‘Ten Hag en Overmars wilden dat ik bleef, ikzelf niet’

De laatste weken heeft middenvelder Dani de Wit de smaak weer te pakken bij AZ, nadat hij een tijdje uit de running was door blessureleed. In gesprek met Voetbal International blikt hij onder meer terug op zijn beslissing om Ajax te verruilen voor de Alkmaarders.

“Na mijn debuut las ik vaak dat ik ‘meer een type voor Feyenoord of FC Utrecht zou zijn’. Op zich snap ik dat, gezien het beeld dat de meeste mensen hebben van Ajax-talenten. Zelf zag ik het anders. Ik associeer Ajax-spelers vooral met winnaars. Jongens die alles geven om prijzen te winnen.”

Hij wijst daarbij op twee soorten spelers in de huidige Ajax-selectie: als het ware de sierpaarden en de werkpaarden. “In het huidige Ajax behoren bijvoorbeeld Antony en Steven Berghuis tot de eerste categorie, en Davy Klaassen en Edson Álvarez tot de tweede. Ook zíj worden zeer gewaardeerd en zelf heb ik dat precies zo ervaren. Een team heeft verschillende types nodig, anders wordt het niks.”

Van Amsterdam naar Alkmaar

Ondanks alle successen in het seizoen 2018/2019 koos De Wit voor een vertrek. “Erik ten Hag en Marc Overmars wilden dat ik bleef, dat vond ik een heel mooi compliment. Maar hoe mooi de Europese campagne ook was in het laatste seizoen, ikzelf beleefde het vooral als bankzitter. In de nadagen van je carrière kun je zo’n rol misschien accepteren bij een grote club. Maar als jonge voetballer wilde ik wekelijks gaan spelen.”

En dat doet hij nu bij AZ. Toen zij interesse toonden, twijfelde De Wit dan ook geen moment destijds. “De avond voordat ik een akkoord bereikte, speelde ik nog met Ajax in de voorronde van de Champions League. Zo snel is het allemaal gegaan.” De 23-jarige Hoorner staat dit seizoen al op vijf goals in acht Eredivisiewedstrijden. Hij ligt nog tot medio 2024 vast bij AZ.