Torres én lening redden FC Barcelona van snelle dood

Foto: Torres én lening redden FC Barcelona van snelle dood

FC Barcelona heeft een schuld van ruim één miljard euro, maar telde onlangs wel 55 miljoen euro neer om Ferran Torres over te nemen van Manchester City. De geldstromen in het Spaanse voetbal zijn voor Nederlandse begrippen één grote teringbende, maar in Spanje is het heel normaal om een bedrijf met een schuld van dik één miljard euro een lening van 1,5 miljard euro te verschaffen. Als je naar de financiële cijfers van FC Barcelona kijkt de afgelopen jaren, wordt duidelijk waarom Barcelona zo’n groot bedrag moet lenen én waarom er geïnvesteerd moet worden in de spelersgroep. 

Al twee jaar hoor je dezelfde verhalen over FC Barcelona: de Catalaanse grootmacht wordt wekelijks in verband gebracht met de grootste sterspelers van Europa, maar in elk bericht staat ook mininmaal één regel over de belabberde financiële situatie in het Camp Nou-stadion. Ronald Koeman ervaarde daar in zijn anderhalf jaar als hoofdtrainer van de Catalaanse FC de nadelen van: in zijn eerste jaar als trainer wilde de voormalig bondscoach van het Nederlands elftal Georginio Wijnaldum en Memphis Depay graag aan de Barcelona-selectie toevoegen. Daar was destijds geen ruimte voor: niet in het salarishuis én niet qua transferbudget. Die situatie gold ook voor afgelopen zomer, waar Barcelona ook met de hand op de knip de transfermarkt opging, vooral om spelers te verkopen. Dat de Catalanen onlangs Ferran Torres presenteerde en met ongepaste trots verkondigde dat het 55 miljoen euro kon betalen voor de Spaanse buitenspeler, zorgt voor nog meer gefronste wenkbrauwen. 

FC Barcelona en de euro’s

Anderhalf miljard euro. €1.500.000.000. Het is een bedrag dat nog niet eens in een corona-noodfonds wordt gestort, maar voor FC Barcelona is een levensader. De club heeft als bedrijf ook een enorme omzet die als ‘onderpand’ geldt: over de afgelopen zes jaar is de gemiddelde omzet van de club 812 miljoen euro. Daardoor is het voor banken aantrekkelijk om geld te lenen aan een voetbalclub: daar gaat zoveel geld in om dat het bijna zeker is dat je als bankketen je investering (met rente) terugkrijgt. 


Voor FC Barcelona is dit echter geen lening uit luxe-overwegingen, bijvoorbeeld het investeren in de spelersgroep. Dat is voor de beeldvorming het beste is om te communiceren, en dat vertelde Laporta natuurlijk ook op de persconferentie van Torres, maar het verbloemd de grote chaos achter de schermen. Dat is puik werk van Laporta, die als geen ander het beeld dat FC Barcelona weer ‘meedoet’ op transfergebied wil uitstralen. 

Laporta vertelt er één ding niet bij. Zonder deze lening, moet FC Barcelona opgeheven worden. Op basis van de financiële cijfers van vorig seizoen heeft dat twee belangrijke redenen. Los van het falende transferbeleid onder José Maria Bartomeu, kreeg FC Barcelona in het corona-tijdperk vooral last van de lege stadions en het gebrek aan toeristen, die vaak een shirtje van Barcelona in de fanshop aanschaffen en daarmee marketinginkomsten genereren voor de club. Daardoor daalde de ‘stadioninkomsten’ van de club met 84% en zorgde ervoor dat de club op die inkomstenpost al 137 miljoen euro. 

Kosten/baten-plaatje

FC Barcelona
Onder meer daardoor kwam de omzet van vorig seizoen (631 miljoen euro) ver onder het gemiddelde van de afgelopen jaren uit. Ter vergelijking: alleen het salarishuis van de Catalanen kostte vorig seizoen al 617 miljoen euro, waardoor er nog 14 miljoen euro overbleef voor de rest van de operationele kosten (kosten die je maakt als bedrijf zijnde in een jaar). Daar komt de belangrijkste reden van de lening ook vandaan: Barcelona maakte in datzelfde jaar ook 1,13 miljard euro aan kosten, waardoor het over één jaar al een tekort van bijna 500 miljoen euro had op basis van operationele kosten. 


Met andere woorden: die kosten zijn al gemaakt. Aangezien de activa (bezittingen) van FC Barcelona aan het einde van het vorige boekjaar een totale opbrengst van ongeveer één miljard hebben, exclusief een selectie met 620,5 miljoen euro aan marktwaarde, zou de club een deel van deze bezittingen moeten verkopen, daardoor in de toekomst minder omzet genereren en dus een (veel) kleinere club wordt. In één keer betalen is geen optie: dan zou de club in één klap failliet zijn – of het moet in theorie de hele selectie en een deel van de bezittingen moeten verkopen, alle schulden afbetalen en weer vanaf een nieuw nulpunt beginnen. Dat laatste is voor een wereldwijde merk FC Barcelona een doodsteek: dan moet het letterlijk opnieuw beginnen aan de mondiale brand building omdat het niet meer de voetballers kan betalen die het niveau hebben om het tikkie-takka-voetbal te spelen. 

De reden dat de kosten van Barcelona zo hoog uitvallen, is tweedelig. Het salarishuis van de Spaanse grootmacht is met ruim 600 miljoen euro gigantisch. Daar zijn dit boekjaar veel aanpassingen aan gedaan om deze kosten de komende jaren naar beneden te krijgen, maar daar kleeft nog wel een ander nadeel aan voor FC Barcelona. Omdat veel dure aankopen van de afgelopen seizoenen tegenvallen en de transfersommen voor deze spelers vaak over meerdere jaren afgerekend wordt, komen er veel ‘overige kosten’ kijken bij FC Barcelona. Onder andere door de lage transfersommen in de transfers van Luis Suárez (Atlético Madrid) en Ivan Rakitic (Sevilla), moet Barcelona nog steeds geld bijleggen om de inkomende transfers / het dienstverband van deze vertrokken spelers af te betalen. 

Ferran Torres-aandeel

De aankomende periode hoopt FC Barcelona Antoine Griezmann (aangekocht voor 125 miljoen euro), Ousmane Dembélé (aangekocht voor 145 miljoen euro) en Philippe Coutinho (aangekocht voor 135 miljoen euro) definitief uit te zwaaien. Dembélé kan door zijn contract tot aankomende zomer transfervrij vertrekken en de kans dat Coutinho dat met zijn contract in 2023 doet, is ook aanwezig. 


De Braziliaan speelt nu op huurbasis bij Aston Villa en kan daar vooral Barcelona een dienst bewijzen door in de zomer nog geld in het laatje te brengen. Hetzelfde geldt voor Griezmann bij Atlético Madrid. Anders zullen ook de kosten van die transfers de komende jaren nog doorklinken in het budget van de Catalanen. Deze kosten worden echter pas in de boeken gezet op het moment dat de spelers definitief vertrokken zijn, dus die financiële klap krijgt FC Barcelona nog in de komende jaren. 

De transfersom van Ferran Torres hoeft echter niet uit die lening van 1,5 miljard euro te komen. Aan het einde van het boekjaar 2020/2021 had FC Barcelona zestig miljoen euro aan cash in de boeken staan, de totale transfersom van Torres bedraagt 55 miljoen euro, dus in beginsel zou Barcelona de volledige transfersom uit eigen zak kunnen betalen. Als Torres wél met geld van de lening aangekocht is, valt deze investering eigenlijk in het niet als je gaat kijken naar de verdeelpercentages van dat bedrag.

Van die lening van 1,5 miljard euro moet 32% worden aangesproken om de operationele verliezen van vorig seizoen op te vangen (na belasting: 481 miljoen euro). Voor dit seizoen werd er opnieuw een operationeel verlies begroot (19 miljoen euro, red.), waardoor er ook weer geld beschikbaar moet zijn om de volledige FC Barcelona-operatie, inclusief de realisatie van een soort Feyenoord City voor FC Barcelona, door te laten draaien. Daar zal dus het grootste gedeelte van het geld heen gaan. Mocht het geld van Torres’ transfersom uit de lening komen, dan is dat aandeel 3,7% van de volledige lening. 

Laporta’s gelijk

Je kunt veel van Laporta zeggen, één ding begrijpt de voorzitter van FC Barcelona als geen ander: zonder prestaties op het veld, zijn je spelers niets waard, zit je stadion niet vol en brokkelt het wereldmerk van FC Barcelona verder af. Dat is ook de reden dat Torres is aangetrokken: om Barcelona weer in de picture te schieten. Daardoor vergroot FC Barcelona de sportieve waarde, maar ook de commerciële waarde die daarachter schuilt in het moderne voetbal. Als voetbalvolger zie je alleen de ‘buitenkant’ van de club, het spel op het veld. 


In werkelijkheid is zo’n voetbalclub véél groter dan een selectie, een stadion en een trainingsaccommodatie. Helemaal in het geval van Barcelona, een bedrijf met bezittingen die in een crisisjaar bijna één miljard euro (!) opleverden en het jaar daarvoor 1,3 miljard euro, heeft simpelweg de potentie om zo’n megabedrag ook weer terug te betalen aan de verstrekker. Helemaal als de belangrijkste kostenposten, salarissen en vooral afbetalingen van transfersommen van weer vertrokken spelers, omlaag gaan en financieel verantwoordelijker worden ingezet. 

De belangrijkste bezitting van een voetbalbedrijf zijn de spelers. Zij bepalen, met de directie als ‘eigenaren’, door sportieve prestaties de waarde van het bedrijf én hun eigen marktwaarde, die ook weer één van de belangrijkste inkomstenbronnen kunnen zijn voor het herbouwen van FC Barcelona. Met de lening zorgt Laporta ervoor dat de club buiten de sportieve prestaties om de belangrijkste bezittingen (spelers) kán behouden om de omzet van het voetbalbedrijf niet verder te laten kelderen. 

Lange termijn

Spelers verkopen levert geld op, maar zorgt er ook dat de sportieve prestaties, oftewel de financiële zekerheid op de lange termijn, in geding komt. Aangezien een groot deel van de lening aangesproken moet worden om het enorme tekort van vorig seizoen op te vullen en de bedrijfskosten aan de ene kant dalen en de opbrengsten gelijkwaardig moeten blijven en (door prestaties in La Liga en de Champions League) vergroot moeten worden, moet FC Barcelona ook in de selectie blijven investeren om de continuïteit van de club, naast het financiële aspect op de korte termijn, ook in de toekomst te garanderen. 


Door transfers zoals die van Ferran Torres, die ook uit het eigen vermogen van de club kan komen, hoopt FC Barcelona zich weer te plaatsen voor de Champions League, dat tientallen miljoenen euro’s voor de club oplevert. Aangezien het met Xavi Hernández een trainer heeft met oog voor de jeugdopleiding en er op de knettergekke transfermarkt monsterbedragen worden neergeteld, kan die combinatie FC Barcelona eens in de zoveel tijd een financiële klapper opleveren die het mogelijk maakt om financieel gezonder te worden en/of meer ervaren spelers aan te kopen die het basiselftal naar een hoger niveau brengen. 

Om dat überhaupt te kúnnen doen, heeft FC Barcelona per direct geld nodig. En voor een club met jaarlijks honderden miljoenen euro’s aan kosten, is daar veel geld voor nodig. Aangezien Laporta er óók voor moet zorgen dat er op de lange termijn geld binnenkomt (door Champions League-voetbal, meedoen om de titel in La Liga en de Copa del Rey) om die centen überhaupt terug te kunnen betalen, verdubbelt FC Barcelona haar eigen schuld. Daardoor lijkt het een oliedomme zet van de Catalaanse voetbalclub, de Spaanse bond én de verstrekker van de lening. 

Zonder die 1,5 miljard euro bestaat FC Barcelona over een jaar niet meer, zelfs niet meer in de afgetakelde vorm waarin de Catalaanse grootmacht nu verkeerd. Dan brokkelt het mondiale merk nóg verder af en gaan nog meer fans over de hele wereld naar andere teams kijken voor oogstrelend voetbal. Als dat gebeurt, is het Barcelona-merk dood en zal het voetbalbedrijf zijn belangrijkste bezittingen (spelers) sowieso verkopen. Daarmee speelt Laporta voor superheld, maar op hetzelfde moment ook met vuur: het is de laatste reddingsboei voor de club.

Barcelona gokt, maar dat kun jíj ook! Op El Clásico bijvoorbeeld! De odd voor Barça is 3.60!

FC Barcelona doet er goed aan om 1,5 miljard euro te lenen

  • Ja, zo kan de club verder
  • Nee, zitten op de blaren
  • Nee, niet eerlijk tegenover rest van voetbalclubs
  • Geen mening
306+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie