‘Krankzinnige’ Memphis Depay compleet afgemaakt

Zouden Memphis Depay en Ryan Babel zelf vinden dat ze goed kunnen rappen? Waarschijnlijk wel, denkt René van der Gijp. Hij is het daar echter totaal niet mee eens, vertelt hij in de uitzending van het voetbalpraatprogramma Veronica Inside.

Memphis kwam onlangs met ‘Studiosessie 387’ op het YouTube-kanaal 101Barz en Gijp reageert: “Als zo’n jongen dit zelf goed vindt, dan is hij krankzinnig.” In zijn rap heeft de aanvaller van FC Barcelona het onder andere over de talkshow: “Want Veronica Inside is never outside. Proberen ons te kappen alsof we hout zijn.” Johan Derksen vraagt zich af: “Wat moet ik hiermee? “Tja, die jongens hebben de volledige vrijheid… als dat oplucht. Die jongens groeien op met ontzettend veel ontzag naar die Amerikaanse rappers. Dat zijn hun echte voorbeelden in het leven, ook qua kleding en gedrag. Ik denk dat ze er heel trots op zijn. Maar ze doen er toch niemand kwaad mee, laat ze lekker rappen.”

Van der Gijp: “Ze doen er niemand kwaad mee, maar ja… een beetje onzinnig praten, wat moet je daar nou mee?” Hij kan Memphis als voetballer wél waarderen: “Ik vind hem heel goed, maar ik vind het ook heel vermoeiend om naar hem te kijken. Dat hangen tegen tegenstanders… ik zie toch meer in voetballers die een verfijnd oog hebben, zoals Sergio Agüero die dadelijk gaat spelen bij Barcelona. Dat is wereldtop, en Memphis hoopt ook die richting op te komen. Maar ik weet niet of dat gaat gebeuren. Ik denk dat het gewoon een goede speler blijft.”

Ook Ryan Babel heeft het in zijn onlangs uitgebrachte nummer over VI: “En ik wil niet eens beginnen over mannen op tv… Al die mannen daar aan tafel vind ik lame.” Derksen: “Dan is er toch een steekje los bij je, als je dit soort dingen gaat doen? Een volwassen man, die dat doet… toch een jongen van in de dertig. Maar als ik dus zie dat hij ook koketteert met Rolexen om en gekke auto’s, en oranje haar… negeren, negeren! Ik adviseer hem om professionele hulp te zoeken. Een andere generatie? Dat zal wel, maar dan ben ik blij dat ik bij een andere generatie hoor.”