste Champions League-deelnemer. In het seizoen 2005-2006 wist de club onder leiding van Frank Rijkaard voor het eerst sinds 1994 weer door te dringen tot de eindfase van het miljoenenbal. Gesteund door een rode kaart voor Arsenal-doelman Jens Lehmann zegevierde Barcelona met 2-1. Samuel Eto’o en de ingevallen Luciano Belletti wisten een 0-1 achterstand om te buigen in Catalaans voordeel.

De Champions League-winst van 2006 gaf FC Barcelona veel vertrouwen. Gesteund door de doorbraak van Lionel Messi wist de Catalaanse formatie onder leiding van Pep Guardiola ook de finales van 2009 en 2011 te winnen door Manchester United te verslaan (respectievelijk 2-0 en 3-1). De vierde eindzege sinds het introduceren van de nieuwe formule volgde in het seizoen 2014-2015 door Juventus in Berlijn aan de zegekar te binden: 3-1.

Pep Guardiola (FC Barcelona, 2011)
FC Barcelona-spelers vieren een feestje met Pep Guardiola (Pro Shots)

Snakken naar nieuwe triomf

Na de succesvolle periode 2006-2015 droogde het Europese succes van FC Barcelona af. De Catalanen wisten nog wel een aantal fraaie resultaten neer te zetten. In het seizoen 2015-2016 zorgde men voor een grote verrassing door een 4-0 nederlaag bij Paris Saint-Germain te repareren in de return (6-1), maar de zogeheten Remontada leidde niet tot een nieuwe triomf. De halve finale van de Champions League bleek sindsdien het maximaal haalbare voor FC Barcelona. In het seizoen 2019-2020 sneuvelden de Blaugrana door een monsternederlaag tegen Bayern München in de kwartfinale: 2-8.

Na de vernedering tegen Bayern besloot FC Barcelona een aantal veranderingen door te voeren. Koeman werd aangesteld als hoofdtrainer, maar dat sorteerde niet het gewenste effect. In de seizoenen 2021-2022 en 2022-2023 wist de club zelfs de groepsfase van de Champions League niet te overleven.


Nederlandse invloed

Verschillende Nederlanders hebben het shirt van FC Barcelona gedragen. Een overzicht:

Naam (periode)Naam (periode)
Ibrahim Afellay (2011-2015)Frenkie de Jong (2019-heden)
Frank de Boer (1999-2003)Luuk de Jong (2021-2022)
Ronald de Boer (1999-2000)Patrick Kluivert (1998-2004)
Winston Bogarde (1998-2000)Ronald Koeman (1989-1995)
Mark van Bommel (2005-2006)Xavier Mbuyamba (2019-2020)
Giovanni van Bronckhorst (2003-2007)Danny Muller (1988-1989)
Jasper Cillessen (2016-2019)Johan Neeskens (1974-1979)
Phillip Cocu (1998-2004)Marc Overmars (2000-2004)
Johan Cruijff (1973-1978)Ludovit Reis (2019-2021)
Jordi Cruijff (1994-1996)Michael Reiziger (1997-2004)
Edgar Davids (2004)Xavi Simons (2018-2019)
Memphis Depay (2021-2023)Richard Witschge (1991-1993)
Ruud Hesp (1997-2000)Boudewijn Zenden (1998-2001)
Jeffrey Hoogervorst (2007-2008)

Verschillende Nederlanders zijn hoofdtrainer van FC Barcelona geweest. Een overzicht:

Naam (periode)Naam (periode)
Johan Cruijff (1988-1996)Rinus Michels (1972-1975, 1976-1978)
Louis van Gaal (1997-2000, 2002-2003)Frank Rijkaard (2003-2008)
Ronald Koeman (2020-2021)

Camp Nou (Pro Shots)

Het stadion

Sinds 1957 is Camp Nou de vertrouwde thuisbasis van FC Barcelona. Tot 2000 stond het stadion officieel bekend als het Nou Estadi del Futbol Club Barcelona, maar al vanaf de opening werd vooral Camp Nou als naam gebruikt. De socios besloten aan het begin van de 21ste eeuw om deze bijnaam als officiële naam in te voeren. Het iconische onderkomen van de Blaugrana had een aanvankelijke capaciteit van 93.053 zitplaatsen, maar dit aantal steeg in de loop der jaren richting de 100.000.

In de zomer van 2023 begon FC Barcelona met een grootschalige renovatie van het Spotify Camp Nou, zoals de commerciële naam inmiddels luidde. Na deze werkzaamheden komt de capaciteit uit op 105.000 plaatsen. Het is de verwachting dat de vernieuwbouw tot 2026 duurt. In de tussentijd maakt FC Barcelona gebruik van het Estadi Olímpic Lluís Companys. Het olympisch stadion in de Catalaanse stad heeft een capaciteit van 55.926 plaatsen en is gelegen op de heuvel Montjuïc.

Trainingscomplex FC Barcelona

Het Ciutat Esportiva Joan Gamper fungeert als trainingscomplex van de A-selectie. De jeugdelftallen trainen op het La Masia-Centre de Formació Oriol, dat het oude La Masia verving. FC Barcelona beschikt tevens over een eigen stadion voor het B-team en de vrouwenploeg: het Estadi Johan Cruyff (zesduizend plaatsen).


Veelgestelde vragen over FC Barcelona

Wanneer is FC Barcelona opgericht?

Op 29 november 1899

Wat is het adres van het Spotify Camp Nou?

Spotify Camp Nou
C/ d’Arístides Maillol, 12, Les Corts, 08028 Barcelona
Spanje

Wat is de capaciteit van het Spotify Camp Nou?

105.000 plaatsen (na de renovatie)

Wat is de website van FC Barcelona?

Klik hier om FC Barcelona online te bezoeken

Waar kan ik FC Barcelona vinden op sociale media?

FC Barcelona is onder meer actief op Facebook, Instagram en X

Laatste update: 26 maart 2024

Barça-spelers

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie