Ajacied Remko Pasveer moest de laatste maanden van het vorige seizoen toekijken door een blessure aan zijn hand. Eerst nam André Onana het stokje over, de slotwedstrijden keepte Maarten Stekelenburg. Bij het kampioensduel met sc Heerenveen moest Pasveer (38) vanaf de tribune toekijken.
"Dat deed wel pijn", erkent de routinier in gesprek met Trouw. "Natuurlijk had ik een behoorlijk aandeel in de titel, want ik had 22 wedstrijden gespeeld, waarin ik zeventien keer ‘de nul’ had gehouden. Maar wat er ontbreekt, is dat je niet op het veld staat als de scheidsrechter fluit en je kampioen bent. Daar heb je al die jaren keihard voor getraind. Daardoor had ik wel een beetje een ongemakkelijk gevoel bij die titel."
Recordjacht verprutst
Wat ook knaagde was dat Ajax na het wegvallen van Pasveer plots veel meer tegendoelpunten kreeg (van slechts vijf naar uiteindelijk negentien). Het record van FC Twente uit 1971/1972 (dertien tegendoelpunten) werd daardoor ruimschoots niet verbroken. "Ik denk dat, als ik niet geblesseerd was geraakt, we dat record hadden kunnen halen", zegt Pasveer.
"We zaten echt in een flow en de samenwerking was achterin perfect met Jurriën (Timber, red.) en Martinez, met Alvarez ervoor. Dat was voor mij de kern. Doordat ik hen goed kon bereiken en coachen, konden we al bij voorbaat aanvallen van de tegenstander afslaan."
TIP: 2.17x je inleg als Ajax met een clean sheet wint van Fortuna Sittard morgen!