Ruzie in Ajax-top verbaast: “Ik snap het nog steeds niet”

Jan van Halst baalt ervan dat hij de crisis bij Ajax niet heeft kunnen voorkomen. Als Raad van Commissaris wilde hij Sven Mislintant en Maurice Steijn op één lijn krijgen, maar hij zag de technisch directeur en trainer alleen maar ruzie maken. “Daar verbaas ik me nog steeds over”, vertelt de oud-bestuurder van de Amsterdamse club aan SoccerNews.

Van Halst kijkt terug op Ajax-crisis: “De kritiek neem ik voor lief”

In Pinchhitters de Podcast kreeg de voormalig speler van Ajax de vraag of hij Mislintat strenger had moeten controleren. “Nee”, antwoordde Van Halst, die uitlegde dat hij als RvC-lid niet direct verantwoordelijk was voor het aankoopbeleid. “Ik kon niet zeggen: ‘Dit is een goede speler, en dat is geen goede speler.’ Daarvoor was ik niet aangesteld. Daarvoor zijn de technisch directeur, de trainer en de hele directie, want gaat om behoorlijke bedragen. Ik kon vragen stellen over het proces, maar ik kon nergens voor gaan liggen. Ik kon niet op de stoel van de technisch directeur gaan zitten.”

Van Halst werd in mei 2023 aangesteld als RvC-lid met de taak om toezicht te houden op de voetbalportefeuille. Vanaf een afstandje zag hij snel na zijn aantreden dat er veel veranderde bij Ajax. “Het was de perfecte storm. Edwin van der Sar ging weg als algemeen directeur. Daarnaast was er geen hoofd scouting, maar wel een nieuwe technisch directeur en een nieuwe trainer. Ik was ook nieuw en kende de club nog niet volledig. In vier weken tijd waren veel belangrijke posities veranderd, terwijl Mislintat al aan het aankopen was.”

Ruzie tussen Mislintat en Steijn

De grootste uitdaging voor Van Halst als voetbalcommissaris, was het bij elkaar brengen van Mislintat en Steijn, die constant met elkaar in conflict raakten. “Ik zag het gebeuren en heb er dagelijks veel energie in gestoken. Het is mij niet gelukt om ze op één lijn te krijgen. Daar baal ik van, maar het was onmogelijk Ik verbaas me er nog steeds over. De TD trekt een trainer aan, maar het botst vanaf het begin. Ze hebben toch gesprekken met elkaar gehad? Je kunt als volwassen mensen toch samenwerken? Dat verbaast me tot op de dag van vandaag. Ik snap het nog steeds niet.”

Niemand in Amsterdam, dus ook Van Halst niet, had kunnen voorspellen dat Mislintat Ajax in een sportieve en financiële crisis zou duwen. “Achteraf is makkelijk praten. De club trekt geen directeur aan waarvan ze denken: ‘Dat gaat niet klikken en die gaat er een zooitje van maken.’ Het was met de kennis van nu wel goed geweest om al die posities verder van te voren in te vullen, zodat de opvolgers klaar stonden. Daar hebben ze wel van geleerd bij Ajax.”

Na het vertrek van Mislintat werd Van Halst benoemd tot interim-directeur voor een half jaar. In die rol probeerde hij Ajax er weer bovenop te helpen. “Het aanstellen van John van ‘t Schip bracht de mensen weer bij elkaar, want er was veel venijn. Hij heeft het maximale behaald met een vijfde plek en kwalificatie voor Europees voetbal. In de winter hebben we Jordan Henderson aangetrokken als een signaal dat het professionalisme terug moest keren bij Ajax. Daar gaan de nieuwe mensen verder mee. Het huidige voetbal doet iedereen pijn aan de ogen, maar het gaat nu even om het resultaat.”

Omgaan met kritiek van supporters

Van Halst begrijpt dat een deel van de supporters hem medeverantwoordelijk houden voor de malaise van afgelopen jaar. “Door bepaalde doelgroepen wordt het mij wel aangerekend. Dat neem ik voor lief, maar ik begrijp het heel goed. Je kunt heel formeel kijken naar de regels, maar bij een voetbalclub spelen emoties een grote rol. Helemaal als de resultaten bij een grote club als Ajax zo slecht zijn. Ik heb er alles aan gedaan om het te voorkomen, maar het leven loopt soms anders dan je wilt.”

Hoewel zijn periode in het bestuur en de directie een donkere bladzijde is in zijn eigen carrière en de geschiedenis van Ajax, komt Van Halst nog steeds bij de club. “Ik ben fantastisch weggegaan en heb nog steeds goed contact met alle mensen binnen Ajax. Ik ben er vorige week nog wezen kijken.”