Pijnlijk contrast Ajax en Feyenoord

Foto: Pijnlijk contrast Ajax en Feyenoord

Ajax en Feyenoord namen afscheid van bijna een half basiselftal deze transferperiode. Alfred Schreuder en Arne Slot zijn dan twee trainers met veel tactische bagage en een creatief voetbalbrein: ook deze Nederlandse toptrainers zullen de komende Eredivisie-wedstrijden vooral gebruiken om hun team verder te smeden. Hoewel de aartsrivalen in eenzelfde proces zitten, maken vooral de verschillen in prijsklasse tussen de transfers van de clubs het pijnlijk voor Feyenoord. Dat hoeft echter niet zo negatief te zijn als dat het lijkt. 

Ajax en Feyenoord kregen afgelopen weekend de kans om PSV een beetje onder druk te zetten. De Amsterdammers en Rotterdammers kwamen gewoon in actie deze Eredivisie-speelronde. PSV kreeg met oog op de wedstrijd tegen Glasgow Rangers van aanstaande woensdag extra rust om zich optimaal voor te bereiden op de wedstrijden die groepsfase van de Champions League (lees: dertig tot veertig miljoen euro aan gegarandeerde inkomsten) kan opleveren. Ajax en Feyenoord staan op hun beurt voor hun eigen uitdaging. De Amsterdammers zagen al vijf basisspelers vertrekken én Antony lijkt onderweg naar Manchester United. Feyenoord kocht meer dan een heel nieuw elftal aan (twaalf versterkingen, red.) en de Rotterdamse transferzomergekte is nog steeds niet over met twee miljoenentransfers op de rol. 

Ajax

Dat de Amsterdammers in die transferuitgaves veel meer uitgeven dan de Rotterdammers, is niet eens het pijnlijke contrast waar de Rotterdammers mee moeten dealen. Dat heeft er wel een belangrijke relatie mee. De transfersom is een beetje in de vergetelheid geraakt door de recordovergang van Steven Bergwijn (31 miljoen euro, red.) en de toptransfer die Lísandro Martínez maakte voor maximaal 67 miljoen euro. Dat Ajax anderhalf jaar geleden nog onder veel commotie 22,5 miljoen euro neertelde voor een spits die een directe versterking is voor het eerste elftal en nu in totaal 30 miljoen euro neertelt voor twee verdedigers die nog een opleidingstraject moeten volgen in Amsterdam (Calvin Bassey voor 25 miljoen euro, Ahmetcan Kaplan voor 10 miljoen euro), is wel tekenend voor de tendens van de Amsterdammers. 

Voor dat geld haalde Feyenoord immers Quinten Timber (7,4 miljoen euro), Igor Paixão (vijf miljoen euro), Javairô Dilrosun (vier miljoen euro), Santiago Gimenez (vier miljoen euro), Maros Lopez (één miljoen euro) én kon het Pools international Sebastien Szymanski voor een jaar huren van Dinamo Moskou – met een optie tot koop van tien miljoen euro. Wanneer je verder kijkt dan de concurrentiestrijd en het sentiment tussen de twee aartsrivalen, zie je dat Feyenoord eigenlijk de route aan het inzetten is die van Ajax de financiële grootmacht maakte dat het nu is – en die status daardoor alleen maar verder uitbouwt. Dat lijkt voor een technisch directeur en/of trainer een voetbalhemel, al neemt een hoge investering ook een hoge druk, en daarmee een hoge risico-factor met zich mee. 

Het is in beginsel immers gemakkelijker om winst te boeken over een aankoop zoals de aanstaande komst van David Hancko dan over Bassey. De Slowaaks international, die tegen RKC Waalwijk al op de tribune zat en zijn toekomstige teamgenoten een overwinning zag boeken in het Mandemakers Stadion, komt naar verluidt voor acht tot tien miljoen euro over van Sparta Praag en valt daarmee in de Senesi-categorie-aankopen. Feyenoord sleepte er met pijn en moeite vijftien miljoen euro uit voor Senesi, toch een onbetwiste basiskracht in één van de betere jaren van Feyenoord sinds het landskampioenschap. Dat de Rotterdammers ‘maximaal’ gaan voor Hancko en op maximaal tien miljoen euro uitkomen en Ajax dat bedrag voor een back-up-talent (Kaplan, red.) neertelt, maakt het contrast in eerste instantie pijnlijk. De impact van één zo’n overgang is voor Feyenoord echter véél groter dan bij Ajax. 

Feyenoord

De Rotterdammers hebben op dat gebied een luxe-positie tegenover Ajax. Spelers als Tímber maken daardoor veel betere kans op speelminuten op het Rotterdamse middenveld en door de transfers van Luis Sinisterra (Leeds United), Tyrell Malacia (Manchester United) en de naderende overgang van Fredrik Aursnes naar SL Benfica is het ook mogelijk voor Feyenoord om dit soort Eredivisie-talenten vast te leggen. De Noorse middenvelder is al weken persoonlijk rond met de Portugese topclub, maar werd voor de wedstrijd tegen RKC buiten de selectie gelaten door Slot. Timber stond op het veld als zijn vervanger en de eerste samenwerking met Orkun Kökçü en Szymanski verliep niet vlekkeloos: in vergelijking met Ajax is dat wel de linie waar Feyenoord dit seizoen opnieuw hét verschil kan maken. Sterker nog: dat maakten de Rotterdammers vorig jaar al, en dat was misschien wel de belangrijkste basis van het succes van Feyenoord (in de Conference League). 

Dat is het verschil in type verdedigende middenvelder. Bij Ajax speelt zonder uitzondering Edson Álvarez in die rol. De Mexicaans international is wereldkampioen in-de-weg-lopen, wint (lucht)duels op de belangrijke momenten en timed zijn snoeiharde tackles over het algemeen loepzuiver, in balbezit is het geen Quinten Timber, laat staan Aursnes. Dat maakt de volgende statistiek extra pijnlijk voor de Amsterdammers, met al die geprezen creativiteit op het middenveld en in de aanval. De drie middenvelders van Ajax (Dusan Tadic, Kenneth Taylor en Álvarez) gaven tegen Sparta gezamenlijk 194 passes. De Mexicaans international was zelf goed voor 49% van die passes. Met andere woorden: de middenvelder van Ajax die het minst goed aan de bal is, verstuurde toch 94 passes – en nog was het ‘gek’ dat de Amsterdammers zich maar moeilijk door de Spartaanse verdediging kon combineren en alleen door een individuele actie van Steven Bergwijn écht ruimte kon creëren. 

Dat terwijl Álvarez wel goed was voor drie belangrijke passes tegen Sparta. Daardoor is het bijna zonde dat de Mexicaan inzicht en traptechniek niet tot zijn kernkwaliteiten kan rekenen – of een blunder van Schreuder door bijvoorbeeld Kenneth Taylor het eerste aanspeelpunt in de opbouw te maken en hem meer box-to-box te laten spelen met Álvarez als centrale man die voor (opbouw) of achter (tegenaanval) Taylor speelt. Bij Feyenoord stond met Aursnes en staat met Timber een speler die passes, inzicht en overzicht wel tot zijn belangrijkste kwaliteiten rekent. Het middenveldtrio dat bij Feyenoord startte was goed voor 129 passes, Timber was met 44% (57 passes) de belangrijkste bron. Dat het Feyenoord-middenveld nog niet zo liep zoals bij Ajax, is gezien het debuut van deze samenstelling niet meer dan logisch. Op termijn heeft Feyenoord, mocht Timber ook defensief zijn mannetje blijven staan, véél meer voetbal in het middenveld dan Ajax op dit moment. 

Pijnlijk contrast

Daardoor wordt Ajax de kampioen transferheadlines deze zomer, maar is Feyenoord voetbaltechnisch veel daadkrachtiger bezig om het eerste elftal te versterken. Dat zomeraanwinsten Danilo en Santi Gimenez nog niet het beste van hun spel laten zien en de afstemming met de nieuwe vleugelspelers Dilrosun en de doorbrekende Patrik Walemark nog niet optimaal is, is gezien de fase van het seizoen én de late veranderingen in de selectie van Arne Slot ook niet gek. Het belangrijkste verschil is dan ook niet de hoogte van de transfersommen of de toegeschreven (potentiële) kwaliteiten van de zomeraanwinsten, maar de trainer die het spelersmateriaal omsmeedt tot één geheel. 

En om dat geheel als Nederlandse topclub vaker te laten scoren dan de tegenstander, kan dat in de basis op twee manieren. De gemakkelijkste manier is het drukke centrum vermijden en via de vleugels aanvallen. Dan heb je een grote, sterke spits nodig, maar loop je als aanvallend team een groot risico dat de bal uitverdedigd wordt – die kans is groot aangezien de verdedigende partij vaak het overtal heeft in de eigen zestien – en je een counter om je oren krijgt – vandaar dat Álvarez ook zo belangrijk is (geweest) voor Ajax. 

De moeilijkere weg is de buitenspelers aanspelen in een positie waar ze in één actie voor de vrijheid voor een doelpunt/assist/belangrijke pass kunnen zorgen. Daarvoor heb je een voetballende nummer zes nodig, iemand die de meeste passes geeft én het tempo kan verhogen of op regelmatige basis een steekpass geeft of een lange bal in de ruimte. Dat je daardoor geen puur verdedigende middenvelder nodig hebt, is in het ´aanvallen is het beste verdediging-spel’ van de Amsterdammers én de Rotterdammers de voorwaarde voor een succesvol seizoen en zoals het er nu naar uitziet, heeft Feyenoord dat (veel) beter voor elkaar dan het rijke Ajax. Een zak met geld is immers nog nooit een sportieve voltreffer geweest. Spelers die aansluiten bij de wensen van de trainer én hem de benodigde variatie geeft in spelerstype des te meer. Dat maakt dit vooral voor (het technische beleid van) Ajax een pijnlijk contrast.

TIP: Wedden op Eredivisie-wedstrijden doe je natuurlijk bij Unibet!

Welke club boekt het beste transferresultaat?

  • Ajax
  • Feyenoord
  • Allebei even goed
407+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie